Sorry mensen, ik heb momenteel even geen tijd. Dit stukje ga ik razendsnel schrijven. Niet om mezelf vrij te pleiten (of misschien ook wel), maar meer om u te waarschuwen: mocht het wat afgeraffeld overkomen, besef dan dat er al genoeg ellende op de wereld is en dat het slechts verspilde energie is u over iets dergelijks op te winden.
Maar waar wil ik het met jullie over hebben? Ik wil het graag met jullie hebben over de taalhoogvliegerij van de heer Donald Rumsfeld, de man die de wereld de Irakoorlog schonk omdat er bepaalde known knowns, known unknowns en unknown unknowns waren. Oftewel dingen waarvan we weten dat we ze weten, dingen waarvan we weten dat we ze niet weten en dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten. Ik moest denken aan Van Gaal die Tim Krul in het veld zet, wat mij betreft een duidelijk gevalletje van een unknown unknown. Maar Rumsfeld had het over de weapons of mass destruction van Saddam Hoessein en diens bereidheid er de wereld mee te vernietigen.
De enige categorie die Rumsfeld niet behandelde in zijn Cruijfiaanse verhandeling waren de unknown knowns. Dingen waarvan we niet weten dat we ze weten. En laat The Unknown Known nu net de titel zijn van de anderhalf uur durende documentaire die gisteren op tv was, waarin filmmaker Errol Morris Donald Rumsfeld aan de vrijwel immer ontblote tand voelt. De unknown knowns werden, naar aanleiding van Rumsfelds retorische goocheltrucje, geformuleerd door de Sloveense filosoof Slavoj Žižek, die deze categorie ongeveer als volgt definieerde: de dingen die we niet willen weten terwijl we ze wel weten. De martelmethodes van de C.I.A., om maar iets te noemen.
Eerder had Morris een soortgelijke documentaire gemaakt over Robert McNamara, Minister van Defensie onder John F. Kennedy. De man die bekend staat als de architect van de Vietnamoorlog.
Wat McNamara was voor de Vietnamoorlog was Rumsfeld voor die in Irak. Een oorlog ongeveer net zo uitzichtloos was. En dat terwijl Rumsfeld in de jaren ’70, toen hij ook minister van Defensie was, toen onder Gerald Ford, in een van zijn vele ‘sneeuwvlokjes’ (korte memo’s waarvan hij er dagelijks tientallen naar zijn medewerkers stuurde) meldde dat Amerika zich nooit meer in een conflict moest mengen waarvan de uitkomst zo ongewis was.
We zullen maar zeggen dat Rumsfeld een unknown known voor een known unknown verwarde. Of vice versa. Niet dat Rumsfeld daar moeilijk over doet. Hij lijkt er het probleem niet van in te zien. Elke keer als Morris hem wees op een inconsequentie in een zijn vele sneeuwvlokjes, dan lachte Rumsfeld dat weg met een mengeling van beminnelijkheid en apathie. Het was de aard van het medium. De sneeuwvlokjes waren invallen, gedachtes, geen absolute waarheden. Ook al werden er met die invallen en gedachtes beslissingen gerechtvaardigd, waarvan het nog maar de vraag was of ze überhaupt te rechtvaardigen waren.
Rumsfeld meende in zijn hele leven minstens een miljoen sneeuwvlokjes te hebben verstuurd. Vanwaar de obsessie met Irak, vroeg Morris. Rumsfeld vond dat wel meevallen. Hooguit 10% van de sneeuwvlokjes gingen over Irak. Dat zijn er nog altijd 100.000 duizend, dacht ik. Rumsfeld lachte zijn tanden bloot. Hij deed me aan Jim Carrey denken.
Reacties (9)
Slavoj Žižek bedoelde met de unknown known niet de dingen we verdringen, maar ideologie (vaak haalt hij dan Marx aan: “ze weten het niet, maar ze doen het toch”) en het onderbewuste uit de psychoanalyse. Nou is Sartre van mening dat het onderbewuste niet bestaat, maar verdringing wel, dus wellicht heeft Max zijn Sartriaanse wereldbeeld op Žižek geprojecteerd. Dat gebeurt wel vaker.
Ze geloofden zo sterk in het bestaan van die wapens dat ze niet eens een plan B hadden toen ze niet werden gevonden. Plan B had natuurlijk “we fabriceren zelf wat illegale wmd en vinden ze dan” moeten zijn.
@1 Dank voor de deeding. Ik wist niet eens dat ik Sartriaans was. Het was meer mijn interpretatie van deze quote die ik op wikipedia las, waarbij het woordje ‘pretend’ mij van cruciaal belang leek: “If Rumsfeld thinks that the main dangers in the confrontation with Iraq were the “unknown unknowns”, that is, the threats from Saddam whose nature we cannot even suspect, then the Abu Ghraib scandal shows that the main dangers lie in the “unknown knowns” – the disavowed beliefs, suppositions and obscene practices we pretend not to know about, even though they form the background of our public values.”
Maar, als ik het goed begrijp doelt Zizek met de unknown knowns op het vals bewustzijn van een samenleving.
@3 Die quote kende ik niet, ik heb je dus onterecht voor Sartriaan uitgemaakt. Hier verwijst Zizek naar de psychoanalyse: http://m.youtube.com/watch?v=4SQpczc8mGg
En in deze lange lezing heeft hij het (ergens) over ideologie – mijn geheugen kan mij hier in de steek laten, maar vermakelijk is het in ieder geval:
http://m.youtube.com/watch?v=Muuv6-d5zGw
Of Zizek bedoelt er dus meerdere dingen mee, of wegkijken en niet-weten liggen bij Zizek dichter bij elkaar dan ik suggereerde in @1.
Adam Curtis verhaalt in The Power of Nightmares hoe de voorlopers van de neoconservatieve kliek die ons de Irak-oorlog in heeft gerommeld eind jaren ’70 een clubje oprichtten die een tegenwicht moest bieden voor de al te lakse houding van de regering Carter en de ‘bonentellers’ van de CIA tegenover de Sovjet-Unie. Die was namelijk veel en veel gevaarlijker dan het bewijs deed vermoeden!
‘Team B‘, noemden ze zichzelf. Paul Wolfowitz zat daar ook al bij. En die brachten dan allerlei fantastische rapporten uit over wat de Sovjet-Unie mogelijk wel allemaal aan het doen was. Niet toevallig zochten ze in Washington verbinding met hardliners als Donald Rumsfeld en Dick Cheney.
Exact dezelfde ideologische verblinding. Geen bewijs betekent niet dat er niets aan de hand is, maar dat de vijand bezig is een snood plan tegen ons te smeden. Waarom zou hij anders zo zijn best doen om zijn wapenarsenaal en -programma te verbergen?
@5: De ongebreidelde creativiteit van de paranoide geest: de afwezigheid van bewijs is het grootste bewijs.
En dan zit er ergens een gedicht in verstopt. Mooi gedaan.
Een mengeling van beminnelijkheid en apathie.
Het was de aard van het medium.
De sneeuwvlokjes waren invallen, gedachtes,
geen absolute waarheden.
Ook al werden er met die invallen en gedachtes
beslissingen gerechtvaardigd,
waarvan het nog maar de vraag was
of ze überhaupt te rechtvaardigen waren.
Rumsfeld meende in zijn hele leven
minstens een miljoen sneeuwvlokjes
te hebben verstuurd.
Rumsfeld, niet Rumsfield. Tjeezus, één blik op Google had je dat geleerd.
@6 Het lijkt net religie…