De keerzijde van ‘kaizen’ of: de last van ‘lean’

Recent suggereerde Peter de Waard in De Volkskrant (´Was Toyoda het grootste autogenie?` d.d. 24-9-2013) dat het succes van de Japanse autofabrikant Toyota niet zozeer aan het collectief en kaderdiscipline toe te schrijven zou zijn, maar veel meer aan het genie van de leider Eiji Toyada en de door hem geïntroduceerde en toegepaste managementfilosofie, de zogenaamde ‘kaizen’. Dit staat ook wel bekend als het Toyota Production System (TPS). In de TPS-leer zijn alleen die productiehandelingen waardevol die ‘waarde toevoegen voor de klant’, dat wil zeggen waarvoor deze bereid is te betalen: "de klantvraag staat centraal," heet het dan. Alle overige handelingen ("uit het raam kijken," etcetera) zijn verspilling en dienen door tegenmaatregelen ("kranten voor de ramen, oogkleppen?") te worden geëlimineerd. Vandaar dat de TPS-leer ook wel bekend staat onder de naam ‘Lean’. Andere essentiële elementen in het TPS zouden bestaan in het zoveel mogelijk medewerkers zelf laten nadenken over de manier waarop ze werken en het daarbij voortdurend stimuleren van innovatieve ideeën, bij voorkeur van de werkvloer, om zodoende een zichzelf versterkende cultuur van ‘continu verbeteren’ te bewerkstelligen. Wie kan daar nou tegen zijn? En dan hebben we er ook nog de Toyota Corolla aan te danken!

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.