Rivaliteit van voetbalsupporters en foute spreekkoren
OPINIE - Geen voetbal zonder rumoer van hooligans. Volgens de Schotse socioloog Waiton bestaat er een elitair vooroordeel over voetbalsupporters en worden zij zwaarder gecriminaliseerd dan anderen die zich misdragen.
De rivaliteit van voetbalsupporters brengt bepaald niet fijnzinnige omgangsvormen met zich mee. Er wordt onder invloed van overvloedig alcoholgebruik nogal eens stevig gevochten rond de stadions. En dan zijn er in het stadion nog de spreekkoren, de liedjes, de scheldpartijen over en weer, en de haatdragende uitingen tegen individuele spelers. In de wedstrijd van Ajax tegen Feyenoord van begin dit jaar had doelman Kenneth Vermeer van Feyenoord (ex-Ajax) het bijvoorbeeld zwaar te verduren. Hij werd voor ‘hoerenjong’ en ‘NSB’er’ uitgemaakt. Voor de wedstrijd werd een pop met zijn naam opgehangen alsof hij de doodstraf kreeg.
Regelmatig zijn er incidenten vanwege racistische of antisemitische uitingen. “We gaan op Jodenjacht” is een kreet, die al uit de jaren tachtig dateert, en inmiddels volledig is ingeburgerd bij voetbalsupporters die bij Ajax op bezoek gaan. De Ajax-supporters zelf gebruiken “Joden” als geuzennaam, en hangen naast het clubvaandel de Israëlische vlag. De reacties daarop van de tegenpartij worden door de buitenwacht opgevat als een kwalijke vorm van antisemitisme.
Net als in de gevechten buiten het stadion kennen de meest fervente supporters bij de wedstrijd geen enkele rem in hun uitingen. Ondanks alle maatregelen van de KNVB. Het aantal incidenten met spreekkoren in het Nederlands voetbal is volgens het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) wel gedaald van rond zeventig per seizoen in het vorige decennium naar rond de vijftig de afgelopen vier seizoenen. Misschien zijn we er inmiddels ook aan gewend? Terwijl de roep in de maatschappij en media om het stilleggen van een duel na elk incident groot is, wordt in de praktijk die stap nog zelden genomen.