Slachtverbod gelegitimeerd op inktzwart verleden
Dit is een vervolgbijdrage van Robbert Baruch in het kader van de discussie over het verbod op onverdoofd slachten. Gisteren verscheen de eerste bijdrage.
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over het verbod op onbedwelmd slachten. Dit verbod komt alleen terecht bij de de Joodse en islamitische Nederlandse bevolking. De Partij voor de Dieren heeft een wetsvoorstel ingediend dat voorafgaande bedwelming in alle gevallen verplicht stelt. En dat kan volgens de PvdD ook binnen de religieuze opvattingen van Jodendom en islam. Voor de laatste kan ik niet spreken. Echter voor het Jodendom is steeds duidelijk gemaakt dat niet-bedwelmen het religieuze aspect is aan de slachthandeling. PvdD Kamerlid Ouwehand beaamde dit ook in het eerste gedeelte van het debat, op 17 februari. “Die uitzondering stelt dat vanwege religieuze opvattingen en tradities de verdoving van dieren bij de slacht achterwege mag blijven. Dat geldt in Nederland voor de Israëlitische en Islamitische rituelen, de koosjere en de halal slacht.” En van die uitzondering wil de Partij voor de Dieren af.
In de toelichting op het wetsvoorstel schrijft Marianne Thieme dat er voldoende grond is om de uitzonderingsbepaling te laten vervallen. “Mede doordat er heden ten dage elektronische [bedoeld wordt: elektrische] bedwelmingsmethoden zijn ontwikkeld die de religieuze bezwaren tegen bedwelming hebben weggenomen.”
Keer op keer moest ik horen: hè, jullie mogen toch bedwelmen, dat staat in het wetsvoorstel. En keer op keer moest ik nee verkopen. Dat moet een misverstand zijn, daar bedoelt ze blijkbaar opvattingen binnen de islam mee.