Zesentachtig procent van de respondenten in een peiling van Maurice de Hond vindt dat iemand die voor ontucht is veroordeeld geen Kamerlid zou mogen worden. Een 'viezerik' hoeven we blijkbaar niet. Dat roept de vraag op of überhaupt een veroordeelde crimineel tot Kamerlid zou mogen worden gekozen. Wie wil er immers een moordenaar in de Kamer? Los van de afschuw over het plegen van een moord, zou dit voor nabestaanden pijnlijk kunnen zijn.
De wet biedt de mogelijkheid om iemand die tot een gevangenisstraf van een jaar of langer is veroordeeld het actief en passief kiesrecht (tijdelijk) te ontnemen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij oorlogsmisdadigers. Deze straf wordt echter maar zelden opgelegd, zelfs niet aan de moordenaar van Theo van Gogh. Iemand blijft immers onderdeel van de maatschappij, ook als gestrafte. Na het uitzitten van de straf moet iemand weer actief gaan deelnemen. Daarbij hoort het recht om te kiezen en gekozen te worden. Levenslange uitsluiting van het kiesrecht past niet, net zo min als levenslange gevangenisstraf, behalve voor de meest wrede misdaden.