Gevangenisstraf moet het allerlaatste redmiddel zijn

Misdaad en straf zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het huidige strafrechtssysteem. Volgens strafrechtjurist prof. mr. Jacques Claessen moet het anders. Hij pleit voor een rechtssysteem waarin er aandacht is voor de mens achter de misdaad, voor herstel en voor rechtvaardigheid. Een beter alternatief? We kennen allemaal de krantenkoppen over de recente avondklokrellen. “De heftigste rellen in 40 jaar”. “Plunderingen, brandjes, stenen naar de ME”. “Het leek wel oorlog”. Hoewel iedereen best begrijpt dat er onvrede en woede heerst over de huidige coronamaatregelen, is geweld nooit de oplossing. De eerste ingeving van politici én onszelf is dan ook vaak om hard te oordelen en hard op te treden. Een logische gedachtegang als we kijken naar ons huidige strafrechtsysteem. Een dader pleegt een misdaad en belandt na een rechtelijk proces achter de tralies. Toch wordt niemand beter van een gevangenisstraf, stelt strafrechtjurist prof. mr. Jacques Claessen (Universiteit Maastricht). Daarom pleit hij voor een minder zwart-wit rechtssysteem waarin de mens weer centraal komt te staan. Op misdaad volgt straf. Toch? Op zijn zachts gezegd was het kabinet niet blij met de avondklokrellen. “Dit heeft niets met corona te maken, dit is misdadig. We gaan er keihard tegenin,” aldus demissionair minister Grapperhaus. En dat gebeurde. Nu, iets meer dan een maand na de rellen, zijn er al 79 veroordelingen. De relschoppers vallen onder het snelrecht, waarmee ze binnen drie weken voor een politierechter verschijnen. De rechter stelt vervolgens welke wet er precies overtreden is en bepaalt welke straf de dader krijgt. In dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een schadevergoeding. Het is een vrij rationeel en zakelijk proces dat gebaseerd is op het principe van vergelding. Een dader moet en zal boeten voor zijn misdaden. Ook demissionair premier Rutte oordeelde hard tijdens zijn bezoek aan de Haagse Schilderswijk: “Dit is crimineel gedrag en dan gaan we niet zoeken naar diepe sociologische betekenissen of oorzaken.” Dit is wel heel kort door de bocht volgens Claessen. Hij denkt dat het juist wél belangrijk is om deze uitingen van geweld in de context van de coronacrisis en de maatschappelijke onvrede te plaatsen. “De ogen daarvoor sluiten leidt ertoe dat de oorzaken die hebben geleid tot de rellen, niet doeltreffend worden aangepakt. Mensen handelen niet in een vacuüm.” Van straf naar herstel De zoektocht naar onderliggende oorzaken staat niet gelijk aan het goedpraten van de misdaad. Het is een fundamenteel ander perspectief op de relatie tussen misdaad en straf zoals wij dat kennen. Een focus op herstel in plaats van straf, op verzoening in plaats van vergelding. Volgens Claessen is dit een veel doeltreffendere manier om herhaling te voorkomen. “Misdaad is een conflict tussen mensen. Herstelrecht streeft ernaar om het onderliggende conflict op te lossen.” Het herstelrechtssysteem houdt daders dus actief verantwoordelijk voor hun (mis)daden. Dit gebeurt niet wanneer ze voor lange tijd in de gevangenis belanden en passief hun tijd uitzitten (in het Engels letterlijk doing time). Hoe dan wel? Denk aan een schadevergoeding, vrijwilligerswerk, taakstraffen of een agressietraining. Claessen ziet ook heil in herstelconferenties. Daders, slachtoffers, buurtgenoten én overheidsmedewerkers gaan met elkaar in gesprek en komen al pratend tot een passende oplossing. Waar slachtoffers in het strafrechtssysteem vooral toeschouwer zijn, krijgen ze in het herstelrechtssysteem weer een stem. Juist wanneer we voorbij de juridische benadering van misdaad en straf kijken ontstaat er ruimte voor een menselijkere visie. Daders zijn meer dan hun misdaad en slachtoffers zijn meer dan het misdrijf. Kortom, er is meer dan simpel ‘goed’ en ‘kwaad’. “Als wij onderweg een mens tegenkomen die, ook onderweg, ons tegemoetkwam, dan kennen wij slechts ons stuk van de weg, niet het zijne; het zijne beleven wij slechts in de ontmoeting.” Filosoof Martin Buber (1878-1965) Niet iets nieuws Dit holistische rechtssysteem van herstel en strafbemiddeling klinkt misschien als iets moderns, maar niets in minder waar. In traditionele culturen als de Maori of de Inuit werden misdrijven al afgehandeld in informele stambijeenkomsten. Gerechtigheid, verzoening en vrede voerden de boventoon. Tot en met de middeleeuwen heeft de westerse wereld een vergelijkbaar systeem gehad. Het strafrecht zoals dat tegenwoordig bestaat is pas geïntroduceerd door Napoleon ten tijde van het absolutisme, twee eeuwen geleden. Een terechte vraag is of deze overgang te maken heeft met beschaving of met machtsvertoon? Terug naar de basis Het is zeker niet de bedoeling om misdaad en straf te romantiseren, benadrukt Claessen. Herstelrechtvoorzieningen vragen veel van het empathisch vermogen van de mens en gaan uit van een gedeelde morele basisregel: “Gij zult een ander niet schaden”. Daders én slachtoffers moeten bereid zijn met elkaar in gesprek te gaan. Vaak ontstaat hieruit wel iets moois, een wederzijdse oplossing of op z’n minst het gevoel dat je je verhaal kwijt kan. Willen één of meerdere betrokkenen niet vrijwillig meewerken dan kan er altijd over worden gegaan tot herstelgerichte sanctioneringen. Denk aan een herstelgerichte taakstraf of een korte (thuis)detentie. Claessen: “straf is immoreel en vaak ineffectief. In 2021 lijken we dit vergeten te zijn. Strafrecht is vaak het eerste redmiddel en niet het laatste. Ik zou dat graag anders zien.” Claessen heeft dan ook zo zijn eigen idee over de rechterlijke aanpak van de avondklokrellen. In plaats van een passieve gevangenisstraf, pleit hij voor een actieve aanpak die de intrinsieke motivatie tot herstel aanspreekt. Laat de flessengooiers en de demonstranten op het Museumplein in gesprek gaan met winkeleigenaars, agenten en de gemeentes. Focus samen op een betere en rechtvaardigere toekomst. Dit artikel van Eline Kraaijenvanger verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht. De lezing 'Voorbij misdaad en straf', van prof. mr. Jacques Claessen is een van de lezingen in de serie livestreams 'The bigger picture (Over oorzaak-gevolg in een complexe wereld)'.

Foto: The Advocacy Project (cc)

Srebrenica: een spook met veel gedaantes

ACHTERGROND - Politicoloog dr. Erna Rijsdijk (Nederlandse Defensie Academie) legt in een lezing in de reeks ‘Duister verleden’ uit hoe Srebrenica een soort spook is geworden dat rondwaart in de Nederlandse maatschappij.

De val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 houdt de gemoederen bezig. Na twee NIOD-rapporten en diverse journalistieke reconstructies lijkt het spook nog steeds niet bezworen.

“De naam Srebrenica doet veel Nederlanders pijn. …  In juli 1995 gebeurde daar iets vreselijks.” Zo begint het hoofdstuk over de val van Srebrenica in de canon van de Nederlandse geschiedenis. Gevolgd door een nogal simpele weergave van wat nu bijna 22 jaar geleden gebeurde: meer dan 7000 moslims werden gedeporteerd en vermoord op gezag van de Bosnisch-Servische generaal Mladić, ondanks de aanwezigheid van Nederlandse VN-militairen.

Aandacht voor de massamoord in de Nederlandse schoolboeken is er nauwelijks. Toen ik op de middelbare school zat, kwam het een enkele keer ter sprake. En als we het er al over hadden, ontbrak het aan een Bosnisch perspectief en was er geen ruimte voor de context waarin deze verschrikkelijke gebeurtenis zich voltrok.

De contouren van het spook

De manier waarop de val van Srebrenica doorleeft in de Nederlandse samenleving is diffuus, ongrijpbaar, maar aanwezig: het is een spook. Volgens Rijsdijk is het misschien wel interessanter om te kijken naar hoe zo’n gebeurtenis blijft rondspoken in de samenleving dan naar wat er feitelijk gebeurd is. Want, zoals de Amerikaanse politicoloog Wendy Brown schreef: “We inherit not what really happened to the dead, but what lives on from that happening.” Wát precies doorleeft van zo’n gebeurtenis verschilt bovendien per betrokkene: de Nederlandse, de Dutchbatters, en de nabestaanden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomercollege | Kunnen zonder begrijpen

De Amerikaanse filosoof/neurowetenschapper Daniel Dennett trekt in onderstaande lezing interessante parallellen tussen Darwins evolutietheorie en het denken van Alan Turing over computers. Wat is de drijvende kracht achter organisatie? En is het waar dat de evolutie sinds de komst van de mens is veranderd? De inleider is wat uitvoerig, dus begin bij 07.00 minuten.

Foto: Bas Bogers (cc)

Waarom het koloniaal verleden wel èn niet aanwezig is

ACHTERGROND - Van de VOC tot de WIC: verhalen uit de koloniën duiken keer op keer op uit onze collectieve dode hoek om ons te verrassen en confronteren. Hoe is dit te verklaren? Een bijdrage uit de Studium Generale serie ‘Duister Verleden’ van de Universiteit Utrecht

“Laten we blij zijn met elkaar. Laten we zeggen: ‘Nederland kan het weer!’, die VOC-mentaliteit. Over grenzen heen kijken! Dynamiek! Toch?” Op deze befaamde naïeve uitspraak van Jan-Peter Balkenende in 2009 volgde een stortvloed aan reacties. Balkenende ging volledig voorbij aan donkere kanten van de ‘handelsgeest’, denk aan de plunderingen en slavenhandel. Was de oud-premier verblind door stiekeme trots en het romantische idee van het koloniaal verleden? Of was hij het echt ‘vergeten’?

Een vergeten verleden?

“De omgang met ons koloniaal verleden is als een weerlicht: iets flikkert in de verte. Het is er wel en het is er niet.” Dit is de metafoor die historicus prof. dr. Remco Raben (UU) graag aanhaalt. Collectief wordt er – bewust of onbewust – weggekeken van het koloniaal verleden. Tegelijkertijd duikt het keer op keer weer op uit onze collectieve dode hoek – het verrast en confronteert. Soms wordt de positieve kant belicht en soms alleen het negatieve, maar alle versies zijn relevant en kunnen naast elkaar bestaan. Raben: “Veel postkoloniale harten kunnen in een borst kloppen: trots en trauma, goed en fout, vergeten en herinneren.”

Foto: Shannon Clark (cc)

Eén Europa, één Holocaustherinnering?

ACHTERGROND - ‘Het Achterhuis,’ kamp Westerbork of Vught: na de oorlog zijn het plekken geworden waar we de Holocaust actief herinneren. Toch is dat niet in heel Europa zo. In Oost-Europa, waar het geweld na de Tweede Wereldoorlog doorging, is men het niet eens over de betekenis en bestemming van beladen locaties. Hoe ga je met deze plekken om? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ plaatst historicus prof. dr. Rob van der Laarse (UvA) de Holocaustherinnering in Europees perspectief.

Ondanks pogingen van Europa om een universeel geldend verhaal van de Holocaust te maken, is er nog steeds geen versie waarin iedereen zich herkent. Een lijn tekent zich af tussen Oost- en West-Europa.

Op 27 januari 1945 werd Auschwitz door het Russische Rode Leger bevrijd. 70 Jaar later was de Russische president Vladimir Poetin tijdens de Holocaust Memorial Day in Auschwitz de opvallende afwezige. De bevrijder werd niet uitgenodigd. Hoe kon dit zo gebeuren? In de lezing ‘Van Holocaust tot herinneringsoorlog’ legt historicus prof. dr. Rob van der Laarse uit hoe politiek en herinnering onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Nooit meer Auschwitz

De herinnering aan de Holocaust is één van de ideologische fundamenten van de Europese eenwording. In 2000 legden Europese hoogwaardigheidsbekleders de Stockholm-declaratie af. Dit vormde het begin van The International Task Force for International Cooperation in Holocaust Education, Remembrance and Research, kortweg ITF. Boodschap: nooit meer Auschwitz. De Holocaust heeft universele betekenis, omdat het de grondvesten van de beschaving aantastte.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

De schadelijke invloed van het neoliberalisme

‘It’s morning again in America!’ Zo luidde de verkiezingsslogan van de Republikeinse president Ronald Reagan in 1984. De leus verwees naar de explosieve opkomst van het neoliberalisme, dat volgens Reagan de oplossing bracht voor alle economische problemen. Na de ondergang van Keynes’ theorie, leek het neoliberalisme de ideologie van de toekomst.

Maarten van Rossem doet uit de doeken hoe dit zover is gekomen. Het neoliberalisme is tijdens de conjunctuurpolitiek geïnspireerd op Keynes verdedigd door de Chicago School, een kleine groep van traditionele liberalen. In de jaren ’70, toen bleek dat de conjunctuurpolitiek niet naar wens functioneerde, ontstond er een plotselinge ommezwaai naar het neoliberalisme.

De transformatie werd geleid door de economen en filosofen Friedrich Hayek en Milton Friedman. Volgens hen leidt economische vrijheid tot politieke vrijheid. Het vrijgeven van de markt, zal de oplossing bieden voor economische én politieke problemen. Menselijk interveniëren leidt enkel tot vrijheidsbeperking van de economie. Als de economie niet functioneert zoals men wenst, is de neiging groot om de economische situatie te willen veranderen. Dit resulteert in een planeconomie, zoals bij het socialisme en communisme het geval is; soms gaat dit gepaard met dwang en geweld. De ineenstorting van de voormalige Sovjet-Unie is deels te wijten aan de slecht functionerende planeconomie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Martha Nussbaum en levenskunst

Nut en rechtvaardigheid zijn de twee leidende principes van de moderne moraal. Martha Nussbaum, een van de belangrijkste hedendaagse Amerikaanse filosofen, onderzoekt hoe die moraal weer een bredere invulling kan krijgen. Daarvoor grijpt ze terug op de levenskunstfilosofen van de klassieke oudheid, in het bijzonder Aristoteles. De centrale vraag in haar ethiek is dan ook ‘Hoe te leven’? Ethiek, Bildung, maar ook politieke filosofie krijgen allemaal haar aandacht onder de centrale noemer van het ‘goede leven’. Het goede, zo laat Joep Dohmen in zijn lezing over Nussbaum zien, is niet singulier maar meervoudig.

Wat is dan het goede? Dat blijft nogal impliciet. Een belangrijk onderdeel van Nussbaums beschrijving van het goede is dan ook dat het niet singulier of eenduidig is. Voor Plato was het goede weliswaar moeilijk te bereiken, maar in zijn aard wel helder. Nussbaum volgt Aristoteles in zijn kritiek op deze enkelvoudige opvatting van het goede. Zoals de titel van haar boek over dit onderwerp zegt, is zij geïnteresseerd in The Fragility Of Goodness, de broosheid van het goede.

Die broosheid is te beschrijven aan de hand van het tragische. Aristoteles heeft uitgebreid de tragedies bestudeerd en geeft die een plaats in zijn ethiek. Van de tragici leren we dat waardevolle zaken in het leven niet altijd commensurabel zijn. Een beroemd voorbeeld is Antigone. Zij staat voor de beslissing of zij haar overleden broer de laatste eer zal bewijzen, of de koning gehoorzamen die haar dat verboden heeft. Hier bestaat geen juiste keuze, beide opties zijn even ‘waarden-vol’ en door te kiezen voor het ene, moet zij het andere laten. Het is een tragische situatie bij uitstek, waarin de kwetsbaarheid van Antigone wordt getoond, maar ook de kwetsbaarheid van het goede zelf.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Het Westen mag meer uitstoten’

Kopenhagen 2009. De klimaatconferentie lijkt  op een mislukking uit te lopen, wanneer het gastland van de conferentie met een ‘Friends of the chair’ akkoord op de proppen komt. Zo’n type akkoord is een middel binnen de VN om impasses te kunnen doorbreken: een klein groepje experts probeert de problemen te tackelen die in de vergadering maar niet opgelost kunnen worden. Het akkoord had geen bindende geldigheid en behelsde dat landen voor zichzelf emissiereductie doelen moesten stellen en dat de aarde niet meer dan twee graden zou mogen opwarmen de komende eeuw. Zowel de manier waarop dit akkoord tot stand kwam als de inhoud ervan stuitte op weerstand van verscheidene ontwikkelingslanden. Prof. dr. Luc Bovens, hoofd van het departement Filosofie, Logica en Methode van de London School of Economics, stelt de vraag welke verantwoordelijkheden het Westen heeft tegenover ontwikkelingslanden in dit soort aangelegenheden.

Locke en het ‘enough-and-as-good’ principle

Er zijn drie verschillende modellen voor het delen van de verantwoordelijkheid inzake het klimaatvraagstuk. Je zou kunnen pleiten voor een evenredige emissie per hoofd van de bevolking per land, hogere quota voor ontwikkelingslanden of hogere quota voor ontwikkelde economieën binnen een bepaald tijdsframe. De eerste twee modellen staan bijna altijd centraal bij klimaatconferenties, maar volgens Bovens moeten we het derde model niet zomaar aan de kant schuiven. Hierbij haalt hij de Engelse filosoof Locke aan, die een theorie over het recht op landbezit propageerde die een interessant perspectief kan bieden op de verantwoordelijkheid voor het oplossen van klimaatvraagstukken. Lockes’ theorie komt op het volgende neer: er is een stuk land dat ongeroerd is. Vervolgens besluit er iemand dat stuk land te gaan gebruiken. Hij exploiteert het naar behoren en zodoende wordt er toegevoegde waarde gecreëerd. Hierbij moet van twee verschillende principes uitgegaan worden: het ‘enough-and-as-good’ en het ‘no waste’ principe. Het eerste principe behelst dat het land alleen geëxploiteerd mag worden door iemand als hij er toegevoegde waarde mee creëert, terwijl het tweede principe duidelijk maakt dat je niet meer land moet exploiteren dan binnen je capaciteiten ligt. Nu is het volgens Locke zo dat de één een groot stuk land zal exploiteren, de ander een klein en een derde geen, aangezien deze er bijvoorbeeld voor zal kiezen zijn diensten aan te bieden aan één van de landeigenaren. Na verloop van tijd zal het exploiteren van meer en meer land niet meer voldoen aan het ‘enough-and-as-good’ principe en zal het niet toegestaan worden om nog meer land te exploiteren. Landeigenaren kunnen op dat moment echter wel een gerechtvaardigde claim maken op het land dat ze al bezaten. Zo zou je ook naar de uitstoot van broeikasgassen kunnen kijken; als iedereen minder moet uitstoten, is het niet zo dat de grootste uitstoters het belangrijkste deel daarvan voor hun rekening moeten nemen. Evenredig met het aandeel dat de verschillende landen in de CO2-uitstoot hebben zullen ze hun uitstoot moeten verminderen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomercollege | Creative Destruction

Hoewel Japanners zelf zich nog grote zorgen maken, lijkt in de rest van de wereld alsof de tsunami en de problemen in Fukushima nooit hebben plaatsgevonden. Sommige technologiebedrijven voelen nog wat pijn van de logistieke ontwrichting van een paar maanden geleden, maar voor de rest is het business as usual. Of misschien zitten de EU en de VS te diep in hun eigen besognes.

In onderstaande video bespreekt Janet Hunter, historisch econoom aan de London School of Economics, wat de economische impact was van een andere grote ramp in Japan: de aardbeving van 1923 die aan 140.000 mensen het leven kostte. Zou Schumpeter met zijn creative destruction gelijk hebben?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende