Apen zijn socialistisch aangelegd

Als u De Aap in Ons van wereldvermaard primatoloog Frans de Waal nog niet hebt gelezen, dan raad ik u aan dat alsnog te doen. Met tal van aansprekende voorbeelden laat De Waal zien dat apen qua sociaal gedrag verbluffend veel gemeen hebben met mensen. Waar de generatie zoölogen voor hem zich echter vooral richtten op agressief gedrag van apen en het veroveren van status en territorium, ontdekte De Waal ook treffende parallellen in het gedrag van apen en mensen waar het aankomt op rechtvaardigheid, samenwerking en empathie.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Het Westen mag meer uitstoten’

Kopenhagen 2009. De klimaatconferentie lijkt  op een mislukking uit te lopen, wanneer het gastland van de conferentie met een ‘Friends of the chair’ akkoord op de proppen komt. Zo’n type akkoord is een middel binnen de VN om impasses te kunnen doorbreken: een klein groepje experts probeert de problemen te tackelen die in de vergadering maar niet opgelost kunnen worden. Het akkoord had geen bindende geldigheid en behelsde dat landen voor zichzelf emissiereductie doelen moesten stellen en dat de aarde niet meer dan twee graden zou mogen opwarmen de komende eeuw. Zowel de manier waarop dit akkoord tot stand kwam als de inhoud ervan stuitte op weerstand van verscheidene ontwikkelingslanden. Prof. dr. Luc Bovens, hoofd van het departement Filosofie, Logica en Methode van de London School of Economics, stelt de vraag welke verantwoordelijkheden het Westen heeft tegenover ontwikkelingslanden in dit soort aangelegenheden.

Locke en het ‘enough-and-as-good’ principle

Er zijn drie verschillende modellen voor het delen van de verantwoordelijkheid inzake het klimaatvraagstuk. Je zou kunnen pleiten voor een evenredige emissie per hoofd van de bevolking per land, hogere quota voor ontwikkelingslanden of hogere quota voor ontwikkelde economieën binnen een bepaald tijdsframe. De eerste twee modellen staan bijna altijd centraal bij klimaatconferenties, maar volgens Bovens moeten we het derde model niet zomaar aan de kant schuiven. Hierbij haalt hij de Engelse filosoof Locke aan, die een theorie over het recht op landbezit propageerde die een interessant perspectief kan bieden op de verantwoordelijkheid voor het oplossen van klimaatvraagstukken. Lockes’ theorie komt op het volgende neer: er is een stuk land dat ongeroerd is. Vervolgens besluit er iemand dat stuk land te gaan gebruiken. Hij exploiteert het naar behoren en zodoende wordt er toegevoegde waarde gecreëerd. Hierbij moet van twee verschillende principes uitgegaan worden: het ‘enough-and-as-good’ en het ‘no waste’ principe. Het eerste principe behelst dat het land alleen geëxploiteerd mag worden door iemand als hij er toegevoegde waarde mee creëert, terwijl het tweede principe duidelijk maakt dat je niet meer land moet exploiteren dan binnen je capaciteiten ligt. Nu is het volgens Locke zo dat de één een groot stuk land zal exploiteren, de ander een klein en een derde geen, aangezien deze er bijvoorbeeld voor zal kiezen zijn diensten aan te bieden aan één van de landeigenaren. Na verloop van tijd zal het exploiteren van meer en meer land niet meer voldoen aan het ‘enough-and-as-good’ principe en zal het niet toegestaan worden om nog meer land te exploiteren. Landeigenaren kunnen op dat moment echter wel een gerechtvaardigde claim maken op het land dat ze al bezaten. Zo zou je ook naar de uitstoot van broeikasgassen kunnen kijken; als iedereen minder moet uitstoten, is het niet zo dat de grootste uitstoters het belangrijkste deel daarvan voor hun rekening moeten nemen. Evenredig met het aandeel dat de verschillende landen in de CO2-uitstoot hebben zullen ze hun uitstoot moeten verminderen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Weekendcollege | The morality of murder

Michael Sandel behoeft eigenlijk geen introductie meer. Zijn colleges over rechtvaardigheid zijn ware kijkcijferkanonnen. Wellicht dat dit college de gebeurtenissen van vorige week in enig perspectief kunnen plaatsen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boekrecensie | The Idea of Justice

Soms moet je gewoon ruiterlijk erkennen dat je eigenlijk te weinig van bepaalde materie weet om een diepgravend boek erover helemaal te kunnen vatten. Dat is helaas ook het geval met het boek The Idea of Justice van Amartya Sen. Misschien dat het me daarom ook bijna 2 jaar kostte om het boek uit te lezen.
Maar dat wil niet zeggen dat het zonde van de tijd was, integendeel.

In dit boek gaat Sen in op vrijwel alles wat er in de afgelopen honderden jaren is gezegd en geschreven over het streven naar rechtvaardige samenlevingen. En zoals de titel al doet vermoeden, speelt het standaardwerk van Rawls, A Theory of Justice, ook een grote rol. Maar dan vooral omdat Sen er in essentie afstand van neemt.

Een absoluut stelsel van rechtvaardige regels en instituten zijn volgens Sen niet haalbaar en niet wenselijk. De hele uitleg is vrij ingewikkeld, in ieder geval voor mij daar ik veel van de bekende theorieën op dit vlak überhaupt niet ken.
In mijn ogen komt het verhaal van Sen uiteindelijk neer op het volgende:
Het idee dat 1 raamwerk (bv socialisme of liberalisme) in staat is een perfect (of meest) rechtvaardige samenleving te creeëren is een illusie. Bescheidenheid zou de ideologen (niet de idealisten) dan ook sieren na het lezen van dit boek.
Er bestaat geen perfecte samenleving. Er bestaan alleen betere en slechtere varianten. En een proces van permanente verbetering put dus steeds uit alle mogelijkheden en kiest, na publiek debat, de beste optie voor iedere aparte uitdaging. Niet de perfecte dus en soms arbitrair gewoon een mogelijke optie. Als het de situatie maar beter maakt. Een niet genomen beslissing ter verbetering is slechter dan het (laten) wachten op een beslissing die past binnen jouw eigen raamwerk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onmenselijk, onvrij, ongelukkig of onrechtvaardig?

Nadat het nieuws over de geketende Brandon naar buiten kwam, is de discussie in Nederland over de zorg voor mensen met zowel psychiatrische problemen als een verstandelijke handicap opgelaaid. Wat ik interessant vind aan deze discussie, is de vraag waarom deze behandeling precies onrechtvaardig of immoreel is, en wat dat zegt over de onderliggende noties van rechtvaardigheid en menselijkheid. Zoveel mogelijk onafhankelijk van de specifieke casus.

De klassieke manier waarop Michael Sandel naar dit soort vragen kijkt is vanuit drie perspectieven: het utilitische, deontologisch-liberale perspectief en het perspectief van de deugdenleer. Vanuit het utilisme zou je moeten zeggen dat het centrale probleem is dat de ‘patient’ ongelukkig is. De maatregelen die genomen worden maken hem ongelukkig of minder gelukkig dan hij zou kunnen zijn. De oplossing hier is volgens mij simpel: sedatie gekoppeld aan geluksverhogende medicijnen. Je kan je voorstellen dat je te aggressieve en onvoorspelbare patienten lichamelijk immobiel maakt en geestelijk heel gelukkig. Toch is sedatie binnen de gezondheidszorg geen geaccepteerde methode meer. En het lijkt intuitief geen juiste oplossing.

Misschien is het dat in beide gevallen (vastketenen en drogeren) zwaar wordt ingrepen in de persoonlijke vrijheid van deze mensen. In het deontologisch-liberale perspectief staat het idee centraal dat mensen autonoom zouden moeten zijn. Ketens en drugs beperken de vrijheid van mensen. Echter als een moreel perspectief gaat deontologisch-liberalisme ervanuit dat mensen vrijheid ‘aan kunnen’, dat ze de rationaliteit bezitten om op een goede manier gebruik te maken van hun vrijheid. Er zijn gevallen te bedenken van psychiatrische patienten of verstandelijk gehandicapten die maar in beperkte mate rationeel zijn: die niet vooruit kunnen plannen, die snel wisselen van stemming, die gewelddadig zijn terwijl ze dat niet bedoelen. We geven kinderen ook geen volledige vrijheid omdat ze de vermogens nog missen om gebruik te maken van hun vrijheid: ze zijn niet nog niet volledig ontwikkeld, nog niet volledig rationeel. Soms wordt er bij verstandelijk gehandicapten de vergelijking met kinderen gemaakt en hun ontwikkelingsniveau uitgedrukt in termen als ‘de geestelijke vermogens van een drie-jarige’. Als er sprake is van zulke vormen van irrationaliteit en onderontwikkeldheid, kan een deontologisch-liberaal perspectief niet gelden: we kunnen geen vrijheden gunnen aan mensen die daar de rationaliteit voor missen. Dat zou onverantwoordelijk zijn: je laat een kind toch ook niet volledig vrij? De verantwoordelijkheid en de beslissingsbevoegdheid wordt gegeven aan de ouders en door hun aan de artsen, verplegers en psychiaters. Die kiezen voor deze oplossingen, maar deze lijken ons nog steeds onjuist.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Groen liberalisme

Uitstoot in de natuur (Foto: Flickr/melancholic optimist)

Wat kunnen toekomstige generaties van ons eisen? En hoe kunnen we zulke eisen rechtvaardigen? Deze vragen spelen een centrale rol in groene politieke filosofie, onder het label intergenerationele rechtvaardigheid. Vaak wordt gesteld, bijvoorbeeld door de Leidse filosoof Marius de Geus, dat de liberale traditie onvoldoende in staat is om rekening te houden met eisen van toekomstige generaties. Immers liberalen richten zich met name op het beschermen van de rechten, in het bijzonder het recht op bezit, van toekomstige generaties. Vanuit dit perspectief zijn denkers als Locke en Mill een soort Tea-Party‘ers avant la lettre. Deze filosofen zouden geloven dat iedereen recht heeft op zijn rechtmatig verkregen bezit. Wat jij verdiend hebt, wat jezelf heb geproduceerd daarmee mag jij doen wat je zelf wilt, dat hoef je niet te delen. Dat staat geen herverdeling toe, ook niet tussen generaties.

Daarmee wordt een belangrijk element van theorie van Locke overgeslagen. Locke maakt een onderscheid tussen de rechtvaardigheid van het toe-eigenen van nieuwe grondstoffen en de rechtvaardigheid van het handelen in grondstoffen. En waar het inderdaad zo is dat alle vrijwillige handel in grondstoffen rechtvaardig is, stelt Locke een grens aan hoeveel mensen zich mogen toe-eigenen. In Locke’s tijd waren er grote continenten nog door ‘niemand’ bewoond (Locke trok zich niet zo veel aan van het bestaan van native Americans en aboriginals), en daar groeide allerlei vruchtbare natuur, lagen allerlei waardevolle grondstoffen in en vloeide allerlei zoet water door heen. Volgens Locke mocht iedereen die daar appels plukt, die daar erts opgraaft of daar water drinkt dat houden. Als hij zich aan een aantal simpele regels hield.

Vorige