Enige tijd geleden had ik advies nodig over een persoonlijke beslissing (de aard van de beslissing doet voor het verhaal niet ter zake), en ging hiervoor te rade bij een kennis. De man leek mij verstandig en meevoelend, en kende me bovendien behoorlijk goed. Er was echter een nadeel: de man was een toegewijd evangelisch christen. Het feit dat hij Jezus als de enige werkelijke oplossing voor mijn problemen zag, en dit vrij helder liet doorschemeren, was het punt niet. Erger was dat hij op het moment eenvoudigweg niet in staat was om zich op mijn vraag te concentreren. Wat was er gebeurd? Zijn vrouw, een atheïste, had hem het boek 'The God Delusion' van Richard Dawkins gegeven, hem zeggende dat dit hem gegarandeerd van zijn godsdienstwaanzin zou genezen. Hij had het boek gelezen en voelde zich oprecht beledigd. Zo beledigd dat hij niet meer in staat was om interesse voor de medemens op te brengen. Ik was redelijk meegaand, want hoewel ik atheïst ben was ook ik niet erg onder de indruk van Dawkins' boek. Hij beschouwde dit als steun, en drukte mij aan het einde van de avond met zeer veel nadruk het boek 'I don't have enough FAITH to be an ATHEIST' van Norman L. Geisler en Frank Turek in handen. Een boek dat hij vermoedelijk ook aan zijn vrouw had laten lezen. Het is onbeleefd om een geschenk af te slaan, dus zei ik dat ik het erg waardeerde, maar dat ik niet kon garanderen dat ik er aan toe zou komen om het te lezen. "Oh, maar je MOET het lezen!" zei mijn kennis.