Hoe ziet Nederland er over vijftien jaar uit? Michael van Dam probeert het zich voor te stellen.
Het is najaar 2028. Nederland komt bij van hele succesvolle Olympische Spelen. Het heeft ons land veel energie gegeven en de merken Amsterdam en Rotterdam en het predikaat ‘groenste Westerse natie van de wereld’ zijn inmiddels definitief doorgedrongen tot de rest van de wereld. Het was een hele operatie die Spelen, dat wel. Het heeft veel gevraagd van bedrijven, de politiek en de bevolking, maar het is het allemaal waard geweest. We hebben de wereld laten zien dat we als kleinste, dichtbevolkste land ter wereld in staat zijn iets indrukwekkends neer te zetten. We zijn in staat om onze twee grootste steden op innovatieve, maar vooral creatieve wijze wereldwijd op de kaart te zetten. De pracht en praal van onze hoofdstad en het moving forward karakter van Rotterdam zijn een voorbeeld gebleken. Eindhoven doet ook mee, want het high techmerk van Europa timmerde al langer aan de weg. Knap toch van die Nederlanders. We staan er eigenlijk nooit bij stil. We zijn ook zo bescheiden, we zijn vooral gewend om hard te werken, om creatief met elkaar in cellen te werken en altijd te denken in kansen en dingen mogelijk te maken. We staan eigenlijk nooit ergens langer bij stil. Tijd om dat nu wel te doen en de afgelopen vijftien jaar de revue te laten passeren .
Kantelen
We hebben eigenlijk sinds 2014, na het vallen van het toenmalige kabinet Rutte, een geweldige ommekeer gemaakt. We zijn een ‘kantelland’ geworden, waarbij we duidelijk gekozen hebben voor de pijlers onderwijs, duurzaamheid, technologie en samenwerking. Pijlers die ons land de afgelopen jaren veel welvaart hebben gebracht, een extreem positief imago hebben opgeleverd, maar ook een voorbeeld zijn op het vlak van hoe je hier de dingen met elkaar regelt. Onze scholen behoren tot de beste in de wereld, we hebben ons zelf verrast met het feit dat we inmiddels voor vijftig procent groene energie gebruiken, ons design en technologische kennis is gewild op alle continenten en zestig procent van de hoogopgeleide professionals werkt inmiddels zelfstandig voor meerdere opdrachtgevers. En het mooie is dat veel van die zelfstandigen in kleine cellen samenwerken. Aan prachtige projecten, voor mooie merken, voor transparante, eerlijke bedrijven en instellingen. Het is eigenlijk best hard gegaan na de opeenvolgende crises vanaf 2008. Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans zei het toen al heel treffend: ‘Deze stapeling van crises is een zegen. Crises vormen een ideale voedingsbodem voor transities.’ En zo geschiedde.
Inhoud staat voorop
Wat is dat toch een genot om voor meerdere opdrachtgevers tegelijk te werken. Geen bemoeienis vanuit het management, geen nutteloze vergaderingen die beklemmen en vooral je agenda negatief beheersen, maar korte, inhoudelijke en efficiënt georganiseerde werkmeetings met gelijkgestemden die allemaal dezelfde route bewandelen. We werken harder, gemiddeld zo’n 45 uur per week. We delen het allemaal zelf in, kunnen zelf bepalen wanneer we aan dat rapport werken, spreken met elkaar af in gezellige cafés of in die überhippe werkplekken bij die mooie bedrijven. Het is allemaal snel gegaan na 2014. Inderdaad, dat beseffen we eigenlijk niet. Werknemers en zelfstandigen kunnen zich volledig richten op de inhoud van hun vak, zonder ballast van procedures, politieke spelletjes en egocentrisch gedrag. Natuurlijk zijn anno 2028 nog steeds niet alle organisaties om, maar die minderheid is al een tijdje bezig zich overbodig te maken. Professionals willen nu eenmaal niet meer werken voor zulke bedrijven.
Corporates doen mee
Natuurlijk hadden de grote corporates het toen lastig. Ze hadden crisiswoordvoerders in dienst die alle negatieve publiciteit ontkenden, alles wat krom was weer recht praatten. Ze zijn er niet meer, ook zij werken nu voor zichzelf en hoeven niet meer te jokkebrokken. Ze werken aan mooie communicatiecampagnes, internationale, creatieve campagnes die de wereld laten zien hoe goed we het hier doen en dat mag ook, daar is geen speld tussen te krijgen. Die grote AEX’ers en Midkappers zagen ook wel in dat er vennootschapsbelasting betaald moest worden en al die gekke tax hubs op die paradijselijke eilanden zijn er nauwelijks meer, althans niet voor Nederlandse multinationals. Het is logisch om gewoon mee te doen, net zoals werknemers netjes hun inkomstenbelasting betalen en zelfstandigen keurig BTW afdragen. Ze zagen ook in dat hun directies veel mogen verdienen, maar dan alleen als ze bovenmatig klantvriendelijk zijn, hun werknemers doorontwikkelen tot de allerbeste in hun soort en zich netjes aan de (vaak simpele) regeltjes houden. We weten nu niet beter, maar vijftien jaar geleden (en de decennia daarvoor) was dit alles een hele opgave, want vele bestuurders waren er voor zichzelf, voor hun eigen portemonnee en die van de aandeelhouders natuurlijk. Goed toch, dat ze met z’n allen ook inzagen dat het anders moest, dat je om collectief verder te komen en concurrerender te worden je masker moet afzetten. Voor de professionals die daar werken, moet het een genot zijn om zo’n werkgever te hebben. Een baas die je coacht, die je beloont wanneer je dat verdient, die je opleidingen aanbiedt, die je zelfs korte stages laat lopen bij andere bedrijven om nog beter te worden, om meer ervaring op te doen. En het is de gewoonste zaak van de wereld dat je ook bij die vestiging aan de andere kant van de wereld in de keuken mag kijken. En het mooiste? Dat zijn toch die flexibele werktijden en de mogelijkheid om er af en toe met je gezin even tussenuit te gaan. Twee maandjes op vakantie, heerlijk.
Initiatief van de kleintjes
De motor van de economie. Zo wordt de midden- en kleinbedrijven ook wel genoemd, maar ze waren ook de initiatiefnemers van het kantelen van het toenmalig beleid, van die revolutie om de beste scholen te krijgen, om de ‘groensten’ van de wereld te worden, om de beste jongetjes en meisjes van de klas te worden, om vooral met elkaar samen te werken. Zij waren er eigenlijk al jaren mee bezig, de kleine start-ups met die inspirerende werkplekken, met die biologische kantines, met die flexibele werkhouding en met de juiste support voor het personeel. Blijven investeren in je personeel, de lange in plaats van de korte termijn, geen exorbitante bonussen voor de directeuren. Waarom ook eigenlijk? Van die 2,5 ton kun je toch prima leven? En die bonus van 50K is mooi meegenomen als je weer tot het beste bedrijf van Nederland bent gekozen door klanten. Dat geeft pas voldoening, populair zijn bij je klanten en personeel. Maar wat dacht je van die ZZP’ers met hun creatieve cellen, een marketeer die een financial vraagt om mee te denken met zijn businessidee en het dan samen in de markt zetten. Of die hele handige developer, die zijn technologische vondst succesvol heeft gelanceerd met een HR-strateeg. Prachtig die samenwerking met elkaar!
Overheid als facilitator
Regelgeving staat de mogelijkheid om dingen zelf op te lossen vaak in de weg. Met die gedachte pleitte Jan Rotmans ruim vijftien jaar geleden voor ‘een slimme faciliterende overheid’. Dit betekent dat de regering innovatieruimte creëert en belemmeringen aanpakt die transitie in de weg staan. Mensen moeten de mogelijkheid hebben om creatief te kunnen zijn op juridisch, organisatorisch, financieel en mentaal niveau. Dit is essentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe, duurzame, decentrale samenleving. “Omdat mensen meer openstaan voor veranderingen in een crisis zijn de systeemcrises onze hoop op een duurzamere toekomst”, zei Rotmans toen al. En ook dit is, na de val van het kabinet in 2014, als een wervelwind ingezet. Knap van die kantelende groep politici, die toen het initiatief hebben genomen om het nu echt anders te doen en de partijpolitiek aan de kant te zetten. Dat geweldige ‘marketingplan’ dat ze in recordtempo geschreven hebben om Nederland meer concurrerend te maken, te positioneren als innovatief, flexibel duurzaam kennisland. Het heeft al met al drie jaar geduurd, maar er was sprake van een strakke regie, er was ruimte voor eerlijke, scherpe debatten en er was indrukwekkend veel daadkracht om uiteindelijk keuzes te maken. Dat moet ook wel als je een oude, centraal geleide, verticale, stroperige samenleving wil kantelen naar een frisse, flexibele, decentrale, maar vooral horizontale samenleving.
Werkplezier
Het heeft ons veel opgeleverd. We laten al tien jaar economische groei zien, we zijn volgens de OESO al acht jaar het meest gelukkige land en onze dertien universiteiten staan allemaal hoog in de rankings. Onze hoogopgeleide professionals zijn het visitekaartje voor ons land. Of het nu om duurzame technologie gaat die we exporteren, onze banken die een voorbeeldige rol als ondersteuner van ondernemers vervullen of het beloningsbeleid van bedrijven, dat volledig gebaseerd is op klant- en werknemerstevredenheid. Het geeft voldoening en trots op wat we bereikt hebben. De samenwerking tussen ZZP’ers, de coöperaties die zijn ontstaan, we moeten het nu overal in de wereld komen vertellen. De prijzen voor ons design waren er al, maar door de uitstekende PR van onze overheid, wil de hele wereld gezien worden met onze producten. We zijn koploper flexibel werken, we zijn kampioen langer doorwerken, onze bedrijven zijn koningen als het gaat om het creëren van werkplezier bij het personeel, voor zowel de mensen in loondienst als ook voor de vele zelfstandigen, die er samenwerken aan creatieve projecten. We zijn trots!
Dit artikel verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.
Reacties (12)
Lees ik het nou verkeerd of druipt hier het cynisme als een flnke bel snot uit de neus vanaf?
@1 Ik denk dat je het verkeerd leest, maar zeker weten doe ik het niet.
@0 Wat zou het mooi zijn als hebzucht niet bestond… Wanneer niet het gros van de mensen zich de lusten toe wil eigenen en de lasten laat liggen voor anderen. Een plotsklapse omslag in de mentaliteit onder het leeuwendeel van iedereen lijkt zeer ongeloofwaardig.
@0 “partijpolitiek aan de kant .. geweldige ‘marketingplan’ om Nederland als concurrerend, innovatief, flexibel duurzaam kennisland”
Sprookje met de overheid in de marge en dat in drie jaar. Zijn er nog verkiezingen of blijken die overbodig?
Mooi dat die omwenteling zo vanzelf gaat, haast ongemerkt onder keizer Jan Rotmans de grote omwentelaar.
Naiviteit heeft een naam: De Nieuwe Pers.
Ik krijg een heel hard deja-vu gevoel bij dit artikel. Ik kon het niet meteen terugvinden (de zoekfunctie van Sargasso is niet echt behulpzaam), maar kan het zijn dat er eerder een stuk van vrijwel dezelfde strekking geplaatst is?
Wie de geschiedenis niet kent is gedoemd haar te herhalen. Ouwe wijn, nieuwe zakken. Gelukkig leest de 62% VMBO-ers dit soort onzin gewoon niet.
Huiveringwekkende koortsige(misschien zelfs fascistoide) toekomstvisioenen van een waanzinnige(indien geen ironie/cynisme)
DNP( kende het niet) ,even een paar stukkies gelezen.,lijkt me een exponent van een nieuw-rechtsachtige beweging.
“Als je niet creatief bent marginaliseer/krepeer je maar”,lijkt de mening die er overheerst.
Neo Liberalisme in optima forma
@5 Niet dat ik weet, maar Steeph is het echte geheugen van Sargasso natuurlijk.
@1 Zo lees ik het wel. Ik snap alle minnetjes op het artikel dan ook niet.
@9 Ik snap de minnetjes ook niet echt. Dromen mag altijd, en om daar nou zo op te reageren…
@8 De Nieuwe Pers is een voortzetting van het gratis blad De Pers. Toentertijd was de Pers met haar verdieping in feiten, korte achtergronden en interviews een welkome verandering t.o.v. het oppervlakkige nieuws dat de Spits en Metro toen brachten (en nu nog brengen). Hoe het tegenwoordig is, weet ik niet precies…
Ik kreeg weer het gevoel van ‘Nederland Gidsland’ toen ik het las. Die misplaatste visie die telkens weer de kop op steekt. Het verheven volk uit de klei. Geen vuiltje aan de lucht. Zorgenloos en blind (met oogkleppen) weten zij zich te meten met de groten der aarde. Míts zij de dijken hebben weten op te hogen met hun decentrale overheden óf met hun arbeidsgehandicapten die hun vingers in de dijk mogen steken. En zo pais en vree is er weer een crisis in de maak. Daar zijn ze ook goed in. Ze moeten wel uitgedaagd blijven nietwaar? Alleen zo kunnen zij excelleren.
@1: Natuurlijk was dit een cynisch stuk, want de factor wereld was sterk meegenomen in het betoog. De ontwikkelingen in de wereld zijn de grootste invloed op ons economietje waaraan wij ons telkens moeten aanpassen. Megalomanie is een neo-liberaal trekje dat marktpotentie heeft binnen onze landsgrenzen, meer niet. Hoe charmant dan ook.
Ik zie nu dat dat andere maffe stuk: “Geen creativiteit zonder hebzucht”, ook al uit “de Nieuwe Pers” stamt.