De tirannie van verdienste

De meritocratie moest een correctie zijn op de privileges van een rijke, aristocratische elite. Nu bedreigt een nieuwe, hoog opgeleide elite de democratische verhoudingen. Eind jaren vijftig publiceerde de Britse socioloog Michael Young een boek onder de titel The rise of the Meritocracy. Hij reageerde op de onderwijspolitiek van de Britse Labourpartij die de klassenmaatschappij wilde doorbreken met een sociale ordening op basis van talent. Young schreef een dystopie over de gevolgen die dit streven zou hebben in jaren dertig van de 21e eeuw. Zijn verhaal loopt uit op een opstand van de onderklasse van ongediplomeerden tegen de hoog opgeleide elite. De waarschuwing, die in zijn als satire begrepen boek besloten lag, werd niet gehoord. Met New Labour herhaalde Tony Blair rond de eeuwwisseling de boodschap uit de jaren vijftig: 'Wij geloven dat mensen in staat moeten zijn om op te klimmen op grond van hun talenten en niet op basis van hun afkomst of privileges.' In The Guardian reageerde de inmiddels 85-jarige Young met ontsteltenis. Het leek er op of zijn voorspelling ging uitkomen. 'Ik verwachtte dat de armen en de achtergestelden de pineut zouden worden, en dat blijkt ook zo te zijn. (...) Het is nogal zwaar om in een samenleving die zozeer hecht aan de verdienste te worden weggezet als iemand die het daaraan ontbreekt. Nog nooit eerder werd een onderklasse in moreel opzicht zo radicaal moreel uitgekleed.' We zijn nu weer twintig jaar verder. De Amerikaanse politicoloog en ethicus Michael Sandel doet in zijn recent verschenen De tirannie van verdienste; over de toekomst van de democratie een nieuwe poging om het besef te laten doordringen dat de meritocratie een gevaar is voor de democratie. In elk geval in de VS.

Quote du Jour | Hoe links in Oost-Europa de massa verloor

Na de val van het communisme groeide in Oost-Europese landen de sociale ongelijkheid. Linkse partijen volgden westerse neoliberale economische recepten en verloren zo een belangrijk deel van hun potentiële aanhang aan populistisch rechts.

Op basis van een recent boek van Kristen Ghodsee en Mitchell Orenstein, Taking Stock of Shock; social consequences of the 1989 revolutions, stelt Sheri Berman op Social Europe dat de steun voor de PiS in Polen en Fidesz in Hongarije het gevolg is van een kritiekloos overnemen van neoliberalisme in de jaren negentig met economische gevolgen die vergelijkbaar zijn met de Great Depression.

Foto: CIFOR (cc)

Veenbrand

RECENSIE - Smeulende kwesties in een welvarend land. ‘De politiek kijkt veel weg en te weinig vooruit.’

Na oudgediende Herman Tjeenk Willink roept nu ook de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Kim Putters (1973) de politiek op verder te kijken dan de waan van de dag en serieuzer aandacht te besteden aan dieperliggende maatschappelijke kwesties. Kwesties, die, in de ogen van Putters, als een veenbrand de huidige Nederlandse samenleving bedreigen. Terwijl in Tjeenk Willinks Groter denken, kleiner doen de nostalgie naar de verzorgingsstaat van halverwege de vorige eeuw nog duidelijk doorklonk lijkt Putters meer gericht op de toekomst. Hij zet met verwijzing naar de onderzoeken van het SCP grote maatschappelijke veranderingen centraal die van overheid en politiek onvoldoende aandacht krijgen.

Putters functie maakt het misschien wat lastig om al te uitgesproken politieke standpunten te ventileren. Hij kiest daarom voor nogal algemene bewoordingen en vermijdt zoveel mogelijk de associatie met concrete standpunten van politieke partijen. Maar zijn boodschap is duidelijk genoeg en die geldt eigenlijk voor alle partijen: negeer niet langer smeulende kwesties die samenhangen met grote maatschappelijke veranderingen, ontwikkel een maatschappijvisie en zet lijnen uit naar een toekomst die verder ligt dan de eerstvolgende verkiezingen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Energietransitie leidt tot nieuwe tweedeling

De valkuil waar we niet in moeten trappen, is volgens Patrick Hoogenbosch, sociaal ondernemer in het Arnhemse Spijkerkwartier dat de energietransitie een technisch verhaal over energie wordt. Hij waarschuwt:

‘De energietransitie gaat niet slagen als alle aandacht naar de techniek gaat in plaats van naar de sociale dimensie. Je moet de energietransitie gebruiken om de problemen van mensen op te lossen. Een vochtige woning bijvoorbeeld, waardoor mensen meer moeten stoken. Maar denk ook aan problemen als fijnstof, hittestress, wateroverlast, vergrijzing, het tekort aan technisch personeel, vereenzaming en de zorg die onbetaalbaar wordt. Dáárover moet je met ze in gesprek. Er zit veel opgekropte frustratie, zeker in de minder welvarende buurten; die moet je aanpakken.’

De contouren van de ‘energiearmoede’ zijn al zichtbaar.

Arme huishoudens betalen ruim 5 procent van hun inkomen aan gas en stroom, voor de rijkste 10 procent huishoudens is dat maar 1,5 procent. Volgens energiebedrijf Essent zijn 750.000 huishoudens momenteel niet in staat de energierekening te betalen. Als er niets verandert, gaat op termijn 17 procent van het budget van laagbetaalden op aan energie, blijkt uit onderzoek van CE Delft in opdracht van Milieudefensie, de Woonbond en FNV.

[Een nieuwe tweedeling dreigt bij de energietransitie

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Alsjeblieft geen nieuwe verhalen om burgers voor Europa te winnen

Please, not a new narrative! That would be stupid! To cut it short: what Europe needs is credibility, not a new narrative. Europe has to deliver. The only really convincing narrative is: politicians, managers, civil servants, trade unionists, NGO representatives, clerics – all the people who appear in the media and public as part of the decision-making process in democratic societies must say what they intend to do and do what they say.

Foto: FaceMePLS (cc)

Mengen van buurten bestendigt ongelijkheid

ONDERZOEK - Sociale huurwoningen slopen en vervangen door koopwoningen, zorgt niet automatisch voor contact tussen de beter en minder bedeelde Nederlanders. Laat staan tot een uitwisseling van hulpbronnen. Het bewijs voor een buurteffect op de perspectieven van bewoners is flinterdun, vond Emily Miltenburg.

Als iedereen in een buurt overdag werkloos thuis zit, denk je dat dat normaal is. Andersom zou een groter aandeel werkende buren juist positief uitpakken: goed voorbeeld doet volgen. Bovendien leveren deze werkende buren hulpbronnen en informatie over banen. Waarmee mogelijk de arbeidsperspectieven van de kansarmere bewoners verbeteren. Tenminste, dat is een van de veronderstellingen achter sociaaleconomische buurtmenging: de buurt waar iemand woont, structureert het dagelijks leven en beïnvloedt de arbeidsmarktperspectieven.

Het geloof in deze buurteffecten heeft ingrijpende gevolgen gehad. In het bekende Vogelaarwijkenbeleid werden sociale huurwoningen gesloopt om plaats te maken voor koop- en huurwoningen voor de economische middenklasse. Bepaalde minder bedeelde mensen werden in dit zogenaamde stadsvernieuwingsbeleid gedwongen om te verhuizen, al dan niet naar welvarendere buurten. Maar bestaan die buurteffecten eigenlijk wel echt?

Onderzoek naar effect van buurt op arbeidsperspectieven

De meeste wetenschappelijke studies over buurteffecten op economische stijgingskansen van bewoners gaan ervan uit dat de buurt evenveel invloed heeft op verschillende bewoners van die buurt. Dat is echter helemaal niet aannemelijk, aangezien de verwachting is dat die invloed van de buurt via rolmodellen en hulpbronnen van buren geschiedt. Via contact met buren dus. En dat is niet voor elke buur hetzelfde. Het is daarom belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende groepen op wie de buurt naar verwachting een ander effect zou hebben.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onderwijs houdt ongelijkheid in stand

Meer mensen volgen meer typen onderwijs. Je zou dan ook zeggen dat het onderwijsbestel toegankelijker is geworden.  Maar nee, steeds meer jongeren verlaten school zonder diploma. Een verstandig overheidsbeleid zou die uitval kunnen voorkomen, zegt Leo Lenssen. Dat is beter dan het streven naar de top.

Uit mijn onderzoek blijkt dat sociale herkomst in Nederland nog altijd een belangrijke voorspeller is voor iemands onderwijssucces en latere loopbaan. Dat komt doordat het onderwijsbestel wordt gekenmerkt door een sterke stratificatie. Het onderscheid tussen beroepsonderwijs en algemeen vormend onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol. Anders geformuleerd: in het Nederlandse onderwijsbestel is het principe van toegankelijkheid in de praktijk ondergeschikt aan andere doelstellingen, zoals die van selectie en toewijzing. Onderwijs draagt daardoor bij aan consolidatie van sociale verhoudingen en aan de barrières tussen sociale klassen.

Ongeorganiseerde onderwijs gaf wel kansen
Het onderwijsbestel is de uitkomst van een sociale en politieke strijd van maatschappelijke partijen, onderling en met de overheid over het ‘eigendom’ van het onderwijs. Voor de Mammoetwet was er niet zozeer sprake van een coherent bestel, maar eerder van een ‘stel scholen.’ Diverse schooltypen en onderwijsvoorzieningen bestonden onafhankelijk van elkaar en waren niet systematisch op elkaar afgestemd. Daarnaast was er een onsamenhangend aanbod aan avond- en bedrijfsopleidingen, vaak met eigen examens en diploma’s. Het systeem, voor zover daarvan sprake was, werd gedomineerd door het particulier initiatief en leidde in de praktijk veelal tot bevestiging van de bestaande sociale en maatschappelijke verhoudingen. Omdat een strenge overheidsregulering ontbrak, bood dit stelsel, zij het incidenteel, kansen aan het individu om een eigen onderwijsloopbaan uit te stippelen. Die situatie pakte niet altijd ongunstig uit voor mensen in achterstandssituaties. Dat is minder merkwaardig dan je geneigd bent te denken. De ‘hindermacht’ die het onderwijsbestel had, was namelijk ook beperkt. Hoewel sociale en culturele factoren een belangrijke rol speelden bij het verloop van iemands onderwijsloopbaan, bood de gebrekkige sturing tegelijkertijd mogelijkheden aan het individu om zijn eigen pad uit te stippelen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Sociale polarisatie, wat doen we eraan?

OPINIE - Maatregelen gericht op het verminderen van sociale polarisatie zijn volgens topambtenaar Bernard ter Haar (directeur-generaal sociale zekerheid en integratie op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) verre van kansloos.

Een samenleving heeft samenhang nodig om te kunnen functioneren. Mensen moeten iets met elkaar hebben, elkaar iets gunnen, elkaars belangen kunnen inzien, om met elkaar te kunnen overleggen en ook de eigen belangen te kunnen behartigen. Dat noemen we sociale cohesie.

Maakt geld gemeen?

ONDERZOEK - Sociaal psycholoog Paul Piff doet onderzoek naar hoe mensen zich gedragen als ze zich rijk voelen. In een experiment met het spel Monopoly, kregen ‘rijke’ spelers 2x zo veel geld aan het begin, kregen 2x zo vel salaris bij het passeren van ‘start’ en mochten ze met twee dobbelstenen gooien in plaats van één.

Gevraagd naar hun ervaringen na afloop verklaarden de ‘rijke’ spelers hun succes vooral op basis van het eigen beslissingen. Daarbij vergaten ze dat ze in een sterk bevoorrechte positie aan het spel begonnen. Andere experimenten laten vergelijkbaar gedrag zien.

Het gedrag van bankiers die vinden dat ze niks verkeerds hebben gedaan, de afgunst ten opzichte van ontvangers van (bijstands)uitkeringen en de bereidheid om minder bedeelden te helpen kunnen met deze onderzoeksuitkomsten goed worden verklaard. Armoede is niet alleen een economisch, maar ook een sociaal probleem.

De participatiesamenleving lijkt doel op zich te worden

De participatiesamenleving moet de economie weer vlot helpen trekken. Maar is de economie er voor ons, of zijn wij er voor de economie?

Nederland lijkt te zijn vergeten dat de economie de behoefte van de maatschappij moet dienen en niet omgekeerd. Onze regering doet er alles aan om de economische efficiëntie van ons land te vergroten. Flexibel ontslagrecht, afbouwen van marktverstorende sociale vangnetten en ruim baan aan marktwerking om onze productiviteit te verhogen. Dit beleid heeft alleen een aantal vervelende bijwerkingen; het vergroot de inkomensverschillen en de kans op armoede.