KRAS | Zuivere wetenschap

Wanneer je als hoogleraar bent aangesteld aan een Nederlandse universiteit, verlies je het recht om politiek gevoelige uitspraken te doen. Dat vindt - u raadt het al - iemand van de PVV die zich gestoord heeft aan een prof (Paul Frissen) die iets lelijks over de PVV gezegd had. Nu zijn er ook rechtse proffen (wijlen Bob Smalhout comes to mind), maar die zeggen zinnige dingen, dus dan is het niet politiek gevoelig. Dit hadden we allemaal kunnen voorkomen als we de hoogleraren lekker in hun ivoren toren hadden laten zitten. Maar nee hoor, al enkele decennia hameren we erop dat ze maatschappelijk relevante wetenschap moeten bedrijven. Als de PVV aan de macht komt, mogen we dus verwachten dat hoogleraren weer hun wereldvreemde gang mogen gaan. Degenen die het niet kunnen laten, moeten dan maar de politiek in gaan, zoals professor Pim.

Door: Foto: Opgelet, onderstaande tekst kan sporen van ironie bevatten
Foto: Opgelet, onderstaande tekst kan sporen van ironie bevatten

KRAS | Arbeiderszelfbestuur

Ophef aan de UvA. Wanneer u buiten Amsterdam woont, moet u waarschijnlijk nu al grinniken, maar goed, daar vinden ze het belangrijk en het is tenslotte ons aller belastinggeld dat ze er doorheen jassen met hun Maagdenhuis, dus laten we ons er toch even in verdiepen. Het punt is dit: ze krijgen daar een nieuwe baas en sommige personeelsleden (en bijbehorende studenten) eisen inspraak. In de rest van het land geldt arbeiderszelfbestuur als ouderwets, maar aan de UvA niet.

Het interessante is dat die personeelsleden dit ‘democratie’ noemen. Ze voelen zich zodanig eigenaar van de universiteit dat ze zichzelf als doorslaggevende stakeholders beschouwen. Het ministerie van onderwijs denkt daar namens een ander deel van Nederlandse democratie anders over en houdt graag via een Raad van Toezicht grip op de gang van zaken. De bottom line is deze: als er een prutser aan het roer van de UvA komt, wiens schuld moet dat dan zijn: van de docenten of van de RvT?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Onderscheid salaris Amerikaanse wetenschappers bizar groot

Een universiteitsprofessor met vaste aanstelling (’tenure’) verdient in de VS een veelvoud van het salaris van een universitair docent met vergelijkbare ervaring en opleiding, terwijl de werkdruk voor de laatste aanmerkelijk hoger ligt.

NBC komt met voorbeelden die je met de ogen doen knipperen.

Take Kip Lornell: He’s been teaching ethnomusicology at George Washington University since 1992, has his Ph.D., and has published 14 books. As a regular part-timer, his course load is limited to three classes plus service work, for which he receives $23,000 per year. “Those are poverty wages,” he said.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ex oriente nox

Het licht komt uit het oosten, zegt men, maar de duisternis zet er ook wat vroeger in. Zesentwintig van de zestig Japanse universiteiten hebben aangekondigd dat ze sterk zullen bezuinigen op hun faculteiten geestes- en sociale wetenschappen, of deze helemaal zullen opheffen. Tot de universiteiten die geen gehoor zullen geven aan de oproep van het ministerie om wat nuttigers te gaan doen, behoren die in Tokyo en Kyoto. Ik vrees echter dat zij het avondrood vormen in het land van de ondergaande zon.

Ik vrees verder dat Nederland het voorbeeld gaat volgen en dat het ook in andere landen minder wordt. Overal op deze wereld hebben de geesteswetenschappen immers álles gedaan om hun belang te verbergen. 

Voor het goede begrip: de overdracht van informatie is een van de drie door de wetgever aan de universiteiten opgedragen taken. (De andere zijn onderwijs en onderzoek.) Hier zijn enkele voorbeelden van de wijze waarop de geesteswetenschappers hun licht onder de korenmaat houden, ontleend aan mijn vakgebied, de oudheidkunde:

  • De afwezigheid op het internet. Of het nu gaat om een specifiek onderwerp als Sokrates of een wat algemener thema als de taalkunde: de inzichten worden niet gedeeld waar u ze zoekt. Over veel onderwerpen vindt u nu vooral wat politiek activisten en religieus fundamentalisten verspreiden.
  • Zelfs als we de lat laag leggen en zouden veinzen dat in de eenentwintigste eeuw voorlichting nog zou kunnen bestaan uit boeken, valt op dat de meest voor de hand liggende thema’s niet worden belicht. Goede geschiedenisboeken over het Romeinse Rijk of de Perzische Oorlogen ontbreken. De markt, die er wel degelijk is, is inmiddels in handen van kwakhistorici.
  • Ons Romeinse verleden wordt steeds meer opgehangen aan het thema van de limes, die de oude kapstok van “Claudius Civilis en de Batavieren” vervangt. Dat is een verbetering, maar geen oudhistoricus, geen archeoloog legt u uit hoe. Het gevolg is dat men in de 368 gemeentes in Nederland zonder limes-erfgoed het project beschouwt als speeltje van projectontwikkelaars.
  • We hebben nog altijd redelijk goede musea. Maar toen Halbe Zijlstra sneerde dat hij niet wist wat hij aan moest “met musea vol opgegraven potten en pannen”, was er geen archeoloog die de moeite nam uit te leggen dat die musea de empirische basis tonen van het goed-liberale idee van de menselijke vooruitgang.
  • De voorlichting groeit niet mee met het steeds hoger opgeleide publiek. Er is geen enkele uitleg over bijvoorbeeld geschiedtheorie. Voor een uitleg van de hermeneuse moet u zijn bij de theologen, want classici en oudhistorici vinden dat u niet hoeft te weten wat hun vak tot wetenschap maakt.
Foto: SP (cc)

Studenten en keuzevrijheid

Als ik kijk naar mijn studententijd, dan besef ik me hoeveel keuzevrijheid ik had. Ik ben begonnen met studeren in 1999 en heb acht jaar over mijn studie gedaan. Dat was een keuze die ik kon maken.* Ik ben vroeg in mijn studie actief geworden bij verschillende studentenorganisaties, en merkte al snel dat ik daar minstens zo veel leerde als tijdens mijn studie. Ik koos daarom om een dozijn internationale studentenconferenties op mijn vakgebied te bezoeken en er een paar te organiseren, om actief te zijn in de studentenbeweging, om verschillende studentenorganisaties te besturen, om aan statuten te schrijven en om hoofdredacteur te zijn van een verenigingsblaadje.

Ook had ik veel keuze binnen mijn studie. Om, enkele verplichte werkgroepen uitgezonderd, wel of niet op college te verschijnen. Ik had de keuze om zelf mijn eigen scriptieonderwerp te kiezen, en dat helemaal vorm te geven naar mijn eigen wensen en interesses. Ik had bijna een volledig studiejaar aan vrijekeuzeruimte (39 van de 42 studiepunten die een jaar toen telde). Zolang ik beargumenteerde waarom een bepaald vak (van welke studie dan ook) voor mij nuttig en relevant was, kon ik volgen wat ik wilde.

Al deze keuzevrijheid is grotendeels verdwenen voor de meeste studenten van nu, tot mijn spijt. Veel opleidingen kennen een strenge aanwezigheidsplicht, en veel studies hebben een bindend studieadvies. Er is een harde knip tussen de bachelor en de master, dus een leuk mastervak ‘er bij’ volgen tijdens de bachelor is verboden. Studenten moeten vaak binnen een bepaalde tijd hun vakken halen anders vervallen de studiepunten, dus vakken erbij doen is sowieso iets dat wordt ontmoedigd. De vrije ruimte is daarnaast danig ingeperkt, vergeleken met toen ik studeerde. Wat er nog is, is vaak gegoten in een systeem van minors, waarbij studenten een hapklaar pakket van 30EC kunnen kiezen. Scriptieonderwerpen zijn bij veel studies niet meer vrij, maar dienen de onderzoekslijn van de opleiding te volgen of gekozen te worden van een lijst met onderwerpen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Truus, Bob & Jan too! (cc)

Wetenschap een falend systeem?

COLUMN - Universiteiten hebben twee taken: het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs. Beide hebben problemen. Allereerst maar eens dat onderzoek. Veel burgers en politici denken dat wetenschappers gedreven door nieuwsgierigheid op zoek zijn naar de waarheid. Als wetenschappers genoeg geld krijgen, lossen ze maatschappelijke problemen vanzelf op.

De werkelijkheid is anders, erg anders. Natuurlijk levert de wetenschap een niet te onderschatten bijdrage aan de maatschappelijke vooruitgang. Onze wereld is zonder wetenschap volstrekt onvoorstelbaar. Maar wetenschap biedt geen absolute zekerheid en tussen wetenschappers bestaat veel onenigheid. Aan het front van de wetenschap woedt een felle strijd tussen wetenschappers met verschillende ideeën en vooral ook verschillende belangen. Het betekent dat wetenschappers complexe maatschappelijke kwesties – klimaatverandering of schaliegasboringen – helemaal niet kunnen oplossen. Ze kunnen alleen een bijdrage aan de discussie leveren. Politici en burgers moeten daarna zelf de argumenten wegen. Dat is even wennen.

Prestatiedruk

Deze rommelige gang van zaken is mede ontstaan door de ‘economisering’ van de wetenschap. Wetenschappers zijn gewone mensen wier salaris en carrière afhangen van hun wetenschappelijke prestaties. Met die resultaten proberen ze beurzen te krijgen of vaste banen te verwerven. Dat leidt als vanzelf tot publicatiedruk. Die nog eens wordt verzwaard door het idee dat de kwaliteit van wetenschappers te meten valt via het aantal publicaties en bovenal door de tijdschriften waarin die publicaties verschenen zijn. Dit is een aantrekkelijke veronderstelling omdat het wetenschappelijke kwaliteit reduceert tot een paar getallen, en daar zijn managers dol op. Niets is echter minder waar. Het resultaat is namelijk dat wetenschappers veel artikelen publiceren. Héél véél. Nederlandse wetenschappers schreven in 2011 mee aan meer dan 70.000 artikelen. Maar zit de maatschappij te wachten op al die stukken? Het afrekenen op aantallen gepubliceerde artikelen, plus de persoonlijke carrièremotieven van wetenschappers, zet de kwaliteit onder druk. Het levert veel matige, oninteressante, soms slechte, en een enkele keer zelfs frauduleuze publicaties op die de wetenschap niet dienen, maar die onderzoekers nodig hebben om te overleven. Fraudegevallen zoals Diederik Stapel zijn geen unieke excessen, maar symptomen van een falend systeem.

Foto: Ameel Khan (cc)

Promovendi moeten ook buiten universiteit werken

OPINIE - Afgelopen zaterdag stelde Koen Beumer in de Volkskrant de vraag wat een promovendus nu eigenlijk voor nuttigs leert. Innovatiewetenschapper Frank van Rijsnoever denkt het antwoord te hebben. Promovendi moeten de ivoren toren uit en hun hersenen ter beschikking stellen aan het bedrijfsleven.

Koen Beumer stelt terecht aan de orde dat een promotie vaak slecht aansluit op de niet-academische arbeidsmarkt. Dit is niet alleen een probleem voor de promovendi zelf, maar ook voor de samenleving. Veel wetenschappelijke inzichten die tijdens een promotietraject ontwikkeld worden verschijnen enkel in wetenschappelijke tijdschriften die gelezen worden door andere wetenschappers. Hierdoor blijft de maatschappelijke investering in kennis (zo’n twee tot drie ton per promotietraject) onderbenut. De oplossing voor beide problemen ligt zeer voor de hand. Laat promovendi naast hun werk aan de universiteit ook één of twee dagen per week bij een bedrijf of maatschappelijke organisatie aan de slag gaan.

Voordelen

Deze oplossing kent voordelen voor iedereen. Ten eerste hebben promovendi baat bij het werken buiten de universiteit. Universiteiten zijn heel goed in het creëren van menselijk kapitaal door masteropleidingen en promotietrajecten. Het ontbreekt echter vaak aan belangrijke vaardigheden en aan een goed netwerk. Beiden zijn nodig om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Universiteiten proberen deze gebreken te ondervangen door ad-hoc trainingen en workshops aan te bieden. Dit werkt alleen als je die vaardigheden ook toepast. Dat toepassen kan het beste in een omgeving waar die vaardigheden relevant zijn, en dat is buiten de universiteit.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Truus, Bob & Jan too! (cc)

Ontslag voor wetenschappers is geen enkeltje Auschwitz

OPINIE - Op donderdag 19 september verscheen er een open brief in de media, afkomstig van zes stafleden van de faculteit Geesteswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. De hoogleraar en docenten wonden zich op over het feit dat ze bij een reorganisatie hun functie kwijt gaan raken en dat ze op korte termijn in een re-integratietraject geplaatst worden. Hun nieuwe functietitel is daardoor niet langer “docent”, maar “herplaatsingskandidaat” of, kortweg, HPK.

De kwestie staat helaas niet op zichzelf. Universiteiten kampen al jaren met dalende financiering en stijgende studentenaantallen, waardoor bezuiniging op bezuiniging gestapeld wordt. En aangezien managers de dienst uitmaken in de academische wereld en marktdenken de norm is, zijn minder rendabele opleidingen en afdelingen logischerwijs de eerste en meest voor de hand liggende slachtoffers. Dat lijkt in deze zaak het geval. De stafleden in kwestie houden zich allen bezig met het bestuderen van Scandinavische talen, wat een cynicus zal doen verzuchten dat het nutteloos is om hier geld aan te besteden en dat wetenschappers zich beter kunnen bezighouden met onderzoek waar we ook daadwerkelijk iets aan hebben.

Ik ben het niet eens met de cynicus. Kleine wetenschappelijke afdelingen hebben ook – en misschien wel juist – bestaansrecht. Sterker nog, een universiteit waar alleen praktisch, toegepast onderzoek wordt gedaan, veronachtzaamt een belangrijk deel van haar maatschappelijke functie en concurreert voornamelijk met HBO-opleidingen. Nu zijn zowel toegepast onderzoek als HBO-opleidingen een vitaal element van de Nederlandse samenleving, en het onderwijssysteem in het bijzonder, maar datzelfde geldt voor afdelingen die zich bezighouden met onderzoek dat niet direct in klinkende munt om te zetten is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Parlementair onderzoek, alsjeblieft

OPINIE - Een parlementair onderzoek naar het functioneren van hoger onderwijsinstellingen zou een eerste stap kunnen zijn in het voeren van een discussie over hoe we de wetenschap (opnieuw) moeten inrichten.

1.
Ik heb al vaker geschreven dat onze universiteiten niet langer voldoen aan de verwachtingen die we er redelijkerwijs van mogen hebben. Dat ik er opnieuw over schrijf, is omdat het opnieuw mis is: de Groningse Rijksuniversiteit heeft de hoogleraar criminologie Patrick van Calster op non-actief gesteld terwijl de universiteit waar hij is gepromoveerd, de Brusselse Vrije Universiteit, hem de doctorstitel ontneemt. Volkskrantjournalist Martijn van Calmthout twitterde gisteren dat er vandaag nóg een Vlaams-Nederlandse fraudezaak zal worden onthuld. Gisteren was Karima Kourtit van de Amsterdamse Vrije Universiteit in het nieuws.

Drie dagen, drie kwesties. En iedereen kent de oudere gevallen: Peter RijpkemaDirk SmeestersDon Poldermans en Diederik Stapel, waarbij we Roos Vonk dan maar het voordeel van de twijfel zullen geven, Ernst Jansen Steur zullen typeren als een medische aangelegenheid en Mart Bax zullen beschouwen als verjaard. De lijst opzichtig falende onderzoekers begint verontrustend lang te worden en het ergste is detrieste voorspelbaarheid van de affaires.

Het imago van de wetenschap wordt inmiddels meer bepaald door fraude- en fraudeachtige zaken dan door wat wél goed gaat. U bent vermoedelijk vergeten hoe de ontdekker van het grafeen heette, hoewel de goede man de Nobelprijs won, maar u weet allemaal wie Diederik Stapel is.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende