Kenniseconomie met een snelheid van 8 Mbps

In de jaarlijkse Knowledge Economy Index ranking van de Wereldbank neemt ons land wisselende plaatsen in de top tien in. Nederland heeft de ambitie om bij de beste 5 kenniseconomieën van de wereld te behoren. Een gebrekkige ICT-infrastructuur zorgt echter voor een slecht fundament. Een jaar geleden liet SER-kroonlid Hans Kamps zien dat hij er weinig van begreep, die kenniseconomie. “We hebben het in Nederland steeds over een kenniseconomie, terwijl 60 procent van de jongeren naar het vmbo gaat,” aldus Kamps in dagblad Trouw. De kenniseconomie is een ecosysteem dat uit veel meer dan alleen hoger onderwijs en onderzoek bestaat. Een kenniseconomie impliceert weliswaar dat een belangrijk deel van de economie op de productiefactor kennis drijft, maar deze kan niet bestaan zonder de andere productiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur). Evenmin is er een onder- of bovengrens: wanneer is je economie een echte kenniseconomie?

Foto: De vrouwen van Shanti Dan bij hun touwfabriekje copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Microkrediet: de leprakolonie

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de vijfde van vijf verslagen.

De Shanty Dan Colony is een gemeenschap waar voormalige leprapatiënten terugkeren in de maatschappij. Dezer dagen komen er weinig ex-patiënten meer bij, al is lepra nog verre van uitgeroeid in India. In Shanty Dan wonen 35 gezinnen. De meeste inwoners zijn van de tweede en derde generatie, die de ziekte nooit gehad hebben.

Het eerste wat de vrouwengroep van Shanti Dan wil laten zien aan de buitenlandse bezoekers, is de elektrische spinmachine, waarmee ze touw maken uit kokosvezels. Die levert 1000 roepie (15 euro) per dag op. Gedeeld door acht vrouwen is dat nog steeds onder de armoedegrens, maar het is een enorme verbetering ten opzichte van de handmatige machine, die harder werk eiste en maar 200 roepie winst opbracht.

Ook voor die handmatige spinmachine (35.000 roepie ofwel 500 euro) hadden ze aanvankelijk geen geld. De regering had hen wel een cursus touw maken laten volgen, maar bij gebrek aan kapitaal konden ze daar niets mee. Een eerste microkrediet gaf hen een zetje. De verstrekker bracht hen bovendien in contact met een Japanse leprastichting, die een hen een zachte lening gaf voor de elektrische machine.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Smartphone als bindmiddel – of vervreemdend apparaat?

Jaren terug waarschuwde (toen nog) koningin Beatrix in haar kersttoespraak voor de moderne communicatiemiddelen die mensen van elkaar kan vervreemden.

De moderne technische mogelijkheden lijken mensen wel dichter bij elkaar te brengen maar ze blijven op ‘veilige’ afstand, schuilgaand achter hun schermen.

De toespraak kwam haar op nogal wat commentaar te staan.

In 2013 is er aan de individualisering niet veel veranderd.  ‘Selfie‘ is nota bene woord van het jaar.

In bovenstaande advertentie wil Apple ons doen geloven dat moderne technologie juist helpt mensen dichter bij elkaar te brengen. Een jongen filmt zijn familie tijdens kerst in het geniep om hun vervolgens een hartverwarmend filmpje te laten zien.

Op Gizmodo wordt betoogt dat het filmpje juist laat zien dat smartphones ons vervreemden van onze omgeving. Kijk maar eens tijdens een willekeurige treinrit om je heen en tel hoeveel mensen naar hun telefoon zitten te staren. In dit filmpje ziet de schrijver van het artikel niet een jongeman die graag een filmpje maakt van zijn naasten, maar die zich terugtrekt uit het samenzijn van de familie om er een tastbare herinnering van te maken. Daarbij vergeet hij de gebeurtenis waar hij zo graag een herinnering aan wil bewust mee te maken. De schrijver ziet maar één perfect moment in de commercial. En daar komt geen smartphone aan te pas.

Foto: Mik Ayre (cc)

Gratis, omdat jij m’n vriend bent

ACHTERGROND - Gratis, maar niet voor niets. Software en hardware worden gratis weggegeven om zoveel mogelijk gebruikers te lokken en te vangen, signaleert Maurits Kreijveld.

Kortgeleden bracht Apple een nieuwe versie uit van zijn software voor de Mac (OSX 10.9 Mavericks). De prijs: gratis. Ook de recente update van Microsoft naar Windows 8.1 is gratis voor wie versie 8 heeft. Deze voorbeelden passen in een trend waarbij software-updates steeds goedkoper zijn geworden, komend van een prijs van zo’n € 150 amper vijf jaar geleden. Microsoft, kampioen van de desktop, verdiende ooit de helft en tegenwoordig nog altijd een kwart van zijn inkomen aan software-updates, vele miljarden dollars. Die inkomstenbron lijkt nu definitief op te drogen.

In de wereld van de smartphone, hét symbool van de convergentie tussen computer en telefonie, zijn gratis software-updates al jaren gewoon. Hier wordt bovendien ook de hardware gesponsord: bij een tweejarig telefoonabonnement krijg je vaak een toestel ‘gratis’. Amazon, dat volledig leeft van diensten, schijnt zelfs smartphones en tablets (zoals de Kindle) gratis te willen gaan aanbieden. In het Engels beter uitgedrukt als ‘free to consumer’: gratis voor de gebruiker.

Snelle innovaties

Hoewel het gratis aanbieden van nieuwe software flinke kosten met zich meebrengt voor de ontwikkeling en distributie, zijn de voordelen op langere termijn groter. De kosten gaan  voor de baten uit.

Foto: camknows (cc)

Internet overal

COLUMN - Computers worden almaar kleiner en sneller. Uw mobieltje heeft meer rekenkracht dan de computers waarmee we indertijd de eerste raketten in de ruimte lanceerden. Is het geen raar idee dat u tegenwoordig voldoende rekenkracht in uw broekzak heeft om een Apollo naar de maan te sturen?

In steeds meer apparaten worden slimme chips ingebouwd. Uw koelkast, uw wasmachine, uw auto en uw energiemeter hebben tegenwoordig een hart van silicium – ook dat zijn inmiddels allemaal computers geworden.

Dat is vaak handig. De wasmachine die zelf aanvoelt of-ie zwaar beladen is of juist maar een paar spulletjes in zijn binnenste heeft, kan met beleid een wasprogramma kiezen dat het milieu zo min mogelijk belast. Een auto op cruise control berekent zelf wat de veiligste (en meest economische) snelheid voor u is.

Het klinkt allemaal reuze handig. Is het niet heerlijk dat alles om ons heen slimmer wordt, dat meer dingen vanzelf lijken te gaan en voor ons worden geregeld, en wijzelf minder hoeven na te denken over allerlei futiliteiten?

Maar we hebben nooit goed nagedacht – laat staan: publiek gedebatteerd – over de consequenties van al die slimmigheden. Hoeveel zeggenschap hebben wij mensen over de apparaten die we gebruiken, over de chips ons worden opgedrongen? Zijn wijzelf nog verantwoordelijk wanneer de machines waarop we ons verlaten, een beslissing nemen die desastreus uitpakt? Kunnen we überhaupt nog ingrijpen, wanneer wijzelf en zo’n ‘slim’ apparaat het niet eens zijn over wat er nu, acuut, moet gebeuren? Hoe definiëren we onze eigen verantwoordelijkheid, onze autonomie, onze wettelijke aansprakelijkheid wanneer we onze beslissingen laten sturen door chips, of overlaten aan slimme systemen?

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Mr. T in DC (cc)

De smartphone en de teloorgang van de blik

COLUMN - Waar de boerkadraagster haar toevlucht neemt tot een andere tijd, vlucht de smartphoner in een andere ruimte – met dit extra verschil: smartphoners zijn blind, doofstom en in onnoemlijk grotere getale. Een klaagzang.

Toen ik vorige maand een lange wandeling maakte door de Belgische Ardennen, passeerde ik op een goed moment een Hollands echtpaar. Beleefd groetten we elkaar. Vijftien meter achter ze aan hobbelden twee jonge meisjes, diep weggedoken in hun pings en whatsapps. Toen ze mij passeerden keken ze niet op, hoorden mij niet, liepen door alsof ik een geest was. Ik keek hen na tot ver achter de heuvels, tot ze uit m’n blikveld verdwenen. Niet eenmaal week hun gezicht af van de machine, laat staan dat ze hun ogen de kost gaven, terwijl de natuur zich geweldig uitsloofde; coniferen en vliegenzwammen waartussen de nevel als een bruidsjurk hing, achter de horizon een goudoranje gloed; al dit moois ontging hen schielijk. Wat hebben ze bij thuiskomst te vertellen? Welke herinneringen bewaren ze aan de Ardennen?

Het hoge woord moet er uit: de blik dreigt uit te sterven. Het genoegen van het alledaagse aanschouwen, de waarneming, het oogcontact, is rap aan het uitdoven. Vanaf Adam en Eva was dit een goede gewoonte die met plezier werd uitgeoefend. Maar sinds de uitvinding van de Samsung Galaxy en de iPhone is het voor iemand die hecht aan de vriendelijke groet, de knipoog, de hoofdknik, of zelfs maar de sluikse oogopslag, niet langer aangenaam door stad en land te wandelen. De oneindige reeks ‘ontmoetingen’ met op schermpjes starende schimmen creëert in het straatbeeld een mist die even unheimische gevoelens oproept als de confrontatie met boerka’s. Was ook daar niet de grootste ergernis de onzichtbare blik?

Foto: Ammon Beckstrom (cc)

Angry Birds als lichtend voorbeeld

ANALYSE - Het Finse Angry Birds is wereldwijd een kaskraker geworden. Allang niet meer slechts een spelletje op de smartphone, maar een merk dat door kinderen en volwassenen omarmd wordt. Is Angry Birds daarmee een voorbeeld voor innovatie, vraagt Melanie Peters zich af.

Vorige week hoorde ik het verhaal van Angry Birds. De trots van de Helsinki-regio als het gaat om innovatie. Het was op een conferentie over de rol van interactie met publiek en draagvlak voor innovatie, met hoop op economische groei voor de Europese regio’s.

Serieus? Ja, het spel Angry Birds is een voorbeeld. Het veroverde de wereld. Ze spreken in Helsinki niet eens meer van incubators. Tijd om te incuberen is er niet. Binnen 35 dagen was het spel al 50 miljoen keer gedownload. In de Wired van september stond Helsinki met 10 van dit soort voorbeelden in de top 100 vanEurope’s hottest startups 2012.

Volgens de autoriteiten was het verstandig lokaal beleid waardoor dit tot stand kon komen: het opvatten van innovatie als een proces van cocreatie. Als Harvard en de gemeente Cambridge het Facebook niet zo moeilijk hadden gemaakt, hadden ze vast nog in Massachusetts gezeten, in plaats van naar Californië te verhuizen.

Hoeveel geld er verdiend is met Angry Birds vertelt het verhaal niet. Wel dat het nu veel meer is dan een spel, het is een brand geworden. Aan alle t-shirtjes, broodtrommeltjes, knuffels en snoepjes van Angry Birds wordt meer verdiend dan aan het spelletje. De brouwerij die Angry Birds-cola op de markt bracht verdient nu meer aan cola dan aan bier. So what’s the innovation? De software van het spelletje, bedacht door slimme programmeurs of het vermarkten van de poppetjes?

Foto: copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Networked

With Networked: The New Social Operating System, Lee Rainie and Barry Wellman offer a very readable introduction to networks and their social consequences. This is a book that aims to reach a larger audience beyond academic walls.

So, even though it extensively relies on research (quite a lot from Pew, unsurprisingly), it is not a tedious read at all as the data alternate with narratives and stories that facilitate comprehension. At the same time, the book is not full of jargon. It also seems that this book aims to convey the message that the sky is not falling because we are spending more time on Facebook and other social networking platforms.

No, we have not stop interacting face-to-face with each other (or should I write f2f, as the cool kids do). No, we are not bowling alone. No, we are turning into sociopathic recluse.

What the book explores is all the different ways in which social networking (and related technologies) have woven their way into our lives and reorganized and re-shaped some aspect of them, but not in the socially-disintegrating ways that the usual prophets of doom have been warning us against.

As a result, the book conveys a relatively optimistic perspective on networks without being totally on the cyber-utopian side. There is not much in the book about the “dark side” of networks. That is Evgeny Morozov‘s turf.

Volgende