De volgende gastbijdrage is van publicist Mohammed Benzakour. Afgelopen woensdag hield hij in het Amsterdamse Felix Meritis een voordracht op een bijeenkomst van de Dick Scherpenzeel Stichting waar gediscussieerd werd over de berichtgeving over het Midden-Oosten. Sargasso kreeg van Benzakour toestemming om zijn voordracht hier te plaatsen.
Vorig jaar verscheen in Amerika (na het essay) het geruchtmakende boek “The Israël lobby and U.S. Foreign Policy’, van de twee professoren Stephen Walt en John Mearsheimer. In 560 bladzijdes brengen zij minutieus in kaart hoe in de V.S al decennialang de Israël-lobby (een machtig politiek en mediamiek netwerk van joodse organisaties, christenfundamentalisten en neocons) aan de knoppen draait van de Amerikaanse Midden-Oostenpolitiek – met al zijn schadelijke effecten, voor de regio en voor Amerika zelf. Een moedig en baanbrekend standaardwerk over een onderwerp waarop al zo lang een groot taboe rust. Ook maakt dit boek duidelijk welke frisse en minder frisse strategieën deze lobby aanwendt om ieder kritisch debat over Israël in de kiem te smoren.
Behalve NRC Handelsblad en VPRO’s Tegenlicht is aan dit boek vrijwel geen aandacht besteed. Toen vorig jaar de Nederlandse vertaling verscheen, telde ik welgeteld één recensie, in de Volkskrant (20 oktober 2007). Deze kwaliteitskrant wees een joodse commentator aan wiens Israëlische preoccupaties elke week te bewonderen zijn in zijn column. En, tamelijk voorspelbaar, eindigde diens ‘recensie’ met de opmerking dat hij er een ‘nare smaak’ aan overhield – als bekend, een nauwelijks verhulde manier om iemand als ‘antisemiet’ weg zetten. Kortom: discussie gesloten. Een collega van mij stuurde hierop een klachtbrief naar de Ombudsman van de Volkskrant. Op zijn brief is nooit gereageerd, noch een ontvangstbevestiging. De ironie wil dat zowel de recensie als het zwijgen van de Ombudsman onbedoeld de kern van dit boek onderstreepten.