Leven in de improvisatie-maatschappij
Een gastbijdrage van Hans Boutellier. Op 2 december presenteerde Hans Boutellier zijn nieuwe boek: ‘De improvisatie- maatschappij. Over de sociale ordening van een onbegrensde wereld’. Hieronder twee fragmenten uit het eerste hoofdstuk. Het stuk is ook op de interessante website Het Sociale Debat te lezen.
In een digitaal onbegrensde wereld is identiteit eens temeer een kernopgave van staten, gemeenschappen, instituties en individuen. De ‘power of identity’ valt moeilijk te overschatten. Een saillant voorbeeld daarvan betreft een uitspraak van prinses Maxima in 2008 dat ze de Nederlandse identiteit had gezocht, maar niet had gevonden. Ze deed die bij de presentatie van een rapport dat, subtiel, Identificatie met Nederland (WRR 2007) is getiteld. We identificeren ons volgens dit rapport met vele posities en rollen, hetgeen het idee van een eenduidige nationale identiteit relativeert. Het leek de WRR dan ook aangewezen als overheid niet te veel te tamboereren op het vraagstuk van nationale identiteit.
Nationale identiteit
Deze enigszins voor de hand liggende stelling kwamen Maxima en de WRR op buitengemeen felle reacties te staan. Publicist Paul Scheffer sprak op de tv zelfs van een belediging van de Nederlanders. Waar de natiestaat op diverse fronten onder druk staat – door de economische globalisering, door de informatiemaatschappij, door de Europese Unie, door de miljoenen nieuwe Nederlanders – groeit de hoop op een nationale identiteit, die vervolgens niemand weet te definiëren. Zo werd met veel poeha in 2006 besloten tot een nationaal historisch museum dat vervolgens (althans vooralsnog) naar de postmoderne ratsmodee is geholpen.