Stand van zaken duurzame elektriciteit Nederland

Deze week werd bekend dat 2024 te boek staat als een van de warmste jaren sinds de metingen zijn begonnen. Ook maakte het World Weather Attribution (WWA) project bekend dat grote schade door klimaatverandering  geen dreiging is, maar al dagelijkse realiteit bij de huidige 1,3 graad opwarming. Tijd dus om vaart te zetten achter duurzame energie, want verbranden van fossiele energie is een van de belangrijkste oorzaken van klimaatverandering. Sinds het ondertekenen van het nationale klimaatakkoord heeft de landelijke overheid zich in Brussel hard gemaakt voor ambitieuzere doelstellingen voor 2030. Deze hogere doelstelling (55% in 2030) is ook vastgelegd in de de landelijk Klimaatwet. Dat komt mooi uit, want het Klimaatakkoord bevatte al een optie om de doelstelling op te hogen van 49% CO2-reductie naar 55% CO2-reductie. In het hoofdstuk over elektriciteit zijn hier ook cijfers voor opgenomen: Bron (in TWh) 49% basispakket 55,00% Wind op zee 49 Hernieuwbaar op land (> 15 kW) 35 Overige hernieuwbare opties (incl. CO2 vrij regelbaar vermogen) pm 127 Klein zon 7 Totaal 91 127 De getallen in bovenstaande tabel zijn 7 TWh (Terawattuur) hoger dan in het hoofdstuk uit het klimaatakkoord, omdat ik er voor gekozen heb ook kleine zonnestroominstallaties mee te rekenen in de totale opgave. Het goede nieuws is dat het doel voor kleine zonnestroominstallaties (7 TWh) in beeld is, zodat ook kleine zonnestroominstallaties mee gaan tellen voor het behalen van de RES-biedingen. Voorgeschiedenis Bij het klimaatakkoord werd afgesproken dat gemeenten, waterschappen en provincies zich zouden organiseren in regionale energiestrategieën (RES'en). Nederland werd daarmee opgedeeld in 30 RES'en, sommige zo groot als één gemeente, andere bestaande uit 15 tot 20 gemeenten. De logica van de indeling? Da's voer voor promotieonderzoek. In 2020 bleken de losse RES'en bij elkaar opgeteld ambitieuzer dan het minimum bod van tenminste 35 TWh. Uiteindelijk hebben de RES'en gezamenlijk 55 TWh hernieuwbare elektriciteit op te wekken. Deze biedingen zijn vastgesteld door bijna alle gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen. Al in 2019 en 2020 berichtte Sargasso dat het doel om tenminste 35 TWh hernieuwbare elektriciteit op land op te wekken in beeld was. Da's geen reden om achterover te leunen, want inmiddels heeft het kabinet de ambitie opgehoogd naar 55% CO2-reductie in 2030, terwijl voormalig minister Jetten de Kamer informeerde dat in 2024 besluitvorming over wind op zee plaats moest vinden om de doelstelling voor 2030 en 2035 te kunnen halen. Het Kabinet heeft dat besluit niet genomen, waarmee de druk om lokale elektriciteitsproductie te realiseren groeit. Stand van zaken duurzame elektriciteit Het goede nieuws is dat de productie van duurzame elektriciteit in Nederland nog steeds in de lift zit, dat blijkt uit de Klimaat en Energieverkenning 2024 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het slechte nieuws is dat volgens het PBL de pijplijn aan nieuwe projecten ook in 2024 verder is opgedroogd. Oftewel projecten waar al aan gewerkt wordt worden langzaam maar zeker gerealiseerd, maar het aantal nieuwe projecten is gering. Zo gering dat verschillende internationale projectontwikkelaars zich inmiddels terugtrekken van de Nederlandse markt, op zoek naar meer veelbelovende markten. 2030 Monitor RES Bron (in TWh) K.A. 55% RES 1.0 KEV 2024 NPE 2023 2024 Wind op zee 65 65 48 95 48 48 Hernieuwbaar op land (> 15 kW) 55 55 46 67 39 41 Klein zon 7 7 12 11 Kernenergie 4 4 4 4 4 4 Totaal 131 131 98 166 103 104 Het opdrogen van de pijplijn aan nieuwe projecten betekent ook dat het lastiger gaat worden om de streefcijfers voor 2035 uit het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) te gaan halen. Het gat tussen streefcijfers uit het NPE en de cijfers uit de Klimaat en Energieverkenning en Monitor RES 2024 is voor 2030 al groot, voor 2035 loopt dit alleen maar verder op. Dat is slecht nieuws voor huishoudens, bedrijfsleven en industrie, die zitten te springen om betaalbare elektriciteit. Een kleiner aanbod zal namelijk een hogere prijs betekenen. 2035 2050 Bron (in TWh) KEV NPE NPE Wind op zee 91 158 315 Hernieuwbaar op land (> 15 kW) 58 99 185 Klein zon Kernenergie 0 16 56 Totaal 149 273 556 Een grote blokkade voor hernieuwbare elektriciteit op land zijn zorgen over de (vermeende) impact op menselijke gezondheid. Aanvankelijk ging dat vooral om geluid en trillingen van windturbines, inmiddels ook om Bisfenol A en pfas emissies. En begrijp me goed, ik ben groot voorstander van het serieus nemen van de gezondheid en hinderbeleving van omwonenden (ik heb bij een van mijn werkgevers succesvol geadviseerd een lokale geluidsnorm voor warmtepompen en airco's op te nemen, zodat ook bestaande installaties aan de geluidsnormen moesten voldoen). Tegelijkertijd blijkt er uit RIVM meta-analyse van de beschikbare studies niet dat er sprake is van gezondheidsschade. Provincie Flevoland heeft onderzoek gedaan naar fijnstof, microplastics en bisfenol A in het oppervlaktewater en de bodem rond windmolens. Conclusie van dit onderzoek is dat het volgens Gedeputeerde Staten niet aan te tonen is dat windmolens de bron zijn van deze stoffen. De provincie heeft eind 2023 onderzoek laten doen door ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV. Daaruit is gebleken dat de hoeveelheden bisfenol A die vrijkomen van windmolens bijna niet te meten zijn. De hoeveelheden zijn zelfs marginaal vergeleken met wat er vrijkomt door het verkeer, de industrie en de landbouw. Ook verspreidt BPA zich over een groot gebied en is er van een concentratie rond windmolens geen sprake. Ik bemoei me zelf al 15 jaar met het bisfenol A dossier, o.a. door bij de geboorte van mijn kinderen te kiezen voor BPA vrije flessen. Gelet op de zorgen bij Forum voor Democratie ben ik benieuwd naar de vervolgvragen over vervuiling van verkeer, industrie en landbouw. Duurzame elektriciteit projecten hebben ook te maken met van een stapeling van ambities: natuurinclusief, lokaal eigendom, 'draagvlak' (hoorde je bij de nieuwe kolencentrales en gascentrales begin deze eeuw geen politicus over...), landschappelijke inpassing etc. Terwijl de subsidie vanuit het Rijk tot en met 2024 vooral gericht was op kilowattknallen: wie het meeste kilowatturen hernieuwbare elektriciteit weet te produceren tegen de laagste prijs krijgt de subsidie toegewezen. Pas vanaf 2025 komt er ruimte in de subsidieregeling om kwaliteitsaspecten mee te wegen en te waarderen in de vorm van een hogere subsidie. Stand van zaken per RES Onderstaande tabel laat de ontwikkelingen per RES zien. Waarbij goed te zien is dat er grote verschillen zijn in de resultaten per RES. Dat hangt echter ook samen met hoe ambitieus het RES-bod was ten opzichte van wat er daadwerkelijk gerealiseerd was in 2018. Over het algemeen doen RES'en waar in 2018 al een aanzienlijke hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit werd geproduceerd het beter, dan RES'en die in RES 1.0 een hoge ambitie hebben neergelegd zonder dat er al productie plaatsvond. Waarbij Friesland en Groningen de uitzonderingen zijn die de regel bevestigen. RES-regio Bod RES 1.0 2018 2021 2023 2024 % Achterhoek 1.350 30 162 375 412 31% Alblasserwaard 320 10 42 72 26 8% Amersfoort 500 20 55 0 107 21% Arnhem/Nijmegen 1.620 30 178 229 700 43% Drechtsteden 370 20 41 313 209 56% Drenthe 3.499 10 560 91 1.838 53% Flevoland 5.810 80 581 1.909 5.628 97% Foodvalley 750 90 368 4.812 269 36% Friesland 3.000 30 450 158 2.515 84% Fruitdelta Rivierenland 1.200 100 336 2.325 439 37% Goeree-Overflakkee 853 20 281 427 934 109% Groningen 5.700 110 1.881 908 4.093 72% Hart van Brabant 1.000 40 340 441 494 49% Hoeksche Waard 386 0 85 325 343 89% Holland Rijnland 1.140 30 638 353 212 19% Metropoolregio Eindhoven 2.000 80 260 142 641 32% Midden-Holland 435 10 87 486 36 8% Noord- en Midden-Limburg 1.200 70 252 88 959 80% Noord-Holland Noord 3.600 80 900 247 2.048 57% Noord-Holland Zuid 2.700 80 1.377 2.472 800 30% Noord-Veluwe 530 10 95 1.030 51 10% Noordoost-Brabant 1.600 70 144 114 561 35% Rotterdam/Den Haag 2.800 30 476 378 1.835 66% Stedendriehoek 1.070 70 321 1.562 387 36% Twente 1.500 50 270 370 534 36% U16 1.800 50 270 369 473 26% West-Brabant 2.200 80 682 1.261 1.671 76% West-Overijssel 1.826 50 402 526 797 44% Zeeland 3.055 80 1.680 2.286 2.453 80% Zuid-Limburg 1.330 20 93 142 221 17% Totaal 55.144 1.450 13.307 28.180 31.686 57% Kernenergie Wie goed op heeft gelet heeft gezien dat kernenergie in het NPE een behoorlijke rol speelt. De productie moet groeien van 4 TWh nu naar ruim 56 TWh in 2050. De eerste nieuwe kerncentrales zouden rond 2035 online moeten komen, maar lopen tegen vertragingen op, doordat er nog te veel onzekerheden zijn over de mogelijke locaties. Die zullen dus eerder rond 2040 operationeel worden. Als dat niet nog later wordt, wat gezien de ervaringen met kernenergie in de EU, VS en China niet onverwacht zou zijn. Want ook China, vaak aangehaald als voorbeeld van een land met een succesvolle nucleaire strategie, loopt achter bij het halen van zijn doelstellingen voor kernenergie: 58 GW in 2020, 70 GW in 2025 en 120 tot 130 GW in 2030. Met de kerncentrales in voorbereiding komt China uit op 88 GW in 2030. Eind 2024 heeft China volgens de World Nuclear Association 56,9 GW geïnstalleerd vermogen. Wat betekent dat China minstens 5 jaar achterloopt bij het behalen van z'n doelen voor kernenergie. Voor de voorstanders van kleine modulaire kerncentrales (SMR's) is er ook minder goed nieuws. Nadat het eerste project van Nuscale werd afgeblazen, omdat de investeringskosten opgelopen waren naar $20.000 per kilowatt, wordt inmiddels ook duidelijk dat de bouwkosten van de BWRX-300 van GE-Hitachi een factor drie hoger ligt dan de oorspronkelijk begroot $2.250 per kilowattuur. Het goede nieuws voor GE-Hitachi is dat Ontario vooralsnog wel doorzet om de de SMR te realiseren. Het slechte nieuws is dat andere potentiële kopers voorlopig de kat uit de boom lijken te kijken om te zien of GE-Hitachi de kostprijs omlaag weet te krijgen.

Foto: Judy van der Velden (cc)

Staat van het klimaat en de verkiezingen in 2021

NIEUWS - In de aanloop naar de verkiezingen van 2017 heeft Sargasso alle verkiezingsprogramma’s doorgelicht op de klimaatdoelstellingen en het klimaatbeleid dat de verschillende partijen voorstonden. Inmiddels zijn we vier jaar verder, is de klimaatwet van kracht geworden en maken de politieke partijen zich op voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Een mooi moment om de verkiezingsprogramma’s opnieuw tegen het licht te houden op klimaatbeleid. We beginnen vandaag met de belangrijkste ontwikkelingen sinds 2017 en met de huidige staat van het klimaat, zoals beoordeeld door de Raad van State en het Planbureau voor de Leefomgeving. Daaruit destilleren we ook de sectoren en terreinen waarop we in de verkiezingsprogramma’s aanvullende maatregelen verwachten om de doelstellingen voor 2030 en 2050 te halen. Overal waar in dit stuk CO2 wordt genoemd gaat het om alle broeikasgassen en kun je dus ook CO2 equivalenten lezen.

Internationale ontwikkelingen

Internationaal is er de afgelopen vier jaar behoorlijk wat veranderd. Aan de ene kant staan de VS op het punt uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen en heeft ook de Australië regering zijn aloude rol van vol inzetten op kolen en gas weer opgepakt. Aan de andere kant is het Trump niet gelukt om de neergang van de kolensector in de VS te stoppen. Niet alleen zijn de meeste kolenmijnbouwbedrijven de afgelopen jaren doorgestart, ook de sluiting van kolencentrales in de VS zet onverminderd door. Alleen al in 2019 werd bijna 16 GW aan kolencentrales gesloten, terwijl er geen nieuwe kolencentrales in de pijplijn zitten. Sinds 2016 is er geen nieuwe kolencentrale meer geopend in de VS.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Eerste Kamer stemt voor klimaatwet

De Eerste Kamer heeft dinsdag 28 mei de Klimaatwet, ofwel het initiatiefwetsvoorstel-Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse Klimaatwet, aangenomen. De fracties van VVD, CDA, D66, SP, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS, OSF en Fractie-Duthler stemden voor, de fracties van SGP, PvdD en PVV stemden tegen.

Het voorstel stelt klimaatdoelstellingen voor de regering vast. Tegelijkertijd is het een kader voor de ontwikkeling, effectmeting en wijze van verantwoording van het beleid dat moet leiden tot het halen van de wettelijke vastgelegde klimaatdoelstellingen. Hoofddoel van het voorstel is het als resultaat bereiken van 95% broeikasgasreductie in Nederland in 2050 ten opzichte van 1990 en als tussendoel streven naar 49% broeikasgasreductie in 2030 ten opzichte van 1990. Daarnaast bevat het voorstel als nevendoel het streven naar 100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-03-2022

Raad van State kritisch: klimaatplan volstaat niet voor behalen doelen klimaatwet

ANALYSE - In juni presenteerde het Kabinet het Klimaatakkoord, waarin het klimaatbeleid tot 2030 vast wordt gelegd. Het Klimaatakkoord is bedoeld als het eerste Klimaatplan, zoals deze volgens de Klimaatwet ten minste elke 5 jaar moet worden opgesteld door het kabinet. In de klimaatwet zijn de harde doelstellingen voor 2030 vervallen. Volgens de Afdeling advisering van de Raad van State geeft het eerste Klimaatplan van de regering blijk van een stevig klimaatbeleid. Maar volgens de Raad van State zijn, net als het Planbureau voor de Leefomgeving eerder al concludeerde, aanvullende maatregelen nodig om in 2030 een broeikasgasreductie van 49% te behalen.

Het uiteindelijke doel is een broeikasgasreductie van 95% in 2050. Dit vergt volgens de Raad van State een herordening van productie en consumptie in alle sectoren van de maatschappij en de economie, en niet een veelheid aan losse maatregelen. Het Klimaatplan geeft nog weinig blijk van dit besef.

Toetsing Klimaatplan door Raad van State

De Klimaatwet schrijft voor dat de Raad van State over het Klimaatplan wordt “gehoord”. De Klimaatwet is bijzonder: niet alleen zijn daarin klimaatdoelstellingen voor de regering vastgelegd, maar ook een kader voor beleidsontwikkeling, effectmeting en verantwoording door de regering. Dit beleidskader is voor alle betrokken partijen nieuw. Alle betrokken partijen – ook de Afdeling – moeten ervaring opdoen met hun nieuwe taak. De Afdeling is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft voor haar advies een toetsingskader opgesteld dat zij voor de beschouwing over het Klimaatplan heeft gehanteerd. Het toetsingskader bestaat uit vier hoofdonderwerpen. De vier hoofdonderwerpen zijn: klimaatdoelen, economische afwegingen, bestuur en uitvoering en juridische aspecten. Voor de onderwerpen doelrealisatie en economische afwegingen gaat de Afdeling uit van de onafhankelijke analyses en ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB).

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Spanje presenteert concept klimaatwet

NIEUWS - In navolging van verschillende landen, die al een klimaatwet hebben, heeft nu ook Spanje een concept klimaatwet gepresenteerd. In vergelijking met de Nederlandse klimaatwet bevat het Spaanse wetsvoorstel meer concrete doelen. De Spaanse concept klimaatwet bevat de doelstelling om in 2050 de CO2 emissie met 90% te verlagen en om 100% van de elektriciteit groen op te wekken. De wet bevat daarnaast een verbod op nieuwe exploratie vergunningen voor olie- en gaswinning, en op winning van schaliegas.

Het Spaanse wetsvoorstel bevat verder voorstellen voor eerlijke transitiepakketten, gericht op vervroegd pensioen, bijscholing en herscholing van werknemers, en herstel van milieuschade. Een soortgelijk pakket presenteerde Spanje toen het de sluiting van zijn kolenmijnen aankondigde. De kosten hiervoor worden deels betaald uit de veiling van CO2 emissierechten. Toevoeging van deze eerlijke transitiepakketten is waarschijnlijk belangrijk om steun te verwerven voor het wetsvoorstel van Podemos. Het wetsvoorstel bevat ook een financieringsvoorstel voor klimaatmitigatie.

De Spaanse klimaatwet bevat volgens The Guardian en Euractive een tussendoel van 35% duurzame stroom in 2030. Om dit te bereiken wil de Spaanse regering de komende 10 jaar 3,000 MW wind- en zonne-energie bijplaatsen per jaar. Ik vermoed dat echter dat de 35% duurzame stroom een vergissing is en dat duurzame energie wordt bedoeld, want in 2017 bedroeg het aandeel groene stroom al 32,1% (pdf). Mijn Spaans is echter te slecht om het wetsvoorstel zelf te lezen en te controleren of ik dat juist heb, dus ik hou me aanbevolen voor verbeteringen in de reacties.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

DNB pleit voor lange termijnvisie klimaatbeleid

Volgens De Nederlandse Bank zijn hervormingen nodig om te zorgen dat de economische groei financieel, sociaal en ecologisch op lange termijn houdbaar is. Met betrekking tot de ecologische houdbaarheid stelt DNB:

Wellicht de meest urgente en meest universele uitdaging is de noodzaak om onze economie klimaatneutraal te maken. Daarvoor is onder meer een langetermijnvisie nodig, bijvoorbeeld vastgelegd in een klimaatwet, die aangeeft hoe de transitie voor de verschillende sectoren moet verlopen. Sleutel voor een succesvolle overgang is een betere beprijzing van CO2-uitstoot. Daarnaast biedt de energietransitie voor de Nederlandse economie ook kansen. Geloofwaardig en voorspelbaar beleid helpt daar zeker bij.

Foto: Oxfam International (cc)

DNB bepleit CO2-heffing van 50 euro per ton CO2

NIEUWS - DNB directeur Job Swank pleit in een interview met NRC Handelsblad voor de invoer van een CO2-heffing van 50 Euro per ton CO2 voor de industrie. De Nederlandse industrie is relatief vervuilend en grote bedrijven betalen veel lagere energieprijzen dan elders in Europa. Daar komt nog bij dat die prijzen voor de grote bedrijven ook veel lager zijn dan wat gezinnen en kleinere bedrijven in Nederland betalen. Dat biedt volgens Swank ruimte voor het voeren van nationaal beleid. Onderzoek van DNB laat namelijk zien dat Nederland en zijn grote bedrijven wel een stootje kunnen hebben. Juist omdat de industrie lange tijd ontzien is. Swank geeft aan dat de gemiddelde CO2 prijs in Nederland 60 Euro per ton CO2 is, als alleen naar de industrie gekeken wordt bedragen de kosten 15 Euro per ton CO2.

Een belasting van 50 Euro per ton CO2 bovenop de bestaande energiebelasting en emissiehandelsprijs kan dit meer in evenwicht brengen.

Over de kosten daarvan stelt Swank:

Vergeet niet dat die belasting 8 miljard euro genereert. Dat kan je in de schatkist laten lopen, maar je kan er ook de inkomstenbelasting mee verlagen. Op die manier kan je gezinnen tegemoet komen voor het feit dat sommige producten duurder worden. Dat is een politieke beslissing.

Je kan met een deel van die inkomsten ook de getroffen sectoren via subsidies helpen om schoner te gaan produceren. Wij willen die vervuilende sectoren niet kwijt, we willen dat ze schoner worden. En voor een deel kan je de extra belasting ook zien als verevening van het speelveld. Het uitstoten van CO2 is nu gewoon te goedkoop in Nederland.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Doelstelling voorgestelde klimaatwet in perspectief

Maar liefst zeven partijen hebben gezamenlijk een voorstel voor een klimaatwet opgesteld. In dit voorstel staat ook de volgende doelstelling:

100% broeikasgas-neutrale elektriciteitsproductie in 2050

In het verleden hebben we al twee maal laten zien dat doelen een ding zijn, maar dat ze halen iets heel anders is. Ambities te over in akkoorden uit het verleden, maar ze werden nooit afgedwongen.



Dus dat roept de vraag op welke lessen uit het verleden nu geleerd zijn en op welke wijze afgedwongen gaat worden dat we de doelen halen.
We plaatsen daarom ook dit “akkoord” in hetzelfde overzicht, waarbij we verder in de toekomst gaan kijken.

Hierbij dient wel aangetekend te worden dat de doelstelling “100% broeikasgas-neutrale elektriciteitsproductie in 2050” niet helemaal hetzelfde is als 100% energieproductie uit hernieuwbare bronnen. Er zou bijvoorbeeld energie met gas opgewekt kunnen worden waarbij alle CO2 opgeslagen wordt. Het werkelijke aandeel hernieuwbaar kan dus mogelijk wat lager mogen zijn, mits de techniek de juiste oplossingen biedt. En het is ook niet zeker dat alle politieke partijen maximaal in willen zetten op alleen hernieuwbare energie.

SP, D66 en CU steunen klimaatwet van GroenLinks & PvdA

De Klimaatwet, die in 2015 door GroenLinks en PvdA werd gepresenteerd en in september 2016 aan de Raad van State werd gezonden voor advies, wordt nu ook ondersteund door SP, D66 en CU. Volgens de NOS wordt het wetsvoorstel niet meer voor de Tweede Kamerverkiezingen behandeld in de Tweede Kamer, doordat de voorbereiding meer tijd kostte dan eerder verwacht. De partijen zien de afspraken dan ook als inzet voor de campagne en de coalitie-onderhandelingen daarna.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.