Hulspas weet het | Zo wijs als een bacterie

Bacteriën houden niet van zwemmen. Voor een microscopisch levensvormpje is gewoon water zeer viskeuze materie, en zwemmen is dus zwaar werk. Maar hij moet wel. Anders vind je niks. Een bacterie zwemt gewoon rechtuit, totdat hij een signaal krijgt dat er uit een bepaalde richting meer voedzame moleculen langskomen. Dan maakt hij een koprol, en zwemt weer door – in de hoop dat hij na de koprol in een gunstiger richting zwemt. Is dat niet het geval, dan wordt er weer een koprol gemaakt, enzovoorts. Johannes Keegstra, een promovendus van de Systems Biology groep van het AMOLF, bouwde een speciale microscoop waarmee hij het zwem-signaal-tuimelgedrag van één enkele bacterie kan volgen. Hij ontdekte dat genetisch identieke bacteriën zich heel verschillend kunnen gedragen. Keegstra: Elke bacterie lijkt een eigen persoonlijkheid te hebben. We vonden bijvoorbeeld dat de chemische drempelconcentratie waarop ze reageren, aanzienlijk verschilt tussen bacteriën. Daarnaast zag hij dat het signaalsysteem in een bacterie het ene moment gevoeliger is dan de andere. Hetzelfde signaal was de ene keer een tuimeling waard maar even later niet meer. Keegstra:

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: Anonymous Account (cc)

Het weblog als wetenschappelijk tijdschrift

COLUMN - Wat voor rol speelt de persoonlijkheid in de wetenschap? Het klassieke antwoord kennen jullie: geen enkele. De wetenschapper is volkomen neutraal en laat wanneer hij zijn laboratorium, bibliotheek of veldwerkveld betreedt al haar hobby’s, politieke en religieuze overtuigingen, culturele preoccupaties en sociale achtergrond achter in een speciaal daartoe bestemd met een pincode beveiligd kastje.

Er wordt op verschillende manieren aan dat ideaal geknabbeld. Sommige mensen vinden dat het naïef is om te veronderstellen dat je zo’n ideaal zelfs maar kunt benaderen, zeker in de mens- en geesteswetenschappen – er bestaat geen ‘objectieve’, buitenmenselijke kijk op de mens en zijn cultuur. Een ‘neutrale’ blik betekent maar al te vaak: de blik van de machthebber.

Voorbestemd

Tegelijk vinden andere mensen (of dezelfde, dat kan ik van hier af niet goed zien) dat de wetenschapper zijn eigen persoonlijkheid nu eenmaal moet inzetten om aan het brede publiek en/of de geldschieters te laten zien hoe leuk en boeiend en interessant onderzoek nu eenmaal is. Er is bijvoorbeeld een boek over wiskunde waarin wordt beweerd dat het wiskunde-onderwijs ruimte moet bieden aan voorlichting over de hoogoplopende ruzie tussen Leibniz en Newton omdat dit het vak zoveel aantrekkelijker maakt.

Ik ben er niet helemaal uit.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Gepersonaliseerd leren heeft de toekomst

COLUMN - In onze tegenwoordige maatschappij is men steeds meer getuige van innovaties op het gebied van ‘gepersonaliseerd’ leven. Deze snelheid van werken, leven en ontwikkelen is onomkeerbaar. Ook het onderwijs is hieraan onderhevig. Met name sinds de opkomst van de nieuwe digitale tijd, zijn scholen steeds meer op zoek naar een identiteit die voor hen het meest geschikt is. Echter, het traditionele onderwijssysteem, zoals dat doorgaans nog op verreweg de meeste scholen gehanteerd wordt, lijkt inmiddels achterhaald te zijn geworden.

Wanneer ik het heb over de ‘tegenwoordige maatschappij’, denk ik hierbij verder dan enkel het onderwijs. Leven, leren en werken zijn vandaag de dag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hierin krijgt men steeds meer mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling. Tegenwoordig is het immers mogelijk om alles op maat te (laten) maken en naar persoonlijke smaak in te richten. Van één soort koffie is bijvoorbeeld geen sprake meer. Het is een keuze-walhalla geworden, waarbij er gegarandeerd voor elke koffiedrinker een smaak van zijn of haar persoonlijke wens beschikbaar is. En van die antracietgrijze designer hoekbank met kersenhouten pootjes, is er vast ook eentje beschikbaar in kanariegeel voorzien van RVS-pootjes. Wanneer we deze metaforen gebruiken voor het onderwijs, zien we dat er nog een lange weg te gaan is.

Onlangs zag ik een presentatie van Jef Staes. Hij is spreker, auteur en een autoriteit op het gebied van het aanreiken van creatieve visies en innovaties binnen bepaalde organisaties. In zijn pleidooi heeft hij het over het feit dat tegenwoordig, door de digitale wereld waarin we leven, alles te leren en te vinden is. Dat is in de hele geschiedenis tot nu toe nog nooit voorgekomen. ‘Het verkrijgen van een diploma is enkel een bewijs van uitvoeren en reproduceren,’ zegt Staes. Door enkel te laten reproduceren, in een grotendeels vastliggende en extrinsieke omgeving, komen de aanwezige íntrinsiek gemotiveerde talenten van een leerling niet of nauwelijks bovendrijven. Dat is een gemiste kans. Naar zijn idee is dit een achterhaald gegeven en vraagt de toekomstige maatschappij juist om studenten en werknemers met een eigen visie, passie en talent. Diploma’s zijn hierbij niet meer doorslaggevend. Personalisering op onderwijskundig gebied zou een leerling goed doen en wellicht meer motiveren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mijn vingerafdrukken mag je hebben, maar niet als identificatiemiddel

Vingerafdruk (Foto: Flickr/Jack Spades)

Utrechts brekebeenburgemeester Aleid Wolfsen heeft zichzelf weer eens in het nieuws gebracht. In een uitspraak met een lokaal huis-aan-huiskrantje zei hij: “Vingerafdrukken zeggen niets over iemand persoonlijkheid, dus zijn ze niet persoonlijk.” Nu is het gedeelte na ‘dus’ pertinent onwaar. Als vingerafdrukken niet persoonlijk zouden zijn, zouden ze ook niet geschikt zijn voor identificatie.

Het interessante is het gedeelte voor de komma. Wat Wolfsen daar zegt is namelijk feitelijk wel juist. Mijn vingerafdrukken zeggen niets over mij dan wat de vorm van de ribbels op de huid van mijn vingertoppen is. Als ik nadenk over hoe privacygevoelig ik bepaalde informatie vind op basis wat je er over me kunt afleiden, dan kom ik op deze lijst:

  • Dagboek
  • Medische dossier
  • Volledige DNA-sequentie
  • Financiële gegevens
  • Vakantiefoto’s
  • Pasfoto
  • Adresgegevens
  • Vingerafdrukken
  • Naam

    De volgorde heeft een persoonlijke component, maar vingerafdrukken zullen bij niemand hoog scoren. We laten ze immers de hele dag overal achter. Als we dat echt een probleem hadden gevonden, dan hadden handschoenen wel tot de standaard kleding behoord, net als de onderbroek.

    Teun gaf de volgende reactie op Wolfsens Quote van de Dag:

    De lengte van uw geslachtsdeel of de hoeveelheid haar op uw aars zegt niks over uw persoonlijkheid, meneer Wolfsen, dus laat maar zakken, die broek.

    Maar dat snijdt daarom ook geen hout. Wat privé wordt geacht en wat niet, is namelijk een kwestie van cultuur.

    Dat cultuuraspect verklaart waarschijnlijk ook de weerstand tegen de opslag van vingerafdrukken. Het nemen van vingerafdrukken was tot voor kort een handeling die uitsluitend bij criminelen werd uitgevoerd. Zelfs CPB-voorzitter Kohnstamm wijst op die culturele connotatie als hij zegt dat de Nederlander wordt behandeld als ‘een potentiële crimineel’ als de vingerafdrukken worden opgeslagen in een database. Terwijl als de keuze is tussen een pasfoto en een vingerafdruk in een database, eerstgenoemde toch duidelijk meer informatie bevat die privacygevoelig kan zijn. Huidskleur, geslacht en leeftijd zijn niet uit een vingerafdruk af te leiden, wel van een foto.

    Met privacygevoeligheid van de vingerafdruk an sich valt het dus wel mee. Toch is het een buitengewoon onverstandig idee ze op grote schaal voor identificatie te gebruiken, juist omdat we er zo gemakkelijk mee omgaan en ze overal achterlaten. Stel dat je kan betalen met je vingerafdruk. Dan is skimmen een kwestie geworden van een vettig plankje, plakband en siliconenrubber. Wie geeft om privacy is daarom tegen de opslag van vingerafdrukken, niet om de reden dat opslag van de vingerafdrukken zelf zo belastend is, maar omdat de wel privacygevoelige informatie die ermee beveiligd wordt dan wel eens heel gemakkelijk bereikbaar zou kunnen worden voor kwaadwillenden.

  • Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

    In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.