De Europese canon (6-10)

Voilà: de derde aflevering van de reeks over de Europese canon. Nu we de Late Oudheid en de verantwoording hebben gehad, kunnen we beginnen met de Volle Middeleeuwen. Democratisch bestuur Periode: vanaf ca. 1000 Alternatieven: Althing, Magna Carta, Staten-Generaal, Defensor Pacis. [caption id="attachment_350517" align="aligncenter" width="264"] Priester Hendrik, een van degenen die de rechten van de Hollandse boeren hielp overbrengen naar oostelijk Europa[/caption] Het principe was simpel, daar in de landen langs de Noordzee: wie water deert, die water keert. Dat gaf iedereen een verantwoordelijkheid in de landverdediging en dus een stem. Nu was dat wat bewerkelijk en daarom kwamen er waterschappen en hoogheemraadschappen. Het was het begin van de representatieve democratie. Later namen de bewoners van de Lage Landen hun rechten mee naar het oosten, toen ze voorbij de Elbe nieuwe gronden ontgonnen. Ik zou hier ook de IJslandse Althing, de Engelse Magna Carta, de eerste Staten-Generaal en de Defensor Pacis hebben kunnen noemen, maar de verspreiding van het rechtenpakket van de Lage Landen richting Oost-Europa geeft de doorslag. Het zou niet lang bestaan, zoals we nog zullen zien. [caption id="attachment_350519" align="aligncenter" width="452"] Het graf van Hendrik IV in Spiers[/caption] Investituurstrijd Periode: 1075-1122 Vanouds stelden de wereldlijke heersers bisschoppen aan, die ook wereldlijke taken uitvoerden en aanzienlijke macht bezaten. Het was niet vreemd dat de kerkelijke verplichtingen er weleens bij inschoten en er was kritiek. In de loop van de elfde eeuw zwol die steeds verder aan, tot uiteindelijk paus Gregorius VII in 1075 de verhoudingen op scherp zette en koning Hendrik IV van Duitsland excommuniceerde nadat die een bisschop had aangewezen voor Milaan. De Duitse rijksgroten eisten dat de koning die excommunicatie ongedaan maakte, wat hij deed door een boetetocht te maken naar de paus, om vervolgens een nieuwe paus aan te wijzen die hem tot keizer kroonde. Gregorius VII stierf niet veel later, maar zou blijken de morele winnaar te zijn geweest. Pas in 1122 kwam het conflict ten einde met het Concordaat van Worms. Het was een compromis, waarbij de keizer aanzienlijk aan macht inboette. De diepere betekenis is dat de scheiding van kerk en staat uitkristalliseerde. [caption id="attachment_350520" align="aligncenter" width="272"] Een kruisridder (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)[/caption] Kruistochten Periode: 1095-1291 Alternatieven: Toledo, Palermo Door ronduit onverstandig optreden in de nasleep van de slag bij Manzikert, waarin de Turken een Byzantijns leger versloegen, verloor het Byzantijnse Rijk grote delen van Anatolië. Niets leek de Turken tegen te kunnen houden en ten einde raad vroeg de keizer de paus om soldaten uit West-Europa. En die kwamen, in grotere aantallen dan de Byzantijnen hadden verwacht. Maar ze heroverden grote gebieden en stootten vervolgens door naar Jeruzalem (1099). Tot zover de Eerste Kruistocht. Er zouden nog acht expedities volgen, met afnemend Europees succes, maar met belangrijke gevolgen. Allerlei Arabische verworvenheden werden nu bekend in Europa: wetenschappelijke teksten, suikerriet, spinazie, gaas, de windmolen. Andere plekken van culturele interactie waren Toledo en Palermo. [caption id="attachment_350521" align="aligncenter" width="400"] De San Clemente in Rome, met een in Romeinse stijl gebouwd atrium uit de twaalfde eeuw[/caption] De Renaissance van de Twaalfde Eeuw Periode: de twaalfde eeuw Alternatieven: Universiteit / Arabische vertalingen De contacten met de Arabische wereld hadden ingrijpende gevolgen in Europa. In Palermo en Toledo werden allerlei Arabische teksten in het Latijn vertaald, later volgden ook Griekse teksten, waarbij Willem van Moerbeke een belangrijke rol zou spelen. De madrassa, een islamitisch schooltype dat herkenbaar was aan het feit dat de geleerden zich organiseerden als gilde, werd in Europa geïntroduceerd als universiteit. De argumentatiemethoden werden eveneens overgenomen: de tekst Sic et Non, waarin de Franse geleerde Pierre Abélard tegengestelde meningen harmoniseerde, is gebaseerd op islamitische modellen. Het is heus niet zo dat Europa in deze tijd een culturele provincie van Arabië was, maar er was een open klimaat van ontleningen. Architecten begonnen in deze tijd te kijken naar Romeinse voorbeelden. Europa beleefde, met een woord van de Amerikaans historicus Charles Haskins, “de Renaissance van de Twaalfde Eeuw”. [caption id="attachment_350522" align="aligncenter" width="322"] Justinianus kondigt de codificatie van het Romeins Recht aan (Librije, Zutphen)[/caption] Romeins Recht Periode: 1231 (Constituties van Melfi; maar er zijn andere jaartallen mogelijk) De Investituurstrijd, het hierboven genoemde conflict tussen paus en keizer, had het gezag van de laatste aangetast, maar deze antwoordde met de invoering van wat bekendstaat als het Romeins Recht. Dat is een ongelukkige naam. Het aloude recht van het Romeinse Rijk was in 437 verzameld in één enorme codex, de Codex Theodosianus, die in de loop van de vijfde en zesde eeuw op verschillende plekken in West-Europa was bewerkt en aangepast. Latere westerse koningen zouden erop voortbouwen; in het Byzantijnse Rijk werd de Codex Theodosianus vervangen door de ambitieuzere Codex Justinianus. Na de Investituurstrijd probeerden de Duitse keizers deze Byzantijnse verzameling, die de bevoegdheden van de paus negeerde en allerlei rechten toekende aan de vorst, opnieuw rechtskracht te geven. Het gaat hierbij om een selectie, toegesneden op de middeleeuwse samenleving en niet zelden volgens ideeën, ontleend aan de Arabische wereld. Echt “Romeins” kun je het laatmiddeleeuwse recht niet noemen. Het is echter wel de basis van een pan-Europese juridische manier van denken. De Europese canon… … verantwoord ik hier en gaat morgen verder. U blijft op de hoogte van deze reeks (en van alle blogjes) via het WhatsAppkanaal. Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.

Door: Foto: Flickr CC BY 2.0 DEED European Parliament - A smile hidden behind the European flag
Foto: Hindrik Sijens (cc)

Van bouwval tot kathedraal

RECENSIE - Vrijheid van godsdienst. Het was een mooi ideaal, maar de Nederlandse revolutionairen die in 1795 aan de macht kwamen, ontdekten al snel dat zoiets veel voeten in de aarde had. Bij de staatsregeling van 1798 werd besloten de banden tussen de gereformeerde Kerk en de staat door te snijden. Kerkgemeenten moesten voortaan zelf hun broek ophouden, en waren dus ook verantwoordelijk voor het onderhoud van hun kerken.

Tegelijkertijd echter klonk vanuit katholieke kring dat zij recht hadden op een groot aantal van de middeleeuwse fraaie kerken – die waren hen immers tijdens de Tachtigjarige Oorlog ontnomen. Katholieken hadden twee eeuwen lang genoegen moeten nemen met bedompte schuilkerkjes! Die eis klonk redelijk, maar het leverde een onoplosbaar probleem op want de in meerderheid protestantse bevolking voelde daar uiteraard niets voor. Het ‘restitutievraagstuk’ sleepte zich voort; Lodewijk Napoleon deed nog een poging een oplossing te vinden maar toen daar geen schot in zat hakte hij op 2 augustus 1808 de knoop definitief door: alle kerken werden eigendom van de daarin dienstdoende kerkelijke gemeente. Het was een grote overwinning voor de protestantse krachten.

Catharijneconvent

In één geval stuitte dat besluit op problemen. Dat betrof de Catharinakerk, in het hartje van Utrecht. Die was namelijk geen gemeentelijk bezit; ze hoorde toe aan de heren bestuurders van het Catharijneconvent. Dat was inmiddels allang geen klooster meer (net zoals de Catharina geen kloosterkerk meer was) maar was het stedelijke gasthuis. De overdracht had wat voeten in de aarde en de definitieve regeling kwam enigszins verlaat aan in Den Haag. Te laat. Lodewijk Napoleon was toen al door zijn broer aan de kant geschoven. De Bataafse Republiek was een deel van Frankrijk geworden en dus moesten de papieren naar Parijs. Of ze daar ooit op het juiste bureau zijn beland, is onbekend. Er kwam nooit antwoord. De regeling werd nooit goedgekeurd. De kerk bleef van het gasthuis.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Kerk en staat

COLUMN - Ik heb Harm Schilder nooit ontmoet, dus ik maak een voorbehoud, maar het lijkt me iemand met wie ik slaande ruzie krijg. Dat hij in Tilburg woont, prima. Dat hij pastoor is, oké. Dat hij de kerkklokken luidde, dat wordt lastiger. Dat hij het deed om kwart over zeven ’s morgens, vind ik tactloos. Dat hij, toen erover werd geklaagd, weigerde rekening te houden met de omwonenden, beschouw ik als ongemanierd. Dat hij het toelichtte met als argument dat hij de buurtgenoten ‘wilde laten weten dat er in de kerk ook voor hen werd gebeden’, maakt me onbeschrijflijk kwaad. Dat wil zeggen, ik kan mijn kwaadheid wel beschrijven, maar zelfs op GeenStijl zou het worden weggejorist.

Wat beweegt zo’n man? De simpelste verklaring is dat het gewoon een vervelend persoon is. Als een land maar groot genoeg is, is er altijd wel een pastoor die zichzelf ervan zal overtuigen dat godsdienst vóór beschaafde omgangsvormen gaat. Maar vermoedelijk is dat wat al te simpel geredeneerd.

Juist omdat er vervelende personen zijn, hebben we een wet en we streven ernaar dat die voor iedereen gelijk wordt toegepast. Dat is met kerken echter niet het geval: ze mogen de klok luiden. Daar zijn wat regels voor, waarmee de klokken van pastoor Schilder uiteindelijk ook tot zwijgen zijn gebracht, maar een kerk mag eerder geluidsoverlast veroorzaken dan u of ik. Als ik een vergunning zou aanvragen om de lessen van mijn schooltje vooraf te laten gaan door klokgebeier, zal de ambtenaar kijken alsof hij het in Keulen hoort donderen, maar als de pastoor dezelfde aanvraag doet, vindt dezelfde ambtenaar het doodnormaal.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.