Mens versus parasiet

Elke week belicht Studium Generale een thema, geïnspireerd door opnames en artikelen uit het archief. Het thema van deze week: mens versus parasiet. Maart heeft wat weg van oorlogstijd. De overheid adviseert ons binnen te blijven, zeven miljoen mensen kijken naar een tv-toespraak van de minister-president, en grote delen van de economie liggen op haar gat. Alle aandacht gaat naar de essentiële elementen van de maatschappij, met name de zorg draait op volle kracht. We delen onderling voortdurend informatie, maar er heerst verwarring. De vijand, waar is hij? Wat gaat hij doen? Vanuit het oogpunt van de biologie is de vergelijking met een oorlogssituatie niet zo ongewoon. Een viroloog en een microbioloog zien in de natuur een constante wedloop tussen parasiet en gastheer. De mens is altijd al in een strijd met virussen, bacteriën, schimmels en andere parasieten verwikkeld geweest. Na de pest en de Spaanse griep is het coronavirus een nieuw hoofdstuk in die oorlog. Maar met welke wapens wordt er gevochten? Over welke verdedigingsmechanismen beschikt de mens? En wat is onze meest beloftevolle tactiek voor een overwinning?

Foto: cc Pixabay stempel coronavirus Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

De verkeerde zorgen

COLUMN - Hoe besmettelijk dat nieuwe coronavirus is, vragen we ons af. Moeten we hier in Nederland mondkapjes gaan dagen? Kunnen we nog wel veilig naar godweetwaar reizen? Maar dat zijn voor Nederland de verkeerde vragen – ze spitsen zich toe op het individuele risico besmet te raken. (Mondkapjes dragen heeft echt alleen zin in gebieden waar het virus rondwaart. Ze nu kopen, zorgt vooral dat mensen die ze nodig hebben, ze niet meer kunnen bemachtigen.)

Maar een pandemie gaat niet over individuen. Wie alleen is kan niet besmet raken, noch een ander besmetten. Een pandemie gaat per definitie over groepen mensen en hun onderlinge verkeer. Over collectieven en subsets, over hun onderlinge verhouding, over hun conditie voordat het virus uitbrak, over alledaagse toegang tot zorg, over voedselvoorziening, over humanitaire bejegening. En juist daar hebben we het weinig over.

Wie meldt zich ziek in een dictatuur? De kans dat je gevangengezet wordt, is groter dan de kans dat je een ziekenhuisbed en zorg krijgt. Wie meldt zich ziek in een vluchtelingenkamp? Daar zijn veel mensen systematisch verzwakt en ondervoed, daar zijn geen dokters, medicijnen of hospitalen. Wie meldt zich ziek als daarna straf dreigt? Wie meldt een zieke medepassagier op een schip, trein of vliegtuig als daarna niemand het voertuig mag verlaten, wat vooral het risico voor alle andere inzittenden ernstig vergroot?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Exportvergunning nodig voor wetenschappelijke publicaties over dodelijke virussen

NIEUWS - Rechtbank beslist dat er voor wetenschappelijke publicaties over dodelijke virussen in internationale media een exportvergunning nodig is op grond van een Europese verordening tegen bioterreur. Wetenschapper stelt dat hiermee wetenschappelijke vrijheid in het geding is.

Het ministerie van Economische Zaken verbood publicatie in het blad Science van Nederlands onderzoek omdat de informatie door terroristen kan worden misbruikt. Na lang internationaal getouwtrek kreeg de wetenschapper alsnog ontheffing. Het Erasmus MC wilde daarna een principiële uitspraak over de vraag of dat verbod juridisch juist was: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is immers uitgesloten van de verordening

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Virussen helpen elkaar

COLUMN - Wanneer ergens een nieuwe ziekte opduikt, willen onderzoekers dat uiteraard zo snel mogelijk weten. In het verleden (denk aan de ‘Mexicaanse griep’) zijn wat dat betreft pijnlijke lessen geleerd. Toen duurde het maanden voordat het duidelijk was dat het écht om een nieuwe griepvariant ging – maanden van verwarring en stijgende zorgen. De WHO heeft toen een nuttige les geleerd en sindsdien zijn er uitgebreide waarschuwingssystemen opgezet om emerging diseases snel te detecteren en het onderzoek naar tegenmaatregelen zo snel mogelijk op te starten.

De bestrijding van de ebola-uitbraak van vorig jaar is wat dat betreft een mooi voorbeeld. Men was er vroeg bij, en afgelopen jaar is er ook een vaccin ontwikkeld. Maar het gaat niet altijd zoals het hoort.

Dat leerde de uitbraak van zika, een vorm van koorts veroorzaakt door een virus dat verspreid wordt door muggen. De ziekte komt oorspronkelijk uit Afrika en dook vier jaar geleden op in Frans-Polynesië. Twee jaar geleden dook ze op in Zuid-Amerika. Op dat moment (zeg maar, toen de ziekte de VS naderde) sprongen vele lichten op rood. Zika stond bekend als een betrekkelijk onschuldige ziekte, maar in noordwest Brazilië ging de komst van de ziekte gepaard met een sterke toename van het aantal meldingen van microcephalie (een te klein hoofd) bij pasgeborenen.

Foto: Phil Moyer (cc)

Ebola: transmissie en therapie

Sinds dit artikel over de huidige uitbraak van het ebolavirus op Sciencepalooza verscheen, zijn de problemen alleen maar groter geworden. Het aantal besmettingen en doden neemt toe en de getroffen maatregelen lijken geen effect te hebben. Is er reden om ons extra zorgen te maken?

It’s Airborne!

Outbreak, Contagion: Hollywood heeft redelijk succesvol dramatische beelden in onze hoofden geplant van infectieziekten die zich via de lucht onhoudbaar over de wereld verspreiden. Kan dat ook gebeuren met het ebolavirus, dat nu slechts door lichaamsvloeistoffen (bloed, braaksel, faeces, zweet en waarschijnlijk ook sperma) wordt overgedragen?

Allereerst, het ebolavirus is een RNA-virus. Deze soort heeft het enzym RNA-polymerase nodig om zich te vermenigvuldigen. Dit enzym is van nature erg slordig en maakt vele mutaties per replicatiecyclus. In Amerikaanse media wordt (zelfs door wetenschappers) de mogelijkheid geschetst dat als het ebolavirus de juiste mutaties ondergaat, het zich mogelijk via aerosolen in de lucht kan verspreiden, zoals mazelen of influenza.

Maar pas op: in de vorige zin zit het venijn in de woorden ‘als’ en ‘juiste’. Zo lang als wetenschappers virussen bestuderen, heeft een virus dat van mensen naar mensen wordt overgedragen er nog nooit voor gekozen om een andere route te kiezen. Virussen bestaan al duizenden jaren in mensen, dieren en insecten en hebben een veel langere evolutionaire weg afgelegd dan dat wij kunnen – en vaak willen – zien. Bij HIV, hepatitis en influenza heeft er nog nooit een transmissie-switch plaats gevonden, ondanks het feit dat zij al eeuwen door de menselijke populatie gaan. Ook bij de H1N1-influenzaepidemie in 2009, waar de overdracht van dier naar mens en later van mens ging, veranderde de methode van overdracht niet.