Een flinke kiesdrempel, harde maatregelen tegen afsplitsende Kamerleden, een districtenstelsel, zelfs een vorm van 'stemexamen': vanuit de Haagse torens klinken regelmatig ingrijpende voorstellen om het huidige democratische systeem te verbeteren. Want de democratie in Nederland, die functioneert niet meer. En anderzijds borrelen er vanonder op allerlei voorstellen voor directe democratie, met als voornaamste voorbeeld het bindend referendum. De burger beslist! Dat ze ze leren, daar in Den Haag! Het is allemaal onzin, vindt politicoloog Tom van der Meer. Het zijn allemaal lapmiddelen, vaak nog erger dan de kwaal. En wat die kwaal betreft: er is niks mis met de democratie in Nederland. Integendeel, in alle internationale onderzoeken staan we zo'n beetje bovenaan. En volgens Van der Meer zijn alle politicologen het hierin met hem eens. Probleem is alleen dat niemand naar hen luistert.
Onze democratie verkeert in een crisis. Dat vinden de haantjes boven in het hok en dat vinden de kippen. En als je ze allemaal hoort kakelen, lijkt het net alsof er écht iets aan de hand is. Het probleem is alleen dat beide kampen het over een heel andere crisis hebben. De politiek is beducht voor het populisme en voor het feit dat er geen echt grote middenpartijen meer zijn. Kort gezegd: als de PVV buitenspel blijft staan, is er straks een verdomd brede coalitie nodig om tot een meerderheidskabinet te komen. Vandaar de roep om zaken als een kiesdrempel – dan kunnen we, zo hopen politici, terug naar de goede oude tijd waarin twee, drie partijen voldoende waren voor een meerderheid in beide kamers.