Het gaat slecht met de journalistiek. Banen staan op de tocht, er moet meer gedaan worden voor hetzelfde geld en dan heb je ook nog dat verdomde internet met haar gebruikers die gratis nieuws willen. En voor jou als nieuwsbrenger tien anderen.
Nou, daar was de afgelopen weken niets van te merken. Ergens in Chili zaten er een aantal mijnwerkers, of als je gaat voor hip kompels, 700 meter onder de grond vast. Een fantastisch human interestverhaal uiteraard. Hoe houden die mannen en hun familie, vrienden en minnaressen het vol? Perfect omdat het verhaal in delen verteld kan worden, de redding zelf ruim een dag in beslag nam en de emoties al die tijd de vrij loop werden gelaten. Smullen.
Maar, mijn beste journalistieke vrienden, waren daar nou 1300 reporters voor nodig? Was het nodig dat er - op locatie - Nederlandse verslaggevers stonden die hun praatje van twee minuten deden voor hun respectievelijke nieuwsprogramma? Dat er aan de lopende band Droste-verhalen werden geschreven over de hoeveelheid media op locatie?
Dat de grote internationale netwerken er waren, oké, maar hadden wij in het verre Nederland dat geld aan de nutteloze artikelen, de vliegreizen, hotels, en transport ter plaatse niet beter kunnen besteden? Bijvoorbeeld aan een diepgravend onderzoek van een paar maanden dat daadwerkelijk schokkend binnenlands nieuws had kunnen opleveren? Had het nou echt zoveel uitgemaakt als we de beelden van CNN hadden gepakt en daar een voice-over overheen hadden gegooid?
In een bedrijfstak die het moeilijk heeft moeten de eerste prioriteiten zijn om zo efficiënt mogelijk te werken, en geen overbodige kosten te maken. 1300 journalisten op een kluitje in Chili getuigt daar niet van.