Kunst op Zondag leest Slavernij

Vandaag (zondag 29 augustus 2021) is de tentoonstelling Slavernij voor het laatst te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam. Door de coronamaatregelen hebben velen deze expositie gemist. Wat blijft zijn de online tentoonstelling én de catalogus. Hierin worden tien persoonlijke verhalen verteld over mensen die in of met slavernij leefden. Een bijzonder tijdsdocument dat om onze aandacht vraagt. https://youtu.be/mnm4XOuJNLc

Door: Foto: Slavernij zaalimpressie © Rijksmuseum copyright ok. Gecheckt 08-11-2022
https://www.youtube.com/watch?v=1rmo3fKeveo

Closing Time | Batzorig Vaanchig

COLUMN - Een van de mooiste plekken van Amsterdam is de passage tussen de Stadhouderskade en het Museumplein. Als u de stad niet mocht kennen, zult u toch weleens zijn geweest in het museum dat er overheen is gebouwd. Een vrij recente verbouwing van die culturele instelling liep helaas zó lang uit dat de directie was vergeten dat in het bestek stond dat de passage open moest blijven voor fietsers en meende dat ze daar wel een nieuwe ingang kon plannen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Ten voeten uit

Volop drukte gisteren in het Rijksmuseum, want men kon gratis en voor niets 160 miljoen euro van dichtbij bekijken.

Wat is er zo bijzonder aan Marten Soolmans en Oopjen Coppit (zo heten die euro’s eigenlijk)?
cc commons.wikimedia.org Pendant portraits of Maerten Soolmans and Oopjen Coppit

Volgens het Rijskmuseum: “Het waren Rembrandts eerste levensgroot, staand en ten voeten uit geschilderde pendantportretten en ook de enige die hij ooit zou maken.”
Bijzonder is ook, volgens het museum dat tot dan toe (1634) levensgrote (2 meter 10 bij 1 meter 35) staande portretten alleen aan vorsten en adel waren voorbehouden.

Pendantportretten zijn twee individuele portretten die bij elkaar horen. Geen uniek genre. Menig echtpaar is “pendant in de olie” afgebeeld. Het Rijksmuseum heeft bijvoorbeeld pendantportretten, gedateerd rond 1620 van Laurens Reael, gouverneur-generaal van Nederlands Oost-Indië, en zijn vrouw Suzanna Moor. De schilder is onbekend. De schilderijen zijn iets hoger (223 cm) en iets smaller (127 cm)dan die van Rembrandt.
cc commons.wikimedia.org Laurens Reael 1583-1637

Ongetwijfeld zullen deze Rembrandts zijn eerste levengrote portretten zijn. Hij schilderde wel eerder personen ten voeten uit, maar op kleiner formaat. Dit zelfportet met poedel is ‘slechts’ 66,5 bij 52 centimeter.
cc commons.wikimedia.org Selfportrait in oriental attire with poodle, Rembrandt van Rijn

De Italiaanse schilder Moretto da Brescia zou echter de eerste zijn die een levensgroot portret heeft gemaakt. Ritratto virile a figura intera (Portret van een man in volle lengte) stamt uit 1526 en is 201 bij 92,2 centimeter groot.
cc commons.wikimedia.org Moretto da Brescia Ritratto virile a figura intera 1526

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-08-2022

Kunst op Zondag | De fiets

COLUMN - Ik denk dat het 2006 was en ik zat met de vrouw die nu mijn vrouw is in de trein naar Geneve. In de restauratiewagon spraken we met een jonge Zwitser die samen met zijn klas een weekje in Amsterdam was geweest. Wat hem het meest had verwonderd waren de fietsers. Niet alleen de enorme hoeveelheden, maar vooral de macht die de fietser hier had. “The bike is king”, zei hij.

Daar moest ik aan denken toen ik afgelopen week de bijzonder fijne documentaire ‘Het Nieuwe Rijksmuseum: de Film’ zag, over de moeizame verbouwing van het belangrijkste museum van Nederland. Onbetwiste hoofdrolspeler van de film en grootste pain in the ass van de betrokkenen: het fietstunneltje.

Als kijker van de documentaire leef je met de mensen van het Rijks mee. Je kunt die kleinburgerlijke ijdele gekken van stadsdeel Oud-Zuid wel door het scherm trekken als ze weigeren hun goedkeuring over de plannen te geven omdat ze het redden van dat fietstunneltje tot hun belangrijkste reden van bestaan hebben gebombardeerd.

Aan de andere kant: volgens mij vond ik het destijds ook belachelijk dat het Rijks het fietstunneltje wilde dichtgooien. Zoals iemand het in de documentaire verwoordde: hoe durf je, als je beweert dat het je allemaal om de cultuur te doen is, het mooiste fietstunneltje ter wereld de nek om te draaien.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Art is therapy

OPINIE - Het is Amsterdammers niet gegund rustig onder het Rijksmuseum te fietsen. De laatste tijd word je, komend vanaf het Museumplein, begroet door het opschrift “Art is Therapy” en is je humeur nog tot aan het Koningsplein naar de gallemiezen. Wat een pretentie. Wat een museale zelfoverschatting.

Mijn ouders hebben me altijd meegenomen naar musea, toneel en muziekuitvoeringen. Als we op vakantie gingen, bezochten we de plaatselijke bezienswaardigheden. Op de middelbare school gaf de tekenleraar lessen kunstgeschiedenis. Ik heb gestudeerd aan een letterenfaculteit. Jarenlang ben ik twee keer per week naar het toneel gegaan. Ik ben “vriend” van twee musea, bestuurslid van een stichting en werkzaam in de culturele sector.

Ik draag de Nederlandse kunsten een warm hart toe en heb er een behoorlijk stuk van mijn ziel en zaligheid in gelegd. Ik zal echter nooit claimen dat kunst heel erg belangrijk is. Zeker, kunst maakt het leven prettiger. Soms schokt een kunstwerk, soms ontregelt het, soms biedt het inzicht. Maar zelden lang en nooit voldoende. Noch Goya’s Desastres de la guerra noch Picasso’s Guernica hebben de mensheid minder krijgszuchtig gemaakt. De Havelaar doodde het Nederlands imperialisme niet en ik heb niet de indruk dat Kabouter Buttplug het kapitalisme heeft ontmaskerd.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | Rijk(s) rekenen

COLUMN - Een paar kanttekeningen bij de economische impact van het Rijksmuseum.

Vorige week presenteerde het Rijksmuseum een economische impactanalyse – opgesteld door adviesbureau Booz & Company – waaruit zou blijken dat het Rijks de economie met 235 miljoen euro per jaar zou stimuleren en maar liefst 3700 banen oplevert. Economische impactanalyses zijn, vrees ik, noodzakelijk om je als culturele instelling staande te houden in de moderne beleidsarena waar euro’s de hardste argumenten zijn. Maar ze zijn ook notoir discutabel en daardoor niet altijd veelzeggend. In dit geval is dat niet anders. Ik pik er een paar punten uit.

Allereerst een opmerking over ‘economische impact’. Het optellen van alle aan het Rijks gerelateerde uitgaven – want daar komt het hier in feite op neer – is eigenlijk een optelsom van kosten, en niet van opbrengsten. Natuurlijk zijn de kosten die gemaakt worden weer de inkomsten van iemand anders, maar het blijft een schaduwboekhouding van dat waar het echt om gaat. We geven geld uit aan het Rijks, omdat we er iets van waarde voor terugkrijgen, maar die waarde zelf wordt niet direct gemeten.

Alhoewel, het rapport van Booz & Company beschrijft naast de economische ook de ‘maatschappelijke’ impact van het Rijksmuseum. Denk aan de verbeelding en reflectie die het bij haar bezoekers ontlokt, de kennis en creativiteit die het stimuleert, de geschiedenis en identiteit die je als (Nederlandse) bezoeker ervaart. Dit zou Booz & Company wat mij betreft moeten herlabelen als ‘economische impact’ omdat dit de feitelijke opbrengsten waarvoor de economische kosten zijn gemaakt. Het wordt er misschien niet helderder van, ook omdat deze opbrengsten niet goed kwantificeerbaar zijn, maar het zou wel zuiverder zijn.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Geen Bal op TV | Opening van het Rijksmuseum

Afgelopen zaterdag vond de feestelijke opening van het Rijksmuseum plaats. Aan de NOS en de AVRO de eer om dit te verslaan.

Het is natuurlijk een hachelijke onderneming, om van De Opening van het Rijksmuseum een uur durend programma te maken. Het gegeven is niet bepaald televisiegeniek. De dingen waarover het gaat, de 1 miljoen kunstvoorwerpen die het Rijksmuseum in haar bezit heeft, zijn leuk om naar te kijken, alleen, ze bewegen niet en daardoor moet je behoorlijk wat fratsen uithalen om ze interessant voor televisie te maken.  

De NOS en de AVRO hadden onder andere bedacht om vakidioten naar schilderijen te laten kijken. Weervrouw Marjon de Hond ging zeeluchten beoordelen (stuk voor stuk bleken ze meteorologisch gezien onjuistheden te bevatten, Marjon zei dat het desondanks meesterwerken waren, maar je hoorde aan haar stem dat ze dit op verzoek van de regisseur aan haar verhaal had toegevoegd). Pierre Wind (bloedirritant als altijd, waarom die overal maar mag komen blijven opdraven, is mij eerlijk gezegd een raadsel) besprak een schilderij met voedsel. Pierre Wind die naar een schilderij kijkt dat hij echt onwijs kickuh vindt, je moet het een keer in je leven gezien hebben.

Verder hadden ze Koefnoen ingehuurd voor een moetje en deden The Ashton Brothers een act die zo niet geschikt was voor televisie dat ik me afvroeg waarom in dit soort gevallen nooit eens iemand op het idee komt om dit te laten sneuvelen in de eindmontage. Of zou dat juist heel vaak gebeuren, maar valt het niet op, omdat het pas opvalt als het niet sneuvelt?