De wereldreis van Jehan de Mandeville (1356)

Reisverhalen behoren tot de oudste literaire genres. Hoewel er in het Verre Oosten al vroeg reisliteratuur bestond, is waarschijnlijk Homeros' Odysseia de moeder aller reisverhalen. Er is trouwens een verschil tussen een reisverhaal en een reisverslag of reisbeschrijving. Dit zijn naar waarheid opgetekende epistels die dienen om een beperkt publiek dan wel een opdrachtgever te informeren over de wederwaardigheden van een reis. Bij de vroegste reisbeschrijvingen kan echter de historische reconstructie problematisch zijn waardoor noch het waarheidsgehalte, noch het al dan niet bestaan van een opdrachtgever altijd te achterhalen zijn. Daarbij komt dat deze oudste werken inmiddels hun rapportagekarakter goeddeels hebben verloren. Wel kunnen zij vaak nog als geschiedkundig onderzoeksobject dienen, maar voor de algemene lezer zijn zij in eerste instantie van belang als (literair) reisverhaal. Het reisverhaal echter is een motief waarbij de werkelijkheid omtrent een wel of niet daadwerkelijk gemaakte reis niet op de voorgrond staat. Veel van deze verhalen zijn geheel of gedeeltelijk door de auteurs verzonnen. Bekende voorbeelden zijn Robinson Crusoe van Daniel Defoe en Gulliver's Travels van Jonathan Swift. Het laatste boek bijvoorbeeld is in de eerste plaats een satire op de Engelse samenleving, het hof, de wetenschap en de menselijke moraal. Daarnaast is het een parodie op het verschijnsel reisverhalen. Geen zinnige lezer die achter deze roman een reisverslag zou zoeken.

Door: Foto: © Sargasso logo Goed volk

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.