Geen bal op tv | Theo van Gogh

Aankomende zondag is het tien jaar geleden dat Theo van Gogh werd vermoord. Ik werkte destijds vlak achter de Dam waar, zo liet Job Cohen ergens in de loop van de middag weten, rond een uur of zeven een zogenaamde lawaaidemonstratie werd gehouden. Het leek mij niet echt in de geest van de overledene, maar het scheen een idee te zijn van ‘de vrienden van Theo van Gogh’ die die dag voor het eerst van zich lieten horen. En wie was ik om de vrienden van Theo van Gogh tegen te spreken? Omdat ik er zo’n honderd meter vandaan werkte, besloot ik maar te gaan kijken. Ik las hem graag. En ik zag zijn interviews graag, die toen, als ik het mij goed herinner, op zondagavond rond de klok van half twaalf op Veronica werden uitgezonden. 

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Kennisland (cc)

Naturalisatie

COLUMN - Op een maand na tien jaar geleden ontmoette ik een jonge vrouw die drie jaar eerder naar Nederland was gevlucht en asiel had aangevraagd (en ook zou krijgen). Ik zal haar hier aanduiden als H, omdat nog altijd een buitenlandse inlichtingendienst in haar is geïnteresseerd, zelfs al onthoudt ze zich hier van politieke activiteiten.

Gisteren kreeg ze de Nederlandse nationaliteit en daarom reisde ik naar het provinciestadje waar de naturalisatieplechtigheid plaatsvond. U zult zich misschien herinneren dat deze jaarlijkse ceremonie een erfenis is van minister Verdonk en ik beken dat ik me er alleen al om die (slechte) reden wat ongemakkelijk bij voelde. Ik heb niet het idee dat allochtonen zich meer aangesloten voelen bij onze samenleving doordat ze in het openbaar een eed afleggen tegenover onze driekleur.

De raadszaal zat vol met mensen uit alle werelddelen en het Nederlands werd gesproken met meer accenten dan ik ooit in één vertrek bij elkaar hoorde. Vanachter de tafel waar normaliter het college van B&W zit, keek  onze nieuwe koning zijn nieuwe onderdanen welwillend aan.

De burgemeester legde uit wat de plechtigheid inhield, droeg een gedicht voor en las de “verklaring van verbondenheid” voor: de korte tekst waarmee iemand toezegt ‘de grondwettelijke orde van het Koninkrijk der Nederlanden, haar vrijheden en rechten te respecteren’ en ‘de plichten die het staatsburgerschap met zich meebrengt getrouw te vervullen.’ Geen proza waarover ik enthousiast kon worden. Over het bijbehorende stuk drukwerk ook al niet, met een molen op de omslag.

Een voor een kwamen de mensen naar voren om hun eed af te leggen, waarna ze een verklaring, een bos bloemen (oranje) en een kookboekje met Hollandse gerechten kregen. Na afloop zongen we – zie de bijgevoegde foto – het Wilhelmus, net zo slapjes als tijdens een internationale voetbalwedstrijd. Het was goed dat het maar één couplet duurde, want ik zou deze belediging van het beste volkslied ter wereld anders niet hebben verdragen. Daarna werden Nederlandse vlaggen tevoorschijn gehaald voor een groepsfoto. De hele ceremonie straalde Rita Verdonk uit.

Desondanks was ik geboeid en ontroerd. Voor een formele bijeenkomst was het prettig informeel. Het colbertje dat ik voor de gelegenheid had aangetrokken, had beslist niet gehoeven. Er waren kinderen in de zaal, die er enthousiast doorheen kletsten. De mensen die met hun bos bloemen (oranje) terugkeerden, werden door hun vrienden en familie vrolijk gefeliciteerd en gezoend. Als een kind de belofte had afgelegd, klonk er applaus. Het ging er zo gemoedelijk aan toe dat de burgemeester de aanwezigen moest verzoeken iets rustiger te zijn.

De mensen die de eed aflegden, hebben allemaal een bijzonder verhaal te vertellen. Ze hebben zonder uitzondering een keuze gemaakt die autochtone Nederlanders nooit zullen begrijpen. H heeft om politieke redenen moeten vluchten. Ik heb geen idee wat dat inhoudt, zoals ik ook niet kan navoelen wat twee homoseksuele mannen, die gelijktijdig hun belofte deden, in hun vaderland moeten hebben doorstaan. De mensen die met een Nederlander zijn getrouwd, hadden natuurlijk een veel leuker motief, maar ook hun ervaring is voor mij een onbegrijpelijke.

Ze hebben ook behoorlijk veel moeten doen voor ze hun Nederlanderschap kregen. Een inburgeringsexamen behaal je niet zomaar en Nederlands is bepaald niet gemakkelijk. (Ik zal een gemakkelijke grap over Ann Goldstein achterwege laten.) Gaandeweg realiseerde ik me dat het voornaamste deel van de ceremonie niet de eedaflegging was, maar het praatje van de burgemeester, die namens de gemeente en de gemeenschap uitlegde aan de nieuwkomers dat hun inspanningen zijn gewaardeerd.

Na afloop streken we neer op een terrasje bij het raadhuis. Het zonnetje scheen heerlijk, we dronken wat koffie en spraken over het nieuwe huis dat H en haar echtgenoot hadden gekocht, over de hypotheek die ze toevallig net die middag rond hadden gekregen, over de tuin, over kinderen krijgen, over H’s ouders, over de reis naar Amerika die H – voorzien van een paspoort – en haar man willen gaan maken en over de plechtigheid die we net hadden meegemaakt.

Ik vertelde dat ik het wat goedkoop vond dat de gemeente de mensen een bosje bloemen (oranje) en een Hollands kookboek gaf om aan te geven hoezeer hun inzet gewaardeerd was geweest.

‘In ceremonies als deze zijn we in Nederland gewoon niet goed,’ zei ik.

‘Inderdaad,’ beaamde H werktuigelijk, ‘hierin zijn we niet goed.’

We.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zie Ginds Komt Sint Wodan…

Ikoon van de Heilige Nicolaas van Myra (Afbeelding: Wikimedia Commons)

Bij de presentatie van haar partij TON in april 2008 gaf Rita ‘Wie kent haar nog?‘ Verdonk een onvervalst staaltje pepernotennationalisme ten beste. Ze luidde de noodklok over ons prachtige cultuurgoed, dat dezer dagen, gelijk strooigoed, te grabbel wordt gegooid.

Er is een sterke ‘weg-met-ons’ stroming die ons al jaren wil doen geloven dat onze cultuur niet bestaat en die onze waarden en normen zelfs minderwaardig vindt ten opzichte van andere culturen. Ze stellen zelfs het sinterklaasfeest ter discussie. En willen overal slavernijmonumenten om ons als slecht af te schilderen.

Ach ja, die Rita… Wat had ze destijds toch feilloos de vinger aan de pols van het gesundes volksempfinden. Anno 2010, terwijl de slavernijmonumenten als gifzwammen de grond uit schieten, gaat immers niet ook het oerhollandsche feest van de Goedheiligman naar de gallemiezen?!? Op sterven na dood dit prachtige volksfeest, uiteraard door een onzalige kongsie van linksige cultuurrelativisten en verzuurstokte suikerfeestvierders, hoewel die laatste groep inmiddels andere problemen lijkt te kennen. Maar hoe hollands is Sinterklaas eigenlijk? Hier de feiten in een notendop.

De historische Sint Nicolaas was bisschop in Myra, de hoofdstad van de streek Lycië in Klein Azië, het huidige Turkije. Het is echter een misvatting om hem als Turk te betitelen, zoals vaak gebeurt, want Nicolaas was feitelijk een Griek, stevig ingebed in de hellenistische cultuur. Turkse stammen drongen bovendien niet eerder dan tussen de zesde en tiende eeuw in Klein-Azië door en pas met de komst van de Seltsjoeken in de elfde eeuw werd er een krachtige etnisch Turkse staat gevestigd in dit gebied.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Parachutemoord bewijst dat juryrechtspraak niet deugt

Hamer in de rechtbank (Foto: Flickr/Joe Gratz)

Geen bewijs van moord, maar toch veroordeeld worden voor moord. Dat is wat je krijgt met juryrechtspraak. Mensen die geen verstand van zaken hebben bepalen in de rechtszaal of de verdachte schuldig of onschuldig is. Onze zuiderburen hebben het op woensdag mogen meemaken wat de gevolgen daarvan kunnen zijn, bij de zogenaamde ‘parachutemoord’. De 26-jarige Els Clottemans zou in 2006 de parachute van een vrouw gesaboteerd hebben. Deze vrouw had een relatie met dezelfde man als Clottemans. Nu is ze schuldig bevonden. Ondanks dat er geen rechtstreeks bewijs voor de moord was.

In april 2008 lanceerde Rita Verdonk het idee om in Nederland juryrechtspraak in te voeren.

Dat burgers vanuit hun eigen belevingswereld kunnen meekijken en er niet alleen vanuit de rechterlijke macht wordt gekeken. Ook mensen die gewoon met hun voeten in de blubber staan, moeten hun zegje kunnen doen.

Zo had het dus ook in Nederland kunnen gaan: het zou genoeg zijn voor een veroordeling dat de aanklager bewijst dat je een motief had, dat je op de plek had kunnen zijn om de daad te plegen, dat je daarbij de tijd had om het te doen en tenslotte de kennis om de daad uit te voeren. Het had zo maar kunnen gebeuren: de invoering van juryrechtspraak in Nederland. In het voorjaar van 2008 was Verdonk’s partij in de peilingen de tweede partij van Nederland. Brrr.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende