De oorlog tegen onszelf
Nu de oorlog tegen kerst voor dit jaar weer voorbij is, en we ons langzaam kunnen opmaken voor de oorlog tegen pasen (#zinin), valt me weer eens op in hoeverre rechts probeert te bepalen hoe iedereen in Nederland de feestdagen, oh shit, sorry, de kerstdagen moet beleven. “Prettige feestdagen” zeggen is een teken van cultuurverval. Nee, je moet “kerstdagen” zeggen. En dan nog iets als “gelukkig nieuwjaar” ofzo, omdat het tweede toch echt iets minder inclusief is dan het eerste. En inclusief is ook al een vies woord geworden, dus vandaar. En bij kerst hoort natuurlijk een kerstboom. Ikzelf heb zo’n stervend stuk hout in je huiskamer al jaren geleden in de ban gedaan, maar tegenwoordig komt je naam ergens op twitter op een lijstje te staan met landverraders als dat bekend wordt. Of een lijstje van mensen waarmee na de ‘omwenteling’ zal worden afgerekend (zwaait).
Ook de koning was hiervoor niet immuun. Hij waagde het om geen doodgaande den zichtbaar in beeld te hebben staan tijdens zijn kersttoespraak (ik persoonlijk zou het een feestdagenvoordracht willen noemen) en werd aangehaald als voorbeeld van het verval van onze cultuur. Neutraal verslaggever Wierd Duk viel het ook op, en de Telegraaf tikte het relletje rustig over in haar kolommen, maar vergat erbij te vermelden dat er al minstens 30 jaar geen boom binnenshuis is te bekennen, bij die koninklijke toespraak. Waarschijnlijk vanwege de naaldenallergie van de gemiddelde gereformeerde medemens, overigens. En die tolereren en accommoderen hoort blijkbaar wél bij onze cultuur.