ANALYSE - De kosten voor olie- en gaswinning lopen op. Wil de consument dat straks nog wel betalen?
De kosten, die oliemaatschappijen maken voor de winning van olie en gas lopen sterk op. De makkelijk winbare olie- en gasreserves raken op en het is ingewikkelder en vooral duurder om olie en gas uit schalie te winnen of uit zeer diepliggende aardlagen onder de zeebodem. Oliemaatschappijen moeten steeds meer uitgeven om die moeilijk winbare olie naar boven te halen.
In 2011 waren de uitgaven van de vijf bovengenoemde oliemaatschappijen 136,8 miljard dollar, 80% hoger dan in 2007. Die hogere uitgaven worden gecompenseerd door een hogere olieprijs en daaraan gekoppeld een hogere prijs voor producten als benzine en kerosine. Uiteindelijk betaalt de consument aan de pomp de stijgende kosten van olie- en gaswinning.
De hoeveelheid olie, die particuliere Westerse oliemaatschappijen produceren, stijgt niet, ondanks de flink gestegen kosten van de oliewinning.
In 2007 produceerden de vijf hierboven genoemde oliemaatschappijen dagelijks 9,5 miljoen vaten aardolie, ofwel 3,47 miljard vaten per jaar.
In 2011 was dat 8,6 miljoen vaten per dag, ofwel 3,14 miljard vaten per jaar.
In 2007 gaven de oliemaatschappijen per vat geproduceerde olie 21,8 dollar uit.
In 2011 kostte elk geproduceerd vat de oliemaatschappijen 43,6 dollar.
Dat is een verdubbeling in 4 jaar tijd.
Als deze trend zich doorzet, moet er in 2015 voor elk vat aardolie 86 dollar geïnvesteerd worden.