Doomsday of de schade beperkt – De maatschappelijke gevolgen van Covid-19 in vier scenario’s

door Sandra van Dijk en Marcel Canoy In tijden van grote onzekerheid is het zoeken naar houvast. Ook wetenschappers weten vooral wat ze niet weten. We weten dat kwetsbare groepen disproportioneel hard getroffen worden, maar tasten in het duister of de schade tijdelijk is of permanent. Maar in al die onzekerheid is wel enige orde te scheppen door het schetsen van verschillende maatschappelijke scenario’s. De scenario’s maken we aan de hand van twee sleutelonzekerheden. De eerste sleutelonzekerheid is de mate waarin de samenleving en overheid er samen in slagen het virus in te dammen door effectief gedrag. Het indammen van het virus is cruciaal voor het herstellen van de economie. In het gunstigste geval gaat dat snel, en in de ongunstige prognoses duurt het tot dik in 2021 tot we van het virus af zijn. De tweede sleutelonzekerheid is weerbaarheid. Een individu of een samenleving als geheel kan een meer of minder adaptief vermogen hebben om met onzekerheid en tegenslag om te gaan. Hangen we massaal in de touwen? Of proberen we er het beste van te maken of zien we zelfs nieuwe kansen voor een betere samenleving?

Sociale polarisatie, wat doen we eraan?

OPINIE - Maatregelen gericht op het verminderen van sociale polarisatie zijn volgens topambtenaar Bernard ter Haar (directeur-generaal sociale zekerheid en integratie op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) verre van kansloos.

Een samenleving heeft samenhang nodig om te kunnen functioneren. Mensen moeten iets met elkaar hebben, elkaar iets gunnen, elkaars belangen kunnen inzien, om met elkaar te kunnen overleggen en ook de eigen belangen te kunnen behartigen. Dat noemen we sociale cohesie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (slot)

(Deel 1 en 2)

In de feestzaal van het café werd de prinsenparen achter een rij tafel geparkeerd. De receptie kon beginnen. Er werden om en nabij de achthonderd mensen verwacht. Zomaar feliciteren behoorde niet tot de mogelijkheden. Er was een draaiboek. Er waren mensen die als een soort luchtverkeersleiders alle aangemelde receptionisten van een felicitatieslot voorzagen. Mijn vader had geregeld dat de familie een vroeg slot toegewezen had gekregen.

De schutterij betrad het café in gelid, floot, trommelde en sprak toe. Daarna vormde zich een lange roodkleurige felicitatieslang van de receptietafels tot aan de ingang van het café. Nog voor de slang langs de tafels was, marcheerde de harmonie en drumband de zaal binnen. Het leek fysiek onmogelijk om nog eens zeventig mensen naar binnen te persen, maar het lukte toch.


Er werd getoeterd, getrommeld en toegesproken. Tijdens een van de marsen had ik langdurig kippenvel gekregen. Ik kon me de naam van het nummer niet meer herinneren. Inmiddels had mijn jongste broer al het vierde rondje gehaald. Bier, hitte, herrie. Af en toe werd ik slap in de knieën. Het kon ook ontroering zijn.
Er vormde zich een blauwe slang achter de rode slang. Het patroon was duidelijk. Allerlei verenigingen uit naburige dorpen kwamen binnen en duwden iedereen nog dichter bijeen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (2)

(Deel 1)

Het was avond, dus toen we de straat in liepen was het van grote afstand te zien: Voor het huis van mijn ouders stonden palen met feestverlichting van het soort dat ik alleen ken van kermissen en bordelen langs provinciale verbindingswegen. Tegen de gevel waren enkele poppen geplaatst die van carnavalswagens afkomstig leken te zijn. En er hing een groot bord met de tekst: ‘Senior prins Herman II en prinses Tiny I.’
‘Ze hebben het verkeerd geschreven,’ zei mijn vader, toen we binnen waren. ‘Er had senioren moeten staan. Nu klopt het niet.’ Enkele gasten in de huiskamer plaagden hem door het woord senior uit te spreken als het Spaanse señor.
Ik besloot me aan een taalkundige theorette te wagen. ‘Senior zegt iets over de leeftijd van de prins. Senioren zou betekenen dat je de prins ben van de senioren.’

Ik wist niet zeker of die redenering correct was. Alleen in een klein Limburgs dorp durf ik me als taalkundige op te werpen.
Mijn vader keek me onbegrijpend aan. Toen vroeg hij: ‘Dus het is wel goed?’
Ik zei dat me leek dat het allebei goed was.
Hij wendde zich tot de grappenmakers. ‘Hoor je dat? Het is wel goed.’
Er kwam geen reactie.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Quote du Jour | Het gebrek aan ‘sociale cohesie’…

“Het belangrijkste probleem in Nederland is het ontbreken van ‘sociale cohesie’. Wat ik daaronder versta, is dat mensen elkaar een beetje kennen. Ze hoeven de vloer niet bij elkaar plat te lopen, maar het kan met iets heels kleins als elkaar groeten op straat. Mensen hebben wel allerlei vooroordelen over elkaar en dat leidt tot onaangename gevolgen. Het opbouwen van een sociaal netwerk is het moeilijkste wat er is. Het is moeilijker dat het aanleggen van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam. Je kunt niet als overheid zeggen: ‘Ga netwerken of ga elkaar vertrouwen.” (Jean Tillie, bijzonder hoogleraar Electorale Politiek en adjunct-directeur aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (1)

Een paar dagen nadat mijn moeder was uitgegleden en haar enkel had gebroken, werd ze uitgeroepen tot Prinses Tiny I, seniorenprinses carnaval van het dorp.
Per post ontvingen we het statieportret, dat van alle prinsenparen wordt gemaakt. Ze kijkt uitzonderlijk vrolijk op de foto. Haar rolstoel is even verruild voor een soort schavot dat bekleed is met zwart fluweel. Mijn vader, Prins Herman II, staat naast haar. In zijn gezicht is zoveel geluk samengebald, dat ik vermoed dat overal ter wereld plotselinge tekorten optraden en mensen overvallen werden door onbegrepen gevoelens van somberheid. Iedereen die de foto ziet, weet vanaf dat moment: het geluk draagt een steek. Dat is de naam van het hoofddeksel dat gereserveerd is voor de carnavaleske aristocratie.

Ik belde mijn moeder en vroeg of het wel ging, carnaval vieren in een rolstoel. Dat ging heel goed, bleek. Ze werd uitstekend verzorgd, zei ze. Ze klonkt zo tevreden dat ik de indruk kreeg dat de rolstoel een positieve bijdrage leverde aan haar nieuwe status. Daar zat een zekere logica in. Aristocratie is een vorm van invaliditeit, van gedwongen verzorging. Of het wordt opgelegd door een enkelbreuk of een familielijn, is een subtiel verschil.

Vorig weekeinde reisden we af om de officiële receptie mee te maken. Het fenomeen seniorenprins en –prinses bestond niet in het tijdperk dat ik nog deelnam aan carnaval. Er was een prins en een jeugdprins. De seniorenprins is een kwestie van voortschrijdende emancipatie.
Ik vroeg mijn vader wat er verder veranderd was aan carnaval. Er was geen kinderoptocht meer, geen oudwijvenbal en geen revue. De carnavalsvereniging had bijna zelf het loodje gelegd.
Ik vroeg hoe dat kwam.
‘De tweeverdieners.’ Hij roerde in zijn koffie. ‘Ik begrijp het wel. Ze hebben nergens tijd voor en als ze tijd hebben, willen ze zich nergens op vastleggen.’
Ik sprak recent een gebiedsmanager van een grote Vinexwijk. Ze gaf hetzelfde antwoord als mijn vader op de vraag waarom de wijk afgleed naar een probleemgebied. Het waren niet de buitenlanders, de losbandige jeugd of de hufters. Aan de bron van alle ellende stonden de tweeverdieners. Dat komt me voor als een buitengewoon sympathieke diagnose.
Maar het carnaval is een venijnige institutie. Er kwamen nieuwe feesten, die minder voorbereiding vergden. De tweeverdieners kwamen massaal. En men richtte zich op een nieuwe groep: de senioren. Dat was mij al die jaren ontgaan, totdat mijn moeder me belde om te vertellen dat ze op het punt stonden uitgeroepen te worden als Herman II en Tiny I.
De ernst van dat nieuws drong pas tot me door toen we – mijn vrouw, de kinderen en ik – afreisden naar het dorp en mijn ouderlijk huis zagen.

(Wordt vervolgd.)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

A tale of three cities

cittaslowOne does not have to be an expert on Saskia Sassen to know that the city is at the heart of social change in the age of globalization, from global cities to planet of slums, a great deal of research has focused on how cities promote, or adapt to, social change and how cities are hubs of global social dynamics of class, inequalities, gender and ecology.

For instance, take this first item on the rise of “slow cities”:

“La municipalité est la première de France à adhérer à Cittaslow, le réseau international des “villes lentes”. Inspiré du slow food, le mouvement est né en Italie en 1999 et promeut une gestion municipale centrée sur la qualité de vie, l’économie de proximité, le respect des paysages…, en réaction aux zones commerciales et industrielles, à l’étalement pavillonnaire et au tout-voiture devenus l’ordinaire d’un urbanisme débridé.

Cette révolution tranquille compte de plus en plus de partisans. Cent quarante villes de 21 pays ont déjà adhéré à cette charte de 70 obligations. On trouve des villes lentes dans toute l’Europe, mais aussi en Australie, en Corée du Sud, en Turquie, au Canada…”

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.