GC heeft ruimte voor gastloggers. Hier weer onze maandelijkse gast, P.J. Cokema, met wat huis-, tuin- en keuken-economie.
Het CBS kwam vorige week met opbeurende statistiek: de tranportsector klimt uit het dal. Expediteurs kenden een grotere omzet, de luchtvaart zag vracht en passagiers toenemen en het goederenwegvervoer transporteerde ook een hoger vrachtaanbod.
Als het met die sector beter gaat, dan moet het met de economie toch ook goed gaan? Alles dat we kopen wordt immers van de fabrieken naar de winkels getransporteerd? Of naar het buitenland. Ook met de export gaat het beter, meldde het CBS de afgelopen week.
Een dag later komt het CBS dan met een fikse tegenvaller. De armoede in dit landje neemt toe. Nou heb ik net genoeg economisch benul om te weten dat armoede hier, geen indicatie is voor de ontwikkeling van ’s lands economie. Armoe of niet, Nederland is een van de meest welvarende landen in Europa, zegt het CBS nog dezelfde dag.
Weer een dag later gevolgd door treurige berichten dat de werkloosheid vrijwel onveranderd is en de detailhandel wat minder omzet had. Behalve bij de internetdetaillisten. Bij hen is het booming business.
Een leek krijgt zo wel de indruk dat het, statistisch gezien, beter gaat met de economie, slechter met de mensen, maar dat we europees vergelijkenderwijs niet moeten zeuren.
Dat is niet best. Zulke wisselende statistische berichten geven het kabinet de ruimte vol haar gang te gaan. Een gangetje dat vooral is gebaseerd op de gevolgen van de crisis. Met de statistieken in de hand kan het kabinet volhouden dat ‘we er nog niet zijn’.
Maar de transportsector klimt dus uit het dal. Dat mag toch een graadmeter zijn voor de economische stand van zaken? Heel Nederland is, behalve tijdens het filespitsuur, continu in beweging. Alles, behalve internethandel, heeft met transport te maken. Dus als het daarmee beter gaat, dan moet het toch ook beter met de rest van de bedrijvigheid gaan?
Zo lijkt het niet in elkaar te steken. Toen de transportsector begon te klagen over de gevolgen van de crisis, sprak ik een trucker, die beweerde nergens last van te hebben. Hij vervoerde autobanden. Niet alleen de hype in winterbanden leverde hem veel werk op. Juist door de crisis ging het goed met de handel. Een levendige handel in tweede handsjes en omdat mensen er langer ermee reden, was de slijtage groter en moesten er wel weer banden gekocht worden.
Transport ter zee heeft het echter moeilijker. Zo moeilijk dat men zelfs particuliere beleggers werft. Het schijnt belastingtechnisch erg voordelig te zijn in een zeeschip te investeren. Daar maakte de branche dan ook stevig reclame voor. Dat mag niet meer. Dat wil zeggen: reclame voor een belegging in een of andere containergigant mag wel, maar zonder het fiscale voordeel te benadrukken.
De ene transportsector is de andere niet. Maar dat het over het algemeen beter gaat, moet de economische optimisten toch in vervoering brengen. We gaan de goede kant op, dus Rutte mag wel wat afremmen met de noodmaatregelen.
Reacties (4)
Wel grappig om dat in dit winterse weekend te lezen. Maar serieus: voor een goed begrip van de stand van de economie hebben we dus andere maatstaven nodig dan het veel te globale BNP zoals dat nu in de politiek gebruikt wordt. Daar zijn goede alternatieven voor, die naast de welvaartsverdeling ook de stand van het milieu meenemen. Zie bv. de Alternative Indicators van de Europese Groene Partij.
De moeder aller statistieken over transport en economie!
@2: Dank u, mooie aanvulling. Deze statistieken geven nog een pessimistisch beeld. De Harper Index is wat optimistischer dan de Baltic Dry Index, maar beiden laten zien dat de ruwe grondstoffenscheepvaart het hoofd maar moeilijk boven water kan houden. We varen er nog niet wel bij?
De transportsector in Nederland profiteert volgens mij van de ellende in Griekenland, Ierland en Spanje. Die drukt de euro, waardoor de Duitse industrieproducten relatief goedkoop zijn en de Duitse exportmachine en daarmee de Nederlandse transportsector op volle toeren draaien.