Afschrijvingen | Is Sandel eigenlijk een econoom?
Komende vrijdag is er weer de Nacht van de Filosofie. Dit keer is het thema ‘schuld en boete’ en ligt de economie op de snijtafel. Homo economicus, de psyche van de bankier, de invloed van economie op onze cultuur, moraal, op ons lichaam – alles komt aan bod. Naast de Joris Luyendijken en Ewald Engelens, en helden als Tomas Sedláček, krijgen we ook hoog bezoek: Harvard-filosoof Micheal Sandel komt vertellen over zijn boek Niet Alles is te koop. Sandel bezit een zeldzaam scherp analytisch fileermes, dat we kennen uit zijn eerdere werk over rechtvaardigheid. In Niet alles is te koop zet hij dat mes in de marktsamenleving en probeert hij er de moraal uit de fileren. Dat lukt voor een deel. Ik zou alleen de econoom nog niet willen afschrijven zoals Sandel dat doet, temeer ook omdat Sandel zelf behoorlijk economisch denkt.
‘De markt’ heeft sinds de jaren tachtig een ongekende opmars gemaakt. Niet alles is te koop zit bomvol voorbeelden van wat je tegenwoordig allemaal kunt kopen: van verblijfsvergunningen en bruiloftstoespraken tot advertentieruimte op politieauto’s, van andermans levensverzekeringen en CO2-uitstootrechten tot de naam van de gymzaal van een middelbare school. Het leeuwendeel van deze voorbeelden betreft Amerika, maar je zou met gemak Nederlandse voorbeelden kunnen aanwijzen: denk bijvoorbeeld aan het sponsoren van rotondes.