COLUMN - Waarin Klokwerk zich verwondert over de selectieve kwaadheid van burgers en de oppositie.
Deze week vond Samsom dat het hoog tijd wordt dat pensioenfondsen, woningcorporaties, banken en beleggers weer gaan investeren in de Nederlandse economie. Voor de oppositie was dit natuurlijk aanleiding om er eens flink op los te twitteren.
Buma beweerde op hoge poten dat Samsom zou strooien met het geld van burgers om de crisis op te lossen. Roemer en Wilders gingen wat korter door de bocht en riepen in koor dat Samsom van God los en totaal de weg kwijt is. De SGP en de ChristenUnie reageerden soortgelijk.
Allen probeerden ze te scoren door zich vrolijk te maken over Samsoms oproep, als was het slechts een echo van Ruttes oproep twee maanden terug. De media deden daar vrolijk aan mee.
Maar daarmee gingen ze helaas volledig voorbij aan wat Samsom zei. Samsom stond niet te smeken, hij sprak over fiscale stimuleringsmaatregelen. En daarbij sprak hij niet zozeer over de beurs van de gewone burger, maar over de kapitaalpotten die in de Nederlandse samenleving aanwezig zijn.
Misschien zou het niet zo gek zijn om over het beheer van die potten eens een wat steviger woord te wisselen. Investeringen bepalen immers hoe de samenleving eruit ziet. In tegenstelling tot wat Roemer schijnt te denken is de overheid lang niet de enige die kan bezuinigen of investeren. Ondanks de crisis hebben we bij de banken en bij de pensioenfondsen nog steeds kapitalen weggezet. Heel veel problemen, waaronder de crisis, hebben alles te maken met de manier waarop wij ons spaargeld investeren.