Feniks van de wraak
COLUMN - ‘Je bent ook zo mooi, het is onmogelijk je te weerstaan,’ roept de boze minnaar uit, nadat een van zijn zakenpartners zijn scharrel heeft verkracht. Het is het klassieke excuus van elke verkrachter: ik kon er niks aan doen, het is haar schuld, zij bracht me buiten zinnen – en die dooddoener wordt hier klakkeloos overgenomen door een tweede man, die eigenlijk zijn kompaan een ongenadige klap voor zijn bek had moeten verkopen, omdat die zijn macht vies heeft misbruikt.
Tot dan was Revenge een klassieke male gaze film: zo eentje waarbij de camera zich omstandig verlustigt aan een vrouw, en de stand-in wordt van de hand van de begerige toeschouwer. Die mannelijke blik wordt in Revenge uitvergroot: in een eerdere scene werd Jen al met een verrekijker in close-up bekeken – door de zakenpartner, die op dat moment nota bene twee meter verderop zat.
Jen wordt aanvankelijk als een Lolita gesitueerd, met zonnebril en lolly en al. Maar wanneer ze uit die rol valt en de zakenpartner afwijst, kantelt het verhaal pardoes: er gebeurt precies wat elke vrouw vreest wanneer ze een man afwijst. Hij toont haar dat ze dat recht niet heeft: hij verkracht haar. Als je zo verleidelijk bent, heeft hij immers recht op seks met je, en zo niet, dan herstelt hij zijn dominantie per verkrachting. Zakenpartner twee ziet het gebeuren, keert zich om en loopt weg. Niet zijn probleem. Dat komt ervan als je zo sexy bent.