“De Kamer wil een einde aan aparte inburgeringsklassen voor mannen en vrouwen. Dat gescheiden klassen veel effectiever zijn, is kennelijk onbelangrijk.”
Zo opent dr. Rogier van ’t Rood, docent internationale pedagogische vraagstukken aan de Universiteit Utrecht, zijn opiniestuk over gescheiden inburgering in het NRC Handelsblad afgelopen week. Hij schrijft dit naar aanleiding van een uitspraak van een meerderheid van de Tweede Kamer.
In het opiniestuk omschrijft deze expert hoe het verbieden van gescheiden inburgering het – op zichzelf uiteraard terechte – doel naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen voorbijstreeft, zelfs in zijn eigen staart bijt. Om problemen bespreekbaar te maken (zoals de achterstand van vrouwen in sommige allochtone gemeenschappen of seksuele mishandeling), om vrouwen zelfstandig(er) te maken en om gelijkheid te bevorderen, zo betoogt van ’t Rood, is het juist wenselijk om soms in gescheiden groepen inburgering te organiseren. Ik vind zijn argumentatie overtuigend en ben dat met hem eens. Gescheiden inburgering is geen doel op zich, maar als het doel van inburgeren hiermee soms gediend is: doen!
Jammer genoeg heeft de PvdA-Minister van Integratie zijn eerdere standpunt – dat gescheiden inburgering positief kan zijn – verlaten. Zoals voormalig minister Vogelaar zeer terecht opmerkt, maakt de PvdA hiermee een knieval voor de onderbuik. Niet langer wat werkt, maar wat de politiek denkt te moeten doen om te voldoen aan de – vermeende – wensen van ‘het volk’ staat centraal.