Komt het van De Speld of is het echt nieuws?
QUIZ – Soms is de werkelijkheid gekker dan de satire erover.
Sommige onderwerpen die in Kunst op Zondag aan de orde zijn geweest, blijken regelmatig in het nieuws terug te komen. Een greep uit het laatste nieuws. Op zoek naar ‘kunst in het nieuws’ kijken we elke week of er noemenswaardige tentoonstellingen in musea zijn. Nu zijn er behalve de bekende kunstmusea ook veel andere musea die af en toe wat aan kunst doen. We schreven eerder over in opvallende architectuur gehuisveste musea en we hadden een gastbijdrage over natuurhistorische musea die kunst tentoonstellen. Niet alleen de kunstmusea ook andere musea doen de gekste dingen om publiek te trekken. Ons oog viel op een merkwaardig samenvallen van kunst en kitsch (waarover we ook schreven in de trilogie over nepkunst). Op 28 augustus kunnen bezoekers hun schilderijen, beelden, vazen, uurwerken of sieraden laten taxeren door een veilingmeester. Een stuntje van de pr-afdeling van het Nationaal Baggermuseum? In dat museum tref je geen kunst aan. Wel modellen van schepen en baggerinstallaties. Een combinatie die fraai verbeeld aan de oever van de Maas bij Keent (Oss) staat. De “Maasarm’ van Willem Claassen, van wie in juli nog werk te zien was in De Fabriek in Eindhoven. Misschien moet het Nationaal Baggermuseum eens wat kunstenaars aantrekken om publiek te trekken? Willem Claassen – Maasarm, 2011. In de trilogie over nepkunst kwam ook de kunstroof voor die eerder dit jaar in museum Bommel van Dam plaatsvond. De grootste kunstliefhebbers zijn criminele kunstliefhebbers, schreven we vorig jaar hier.
QUIZ – Soms is de werkelijkheid gekker dan de satire erover.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
OPINIE - Waarom leveren media steeds minder nieuws over dingen die gebeurd zijn en gaat het steeds vaker over wat nog komen gaat?
In De Groene Amsterdammer schrijft Rob Wijnberg over de neiging van media tot speculyse, het in commentaren en analyses vooruitlopen op gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Nieuws is steeds vaker ‘..dat wat er eventueel, mogelijk, misschien, vermoedelijk staat te gebeuren….De orakels staan niet meer in Delphi maar voor de camera’s van de NOS.’ Voorbeelden te over, de afgelopen week. Wijnberg noemt de bekentenissen van Lance Armstrong over zijn dopinggebruik, de benoeming van Jeroen Dijsselbloem tot voorzitter van de Eurogroep en de klassieke speculyse-hit voor het hele gezin : de Elfstedentocht.
En ook op Sargasso voegen we ons vrolijk naar deze nieuwe trend. Ik beken het ruiterlijk.
De vraag is natuurlijk: waarom? Wat verklaart het feit dat de media, die we vanouds raadplegen om te weten wat er onlangs gebeurd is, ons nu steeds meer meenemen naar de (nabije) toekomst met voorspellingen over wat er komen gaat? Wijnberg beantwoordt deze vraag niet. Ik heb twee dingen in gedachten. De eerste verklaring zou kunnen zijn dat kranten, radio en televisie, de oude media, de snelheid van het nieuws niet meer kunnen bijhouden. We weten dankzij de nieuwe media, met Twitter op de eerste plaats, alles binnen seconden nadat het is gebeurd. Daar zijn die oude media veel te log voor. Journalist met camera sturen, een heel apparaat met tientallen mensen in werking zetten. Voordat je het weet is het oud nieuws. Daarom was er langer een verschuiving in de media van nieuws in de oude zin van het woord, de rapportage van de verslaggever, naar de analyse, het achtergrondverhaal. Er moet nieuwe content gevonden worden om het medium overeind te houden. En van de analyse naar de speculyse is eigenlijk niet zo’n grote stap.
DATA - Het CIDI rapporteert jaarlijks cijfers over het aantal antisemitische incidenten. Een belangrijke monitor om dit gevoelige aspect in de gaten te houden. Verschillende media spreken in de kop over een stijging. Dit geldt echter alleen voor een deel van de incidenten. Overall daalt het.
Zoals ik reeds twee maal hier in postjes aandacht aan gegeven hebben, doet het uitlichten van een negatief aspect van in essentie positief nieuws afbreuk aan de geloofwaardigheid van hetgeen overgebracht moet worden.
Update (kwartier na post): Oorspronkelijk had ik in de tekst de schuld voor het brengen van het negatieve aspect bij het CIDI zelf gelegd. Het bleek echter dat CIDI een neutraler persbericht had (stond iets later online). Ik heb de tekst daar alsnog op aangepast. Excuus richting CIDI.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Nieuw kabinetsstandpunt? Van staatssteun gaat een perverse prikkel uit. Minister Schippers waarschuwt ziekenhuizen dat ze niet op staatssteun hoeven te rekenen. In het NRC noemt ze de staatssteun aan banken pervers.
Doublethink is een begrip dat door George Orwell geïntroduceerd is in zijn beroemde roman ‘1984’. Het is een mentaal mechanisme dat mensen in staat stelt oprecht en tegelijkertijd twee volkomen tegengestelde ideeën te geloven zonder die tegenstelling als problematisch te ervaren.
In de ruim tien jaar dat ik me in Nederland heb beziggehouden met opensource en open standaarden in de publieke sector ben ik heel wat geoefende doublethinkers tegen gekomen. Zo is mij gedurende al die jaren door ‘experts’ en insiders geduldig uitgelegd dat de migraties naar opensource desktops die de community wilde onmogelijk waren omdat ambtenaren niet met andere platformen konden werken. Non-techies iets anders geven dan de Windows+Office desktop waarop ze getraind waren in het Nederlands onderwijs zou tot rampen leiden. Het Kon Echt Niet.
De stelligheid waarmee dit (tot op de dag van vandaag) op allerlei plekken als tegeltjeswijsheid gezegd wordt heeft mij altijd verbaasd. Eerder was Nederland namelijk van WP5.2 op DOS naar Word6 op Windows gemigreerd en toen is de Aarde toch ook echt gewoon blijven draaien, gingen kinderen naar school en kwam er water uit de kraan.
De diverse migraties, de meeste buiten Nederland, laten inmiddels ook zien dat gewone eindgebruikers prima hun werk kunnen doen met alternatieve platformen, mits ze daar even wat uitleg en ondersteuning bij krijgen (iets dat men trouwens ook volkomen normaal vindt bij de migratie naar nieuwe releases van de gebruikelijke proprietary systemen).
Dezelfde mensen die jaren lang met grote stelligheid beweerden dat ‘Het Echt Niet Kon’ zijn inmiddels druk bezig om heel trots iPads uit te rollen naar allerlei managers en directeuren die daar om allerlei redenen om vragen, of ze zelf meenemen. Kennelijk is de adoptie van een totaal ander platform, met een totaal andere interface, helemaal niet zo problematisch als al die jaren is gesteld. Huh?
De klassieke ‘Rijkswerkplek’ bloedgroep aangevoerd door IT hoofden van ministeries, gemeenten en gesteund door Microsoft, Pinkroccade en Centric, wilde jaren lang heel Nederland ‘standaardiseren‘ op proprietary tools. Het beheer daarvan dan zou dan gedaan worden door de Nederlandse businesspartners van Microsoft. Indien gevraagd waarom zo’n kwetsbare en peperdure monocultuur noodzakelijk is roept men: ‘samenwerken!’. Want ‘samenwerken’ kan volgens deze mensen alleen als iedereen met exact dezelfde spullen werkt (nevermind dat op internet miljoenen mensen samen dingen doen met zeer verschillende tools). En die spullen moeten aansluiten bij wat mensen al kennen want iets nieuws leren is tenslotte ‘niet realistisch’.
De Web2.0 bloedgroep wil alles in ‘de cloud’ zodat ze met iPads vanuit de Starbucks kunnen ‘samenwerken’ met collega’s en consumenten-burgers-ondernemers. Dat dit de controle over de informatievoorziening van de staat in handen legt van oncontroleerbare private en buitenlandse partijen is geen onderdeel van de discussie. ‘We moeten met de modernste tools kunnen werken!’ Gevraagd wat men dan concreet zou willen doen blijft het antwoord vrijwel altijd schuldig of wordt er wat gemompeld over experimenten en het belang van ‘samenwerken’.
Beide bovenstaande bloedgroepen worden door elkaar en na elkaar geprogrammeerd op ‘e-government’ congressen en andere feesten zonder dat iemand deze tegenstellingen lijkt waar te nemen. Het is Doublethink in z’n ultieme vorm: het tegelijkertijd geloven van twee tegengestelde ideeën zonder een conflict te ervaren. van 11:00 tot 11:30 geloven dat een Microsoft monocultuur een noodzakelijke randvoorwaarde is om ambtenaren ’te laten samenwerken’ en dan van 13:30 tot 14:00 met evenveel gemak geloven dat hippe 2.0 ambtenaren gewoon met hun privé aangekochte iPad, geautoriseerd via LinkedIn, op het Rijks-intranet moeten kunnen zodat ze eindelijk kunnen ‘samenwerken’ met andere ambtenaren. En niemand wijst naar de kleren-loze keizer en stelt vast dat minstens één van deze twee verhalen onzin moeten zijn (en waarschijnlijk beide).
Ondanks al deze focus op samenwerken zitten overheidsorganisaties elkaar regelmatig dwars, werken langs elkaar heen, vinden wielen 300 keer opnieuw uit of wijzen naar elkaar als er dingen fout gaan. Van zoveel surrealisme kunnen zelfs Caligula en G.W. Bush nog wat leren.
Opensource vs proprietary in de overheid is slechts één van de voorbeelden waar sluwe verkopers van dubieuze bedrijven kennelijk veel gewenster zijn dan personen met aantoonbare expertise. Ook bij het EPD, stemcomputers, de OV-chip en de beveiliging van haar eigen systemen kiest de overheid actief voor liegende en bedriegende verkopers en/of incompetente ambtenaren ten gunste van belangeloze burgers en academici met aantoonbare top expertise.
Na lektober en het Diginotar drama leek het er even op dat er wellicht een lampje was aangegaan maar inmiddels is duidelijk dat men problemen oplost door ze als onveranderbare werkelijkheid weg te definiëren. Met de logica van ‘het-is-nu-eenmaal-zo-dat’ is jarenlang iedere beweging naar grotere leveranciersonafhankelijkheid en diversiteit van systemen tegengehouden. Nu wordt dezelfde logica gebruikt als excuus bij het falen rond beveiliging. Het is een beetje alsof brandveiligheid wordt gerealiseerd door te roepen dat niet alle gebouwen in brand staan en de brandweerauto’s er bovendien met 130Km/u naar toe mogen rijden. ‘We reageren dus heel snel!’. Preventie wordt gezien als lastig en bovendien: ‘het-is-nu-eenmaal-zo dat je het nooit veilig krijgt’.
Ondanks deze meest recente knieval voor buitenlandse spionage diensten en criminelen gaan talloze megalomane IT-projecten gewoon door. De burger moet de overheid dus wel vertrouwen met allerlei intieme gegevens ondanks het feit dat die overheid zelf toegeeft niet in staat te zijn deze adequaat te beveiligen. Als uitvoerende van zo’n project moet je Doublethink wel tot een permanente mentale toestand hebben gemaakt om niet in ernstige gewetensnood te komen.
Ooit was er een overheid in Nederland die de Deltawerken bouwde en er voor zorgde dat Nederland in de top-2/3 van de wereld meedraaide op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, veiligheid, democratie en transparantie van bestuur. Alleen Zweden en Denemarken deden het soms beter.
Vandaag de dag voelt het alsof de Nederlandse overheid zichzelf aan het opheffen is. Kan niks, wil niks, doet niks. Wellicht moeten wij er als burgers ook zo tegenaan kijken. Geef ze niks, vraag ze niks, verwacht niks. Het Zenboeddhisme van de burger-overheids relatie. Happiness is low expectations!
Cybercrime en cyberoorlog zijn op dit moment de hippe termen om als overheid extra middelen en mogelijkheden te verwerven. Als men cybercrime kan combineren met de distributie van afbeeldingen van kindermisbruik (ook wel bekend als kinderporno) is het helemaal prijsschieten. Dan mag bijna alles. Wat daarbij vreemd blijft, is dat al die aandacht gaat naar het distribueren van afbeeldingen, terwijl het toch om die kinderen zou moeten gaan. Ik heb nooit helemaal begrepen hoe die kinderen worden beschermd door het filteren op die afbeeldingen.
Bart Schremer gaf afgelopen week in zijn opiniestuk een overzicht van de vragen waar opsporingsinstanties mee zitten. Enerzijds verwacht de samenleving (of liever het mediasysteem) van wetshandhavers dat alle misdaad onmiddellijk en perfect wordt opgelost, en dan liefst ook nog voor een bescheiden budget. Anderzijds willen de meeste Nederlanders nog steeds liever geen politie-staat naar Noord-Koreaans of Amerikaans model.
Maar wat in alle discussies over toelaatbare opsporingsmethoden, (cr)(h)ackende KLPD-ers en crime-fightende politici ontbreekt, is de vraag waarom cybercrime zo enorm gegroeid is. Het feit dat we veel meer en complexere IT gebruiken zal daar zeker aan hebben bijgedragen. Maar een belangrijke andere factor is de enorme digitale ongeletterdheid onder verreweg de meeste burgers en een extreme technische mono-cultuur op de desktop. Afgezien van wat slappe voorlichtingscampagnes doet de overheid er weinig aan burgers echte kennis en volwassenheid bij te brengen.
Als je al wat langer online zit (=langer dan 15 jaar) is het lastig je voor te stellen dat veel internetgebruikers van vandaag helemaal niet weten hoe een URL in elkaar zit. Met de browsers van vandaag is dat ook niet meer zo nodig. Vaak zie ik mensen een naam van een site in Google intikken (die als homepage ingesteld staat) en daarna doorklikken. En dus voert men ook zonder blikken of blozen bankgegevens in op helpdesk.br.ru/ING, of iets dergelijks. Want het logo stond in de mail en het is toch de helpdesk van de ING? Als mensen het verschil zouden snappen tussen een top level domein en de rest van de URL, kunnen ze zelf waarschijnlijk wel bedenken dat hun ING bank niet in Rusland huist.
Een van de belangrijkste oorzaken van het succes van cybercrim is dus de diepe onwetendheid van de meeste computergebruikers. Deze onwetendheid wordt mede veroorzaakt door een onderwijssysteem dat op trucjes traint in plaats van dat het mensen echt inzicht biedt. Het ‘computerrijbewijs’ is gewoon een cursus MS-Windows & MS-Office en geeft geen enkel inzicht in wat een computer doet of hoe netwerken functioneren. Niet dat iedereen tot systeemprogrammeur hoeft te worden opgeleid, maar en set minimale inzichten (zoals het kunnen ‘lezen’ van een URL) zou al veel leed kunnen voorkomen.
Daarnaast blijft de enorme monocultuur van computersystemen een groot probleem dat de overheid nog steeds actief groter maakt. Zo is het in Nederland vrijwel onmogelijk de middelbare school af te maken zonder toegang tot een systeem met MS-Windows en MS-Office. Een school besturen en gefinancierd krijgen is nog veel moeilijker. Studeren aan veel universiteiten is zonder Google-account in hoog tempo onmogelijk aan het worden en voor het functioneren aan andere instellingen is een Facebook-account verplicht.
De Tweede Kamer, horend de beraadslaging, constateerde in 2002 al dat software een cruciale rol speelde in de kennissamenleving, en dat de aanbodzijde van de softwaremarkt op dat moment sterk geconcentreerd was. De Kamer verzocht de regering dan ook zich maximaal in te zetten om hier verbetering in aan te brengen.
Het zijn de eerste zinnen van de Motie Vendrik over de niet-functionerende markt voor desktopsoftware, die al vrij snel buiten beeld zijn geraakt in alle discussies over PDF/A en welk opensource CMS nou het beste is. Maar het ging dus in eerste instantie om een verstoring van de softwaremarkt, niet de interne bedrijfsvoering van middelbare scholen, gemeentes en agentschappen. Die verstoring oplossen is een veel taaiere klus dan ‘iets met open standaarden doen’.
Hoewel steeds meer rekenwerk in mistige wolken gebeurt, verloopt de interactie met die wolken nog steeds voornamelijk via desktop/laptopsystemen. En de markt voor deze systemen is nog vrijwel net zo gemonopoliseerd als in 2002. Diegene die controle heeft over deze desktops, heeft de facto controle over de informatievoorziening van Nederland. Tot nu toe lijken vooral criminelen interesse te hebben in onze desktops. Het desktoplandschap van Nederland is een extreme software mono-cultuur. Deze mono-cultuur maakt ons kwetsbaar, en de afgelopen tien jaar heeft de overheid vrijwel niets gedaan om deze kwetsbaarheid te verlagen.
De rol van IT voor het van seconde tot seconde functioneren van onze samenleving is de afgelopen jaren echter sterk toegenomen. Ziekenhuizen, havens, vliegvelden, scholen, politiebureaus en ambulance dispatchers? Allemaal kunnen ze alleen functioneren met werkende desktop Pc’s. En die Pc’s draaien vaak Windows zonder de laatste updates. Criminelen of buitenlandse cyberlegers die deze systemen kunnen overnemen of uitschakelen hebben onze samenleving in een wurggreep.
Als cybercrime en wellicht cyberoorlog echt zo belangrijk is, zou het logisch zijn als de overheid een begin maakt met computeronderwijs dat ook echt onderwijst, het zo snel mogelijk afbouwen van onze software-mono-cultuur en het reduceren van de hoge afhankelijkheid van buitenlandse dienstverleners. Op deze gebieden echte stappen zetten heeft meer zin dan nog meer macht geven aan een overheids-apparaat dat daardoor steeds meer totalitaire trekjes krijgt, terwijl de competentie ervan terecht nog zeer ter discussie staat.
Update, terwijl ik de column aan het schrijven was maakte een vermoedelijk Russische crimineel mijn punt nog eens even door 100.000 computers te besmetten via een java kwetsbaarheid en een hack van de website nu.nl. Alle besmette system draaiden MS-Windows. Veel meer details in het post-mortum rapport van Fox-IT.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
NIEUWS - Oud-wethouder Jo Dejong (58) van Meerssen is maandagochtend dood thuis gevonden. Dejong trad af als wethouder nadat hij een vrouwelijke gemeenteambtenaar tegen haar wil een tongzoen had gegeven. Dat gebeurde tijdens een ambtenarencarnaval.
Op verzoek van de familie geeft de gemeente geen commentaar. Wel heeft de lokale Limburgse omroep een link naar een korte verklaring van de gemeente staan
NIEUWS - Crisis oorzaak dat minder mensen eigen baas willen zijn. Een trend die in heel Euroap is waar te nemen volgens een rapport van de Europese commissie, dat vandaag uitkwam.
Vers voedsel uit de regio draagt bij aan snellere genezing en dringt verspilling terug. St. Maartenskliniek in Nijmegen boekt succes.