[Recensie: Orlando. Gezien: zondag 8 september 2013, Stadsschouwburg Amsterdam.]
RECENSIE - Op de vloer liggen grote planken die open en dicht kunnen, bedrukt met iets dat op het scherm wordt geprojecteerd: een reusachtige, kunstzinnige caleidoscoop. Het decor en de kleren geven het tijdsbestek aan – Orlando leeft honderden jaren, moet u weten. In 1500 is het ouderwets op het scherm, met een puzzel van perkament en oude kaarten, het moderniseert gaandeweg.
De actrice, een Vlaamse met een godzijdank zelfs voor mij verstaanbaar accent, draagt aanvankelijk een stug jakje boven haar lange jurk: ze is een man. Na een eeuw of zo gaat het vest uit en komen de zijden mouwen te voorschijn: ze is nu een vrouw.
Orlando is een verhaal over gender. Het is natuurlijk meer dan dat. Het is filosofie, poëzie, geschiedenis, talent en ontplooiing daarvan. Het is zoveel. De stijl van de prachtige vertaling/bewerking (van de actrice zelf, Katelijne Damen) klopt, hoor ik van de Amerikaanse schrijfster die mij vergezelt. Zij heeft het origineel van Virginia Woolf gelezen. Ik niet: ik heb alleen in de jaren ’80 of ’90 de mooie verfilming ervan gezien, met Tilda Swinton in de hoofdrol. Zij vertelt mij ook dat het verhaal op het leven van de auteurs grote liefde Vita Sackville-West is gebaseerd. Zoals in dat trieste moment aan het einde, wanneer Orlando’s huis een museum is geworden. Als vrouw mocht Vita het familiekasteel niet erven – dat kregen haar broers. Idem wanneer Orlando terugkeert in Engeland na haar verblijf in Constantinopel en bij de zigeuners: ‘The chief charges against her were (1) that she was dead, and therefore could not hold any property whatsoever; (2) that she was a woman, which amounts to much the same thing.’