Het geluk van Limburg: met God en steenkool tegen het socialisme
RECENSIE - Met Het geluk van Limburg schreef Marcia Luyten een indringend verhaal over de steenkolenwinning in Zuid-Limburg.
Dat ‘geluk’ in de titel moeten we overigens vooral ironisch begrijpen: ’talrijk zijn de gebieden waar bodemschatten de bevolking slecht zijn bekomen,’ schrijft Luyten. ‘Kijk naar het hart van Afrika, naar Congo. […] Wee de Congolezen, op hun schatrijke bodem worden ze vermalen en vermorzeld in de smerige oorlogen om hun grondstoffen.’
Nu is Zuid-Limburg, dat begrijpt Luyten uiteraard ook, geen Centraal-Afrika. Maar dat neemt niet weg dat bodemschatten en de bijkomende interesse van de powers that be vaak niet al te positief uitpakken voor hen die bovenop al die rijkdom wonen.
Vanaf het moment dat men in de negentiende eeuw serieus werk begon te maken van de steenkolenwinning in Zuid-Limburg, veranderde de regio van een achtergebleven, ruraal gebied in iets, voor Nederlandse begrippen, volledig nieuws. En alle nieuwlichterij is gevaarlijk, zo weten machthebbers instinctief. Het gevaar van de moderniteit werd dan ook bestreden door middel van doelbewuste politiek van social engineering, stelt Luyten:
Mijn, kerk en staat deden niet zomaar wat. […] Hoewel niets formeel was vastgelegd – er bestond geen beleidsstuk – was er een duidelijk plan met God en steenkool als bondgenoten. Het socialisme was hun beider vijand, het opkweken van een vrome en gedisciplineerde mijnwerkersstam heilzaam voor allebei.