Energie- en klimaatbeleid is woud van doelstellingen
OPINIE - De tijd is rijp voor een extreme make-over van het energie- en klimaatbeleid.
In Moerdijk lopen energiebewuste burgers er keihard tegenaan: het energie- en klimaatbeleid is een wonderlijke mengeling van rempedalen, gaspedalen en koppelingen, waarvan niemand meer het netto-effect kan overzien. Helpt het nou als de lokale energiecoöperatie Energiek Moerdijk stroom bespaart, windturbines en zonnepanelen plaatst, of levert dat geen emissiereductie op? Het zal niet het enige burgerinitiatief in staat van vertwijfeling zijn.
In tientallen jaren is er een woud van doelstellingen en maatregelen gegroeid. De ‘klassieke’ doelen van het energiebeleid -schoon, betaalbaar en betrouwbaar- kwamen op rond 1974, toen minister Lubbers van Economische Zaken zijn energienota presenteerde. De oudere lezers weten nog het beeld van het brandende wereldbolkaarsje dat het opraken van fossiele energiebronnen symboliseerde. Goeie ouwe tijd: toen was er nog échte schaarste.
Deze doelen werden vertaald naar kwantitatieve doelstellingen, voor besparing (de gewenste jaarlijkse verbetering van de energie-efficiëntie), voor hernieuwbare energie en voor CO2-emissiereductie. Overheden werden ware managers, die de targets vertaalden naar afdelingen, lagere overheden, sectoren en branches, categorieën en subcategorieën en opties, en die er allerhande maatregelen tegenaan plakten.
Besparing gewenst? Geen punt: normstelling voor energiegebruik van woningen, auto’s en apparaten, labels en keurmerken, fiscale differentiaties, ecodesign-programma’s. Zijn we er al? Nee? Dan convenanten met bedrijven, gemeenten, lokale projectbureaus, desnoods uitfasering van de gloeilamp.