Schijn en systeem
COLUMN - Het heeft er alle schijn van dat de politiek inmiddels grondig kapot is – en daarmee ook democracy as we knew it. Dat de parameters van beleid tegenwoordig vaker op internationaal niveau worden bepaald dan in nationale parlementen, is op zich geen ramp. Dat burgers slechts zijdelings betrokken zijn bij de samenstelling van die internationale organisaties en zowel zij als NGO’s amper invloed kunnen uitoefenen op de agenda’s, standpunten, procedures en besluitvorming daar, is dat wél. Evenals dat burgers en NGO’s hun eigen zorgen er zo belazerd weinig terugzien.
Dat steekt des te meer daar dat bedrijven wel lukt, en zij een willig oor vinden.
Van de zoveelste verlenging van het auteursrecht of de uitbreiding van de reikwijdte van patenten; van intellectueel eigendom dat zo is opgerekt dat je ineens geen eigenaar meer bent van spullen die je toch heus eerlijk hebt gekocht – allemaal vérstrekkende veranderingen waar burgers niets en parlementen amper iets over te zeggen hebben gehad.
Daarnaast vormen en kleuren bedrijven ons dagelijkse leven zwaar, zonder dat burgers daar veel invloed op kunnen uitoefenen. Schaalvergroting, goedkoper fabriceren, werk uitbesteden aan rechteloze groepen, weigeren na te denken wat de rol van arbeid en loon nog is in een steeds verder geautomatiseerde wereld, is een vorm van korte-termijndenken die niet lang meer houdbaar is. Want wat moet er gebeuren met al die werklozen, al die uitgerangeerde mensen, zeker nu de staat zich ook steeds meer terugtrekt?