COLUMN - Aan The Daily Show is sinds het vertrek van Jon Stewart ogenschijnlijk niets veranderd. Opvolger Trevor Noah hield het vertrouwde format aan: een politiek item, satirische nieuwsreportages, plus een gast. Net als Stewart verbindt Noah alles met korte reflecties of anekdotes. De rode draad is de onderliggende vraag: ‘Vindt u dat nou écht?’ Politici worden geconfronteerd met oud beeldmateriaal waarin ze totaal iets anders beweerden dan nu, extremistische gasten krijgen hun vermeende gelijk uitvergroot terug geserveerd. Het is dertig minuten lang media-onderzoek: hilarisch en leerzaam.
Toch heeft de show een gedaanteverandering ondergaan sinds Jons vertrek.
Stewart is een middelbare Joodse man, gepokt en gemazeld in het politieke debat, die zijn identiteit vooral gebruikte om aggenebishe grappen over zijn eigen onvermogen te maken. Noah is een jonge komiek, een Zuidafrikaan van gemengde afkomst, die zijn persoonlijk leven gebruikt om politiek te illustreren. ‘Wij konden door de rassenwetten niet als gezin over straat lopen. Mijn vader liep aan de overkant van de straat met ons op. Soms zwaaide hij naar me, en wanneer mijn moeder politie zag naderen, liet ze snel mijn hand los. Ik was haar hete aardappel, het bewijs van haar strafbaarheid.’
Met Noah is The Daily Show van kleur verschoten. Niet dat Stewart ooit iemand discrimineerde, al zette hij zichzelf graag neer als een goedbedoelende, maar licht ouderwetse man. Maar echte diversiteit zien we pas nu: in elke aflevering trekken mannen en vrouwen van allerlei pluimage aan ons voorbij.