Geen verrader, geen journalist
COLUMN - Julian Assange, de oprichter van WikiLeaks, werd vorige week door de politie uit de Londense ambassade van Ecuador geplukt. Hij wordt mogelijk uitgeleverd aan de VS, waar hem een aanklacht wacht wegens aanzetten tot hacken en/of spionage.
Vooropgesteld: het is ronduit bizar, en met geen enkel argument te verdedigen, dat Engeland een Australisch staatsburger aan de VS zou uitleveren voor iets dat de man in kwestie in een ander land heeft gedaan (WikiLeaks is niet Amerikaans, en is in Zweden geregistreerd). Dat de VS meent dat Assange hun rechten, wetten, belangen of staatsveiligheid heeft geschonden, is simpelweg geen geldige reden. Zou de VS dat wel menen, dan zijn er stapels buitenlandse politici en activisten te bedenken die evenzeer – of zelfs meer – voor uitlevering aan de VS in aanmerking zouden komen.
Maar ik word wat wee van mensen die menen dat met Assanges arrestatie journalistieke vrijheden in het geding zijn.
Wat Assange ook moge zijn, hij is pertinent geen journalist: hij is niets anders dan een kieskeurig, selectief, soms onzorgvuldig en vaak nuffig doorgeefluik van informatie die anderen hem hebben toegespeeld. Lijsten met Turkse burgers die in eigen land politiek actief zijn kort na een staatsgreep publiceren, is ronduit onverantwoordelijk. Wat kwalijker is, en apert ingaat tegen alle journalistieke principes: WikiLeaks heeft vaker ongeredigeerde informatie gepubliceerd die evident afkomstig was van overheden en die bedoeld was om hun lokale oppositie zwart te maken. Daarmee maakte Assange WikiLeaks willens en wetens tot een instrument in andermans nationale propagandaoorlog.