Bij migratie denken we vooral aan mensen die naar een ander land verhuizen, of zelfs een ander continent. Mensen die hun vertrouwde omgeving verlaten, om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Die associatie hebben we niet zo snel bij iemand die binnen ons kleine landje verhuist. Al was dat in het verleden wel anders. Toen Philips begin vorige eeuw arbeiders vanuit onder meer Drenthe naar Eindhoven haalde, begonnen die wel degelijk aan een nieuw, totaal ander leven. En ook in de dorpen waar nieuwe wijken voor die arbeiders werden gebouwd – inmiddels zijn die allemaal opgeslokt door de stad Eindhoven – vond men de komst van zoveel nieuwelingen ingrijpend. Ook al omdat ze protestant waren, of zelfs onkerkelijk. Een bijdrage van Hans Custers.
Ook binnenlandse migratie kan dus meer om het lijf hebben dan een keer met een verhuisbusje naar de andere kant van het land rijden, en wat verder moeten reizen voor familiebezoeken. Zeker in grotere landen, met een minder goede infrastructuur en voor mensen met minder middelen om te reizen. Maar de stap om binnen eigen land een nieuw bestaan te zoeken blijft natuurlijk minder groot dan emigratie naar het buitenland. Wereldwijd is er dan ook veel meer binnenlandse dan internationale migratie. Wel zijn er aanwijzingen dat migranten naar andere landen en continenten vaak al eerder in hun eigen land zijn gemigreerd.
Wil je weten of klimaatverandering invloed heeft op migratie, dan kan het dus zinnig zijn om naar cijfers over die binnenlandse migratie te zoeken. Onderzoekers van IIASA hebben dat gedaan en hun resultaten zijn vorige maand gepubliceerd in Nature Climate Change.
Droogte en verdroging
De onderzoekers hebben gekeken naar het effect van droogte op binnenlandse migratie. Droogte kan zich afspelen op verschillende tijdschalen. Bij droogte zoals we die in Nederland wel eens meemaken gaat het om relatief korte periodes, in de ordegrootte van een seizoen tot een jaar. Er kunnen watertekorten ontstaan als er in zo’n periode veel minder neerslag valt dan gemiddeld. Meestal is het dan ook warm, waardoor er meer verdamping optreedt. Het tekort is tijdelijk, want uiteindelijk komt er wel weer een periode met juist veel neerslag. Droge klimaten kunnen zo’n periode van weinig neerslag vaak moeilijker opvangen. Bovendien kunnen daar meer permanente tekorten ontstaan, als neerslagpatronen veranderen, of er meer water verloren gaat door verdamping als gevolg van het opwarmende klimaat. Er is dan geen sprake meer van een tijdelijke droogte, maar van een structurele verdroging. Er zijn verschillende maten voor droogte, elk met een andere tijdschaal. Het onderzoek bekijkt er drie:
de Aridity Index karakteriseert hoe droog een klimaat is en geeft een beeld van verdroging op lange termijn;
de Palmer Drought Severity Index is een indicator van droogte op middellange termijn, ordegrootte een jaar;
de Standarized Precipitation Evapotranspiration Index is bruikbaar nog kortere perioden.
Volgens de resultaten van het uitgevoerde onderzoek leiden zowel droogte als verdroging tot meer binnenlandse migratie. Er trekken dan meer mensen weg van het platteland, veelal regio’s die in belangrijke mate afhankelijk zijn van landbouw, naar de steden.
Opmerkelijke resultaten
Het onderzoek gebruikt informatie van volkstellingen over de periode 1960 – 2016, uit in totaal 72 landen. Vrijwel overal wordt droogte of verdroging gevolgd door meer migratie. Maar er zijn ook verschillen tussen landen en regio’s. Dat het effect het grootst is in klimaattypen die van zichzelf al droog zijn is niet verrassend. Opmerkelijker is dat de extra migratie in rijkere delen van de wereld aanzienlijk groter is dan in arme landen. Zuid-Europa is een van de gebieden die eruit springen met veel binnenlandse migratie door droogte of verdroging. In die rijkere landen trekken mensen wel vooral weg uit de armste gebieden. Ook in arme landen zullen de armste gebieden vaak het meest kwetsbaar zijn voor droogte en verdroging. Maar in die gebieden kan een deel van de bevolking niet weg, omdat het ze daarvoor aan middelen ontbreekt.
Dat zou ook de correlatie tussen scholing en aantal vertrekkers in die arme landen kunnen verklaren. Droogte heeft amper invloed op de migratie van ongeschoolden in arme landen. Het zijn vooral mensen met een middelbare schoolopleiding die wegtrekken. Mannen migreren wat vaker dan vrouwen, en het zijn vooral jongere generaties die elders een nieuw bestaan zoeken.
In rijke landen zijn die jongere generaties juist degenen die het minst vertrekken. Het zou onder meer kunnen komen doordat gepensioneerden daar juist vaak een omgeving opzoeken met een aangenamer klimaat, veronderstellen de onderzoekers. Ik kan me voorstellen dat het ook te maken heeft met het feit dat jongeren de kwetsbaarste gebieden in die landen toch al massaal verlaten. Er blijven er dan maar weinig over die alsnog weg kunnen trekken na een periode van droogte. Bovendien zullen dit degenen zijn die ofwel sterk aan hun geboortegrond zijn gehecht, ofwel elders geen toekomstperspectief zien voor zichzelf. Het kleine aantal hoogopgeleide migranten door droogte in arme landen zou op een vergelijkbare manier te verklaren zijn: de meesten zijn al vertrokken, en alleen de meest honkvaste mensen blijven.
Klimaatverandering
De hamvraag: komt dit allemaal door klimaatverandering? Dat zou een veel te voorbarige conclusie zijn. Natuurlijk is het heel aannemelijk dat er een invloed is van het warmere klimaat. Want dat droge gebieden en periodes nog droger worden bij een hogere temperatuur volgt uit simpele natuurkundige logica. De mate waarin zal niet overal hetzelfde zijn, en er zullen ook wel uitzonderingen zijn, bijvoorbeeld omdat neerslagpatronen kunnen veranderen. Maar de grote lijn blijft hetzelfde. Maar het klimaat is niet het enige dat is veranderd sinds 1960. En het platteland in een droog klimaat is nou eenmaal geen perspectiefrijk gebied voor veel mensen. Er is al veel uitgaande migratie uit dergelijke regio’s. Een periode van droogte zou daar vaak meer aanleiding voor, dan werkelijke reden van vertrek kunnen zijn. Het moment waarop mensen definitief de knoop doorhakken om elders hun heil te zoeken, terwijl ze dat al langer van plan waren. Klimaatverandering kan dan nog steeds meespelen bij het besluit om te vertrekken, maar het is goed denkbaar dat het niet de enige factor is.
Correlatie alleen is geen sluitend bewijs voor een oorzakelijk verband. Dat geldt ook hier. Het artikel gaat ook niet uitgebreid in op dat verband. Maar het bevat wel een kaartje met een projectie van migratie door droogte bij 4 °C opwarming. Wat mij betreft hadden ze dat beter achterwege kunnen laten. De analyse van gegevens over migratie in het verleden biedt meer dan genoeg stof tot nadenken, voor wie geïnteresseerd is in het onderwerp. En 4 °C opwarming is wel erg veel.
Voor een eenduidige attributie aan droogte, laat staan aan klimaatverandering, zijn er teveel onzekerheden. Aan de andere kant is de afwezigheid van hard bewijs geen bewijs van afwezigheid. De CO2-concentratie is al zeker anderhalve eeuw aan het stijgen. De gevolgen daarvan worden steeds beter zichtbaar, en vaak statistisch aantoonbaar, maar dat betekent niet dat er eerder helemaal geen gevolgen waren. Effecten die sluipenderwijs binnenkomen kunnen best al een behoorlijke tijd bestaan, voor je ze goed kunt onderscheiden. Of voor ze worden opgemerkt.
[overgenomen van Klimaatverandering]