Een schokkend persbericht van de FNV: uit onderzoek van het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (IVV) (.pdf) is gebleken dat vrouwen gemiddeld 18% minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk. Dat is hoger dan het wereldwijde gemiddelde van 16%. Iets waar een beschaafd mens (m/v) zich anno 2008 behoorlijk kwaad om zou moeten maken, behalve als ze voor Elsevier schrijven natuurlijk. Dat spreekt boekdelen over de slechte situatie van de emancipatie in Nederland, zou je zeggen. Maar is dat eigenlijk wel zo?
FNV-vakbondsvoorzitter Agnes Jongerius wijt het grote verschil vooral aan het feit dat in Nederland vrouwen bijzonder veel in deeltijd werken, wat (per uur) relatief slechter betaald wordt dan voltijdswerk. Dit is echter maar een deel van het verhaal, wat duidelijk wordt als je bijvoorbeeld kijkt naar een vergelijking van de cijfers van heel Europa.
Dan zie je dat landen met hoge verschillen in betaling vooral notoir vrouwonvriendelijke landen zijn als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Noorwegen, Zweden en Finland. Landen die juist een erg klein verschil hebben zijn superprogressieve en geëmancipeerde landen als Ierland, Frankrijk, Roemenië, Griekenland en, eh, Malta.
Het zal duidelijk zijn dat deze cijfers niet kloppen met onze perceptie van de betreffende landen. Hoe is het mogelijk dat feministisch walhalla Zweden aan de onderkant scoort, terwijl het nare aardsconservatieve eilandje Malta het het beste doet?