Een experiment met Tjitske Jansen

Helemaal aan het begin van haar nieuwe bundel Iedereen moet ergens zijn vertelt Tjitske Jansen dat ze in 2014 haar eigen Wikipedia-pagina heeft aangepast: “Omdat ik wel wat interessantere zaken wist te melden / dan dat ik in pleeggezinnen had gewoond / als serveerster, administratief medewerker / marktkoopvrouw en kokshulp had gewerkt’ (enz.) Het blijkt echt gebeurd te zijn. Wikipedia bewaart alle wijzigingen en pogingen tot wijzigingen en op 16 juli 2014 heeft “Nvd.Ven” geprobeerd precies de wijzigingen aan te brengen die Jansen in haar bundel opsomt. Die zijn verwijderd vanwege ‘kletsen’, daarna heeft “Nvd.Ven” het op dezelfde dag nogmaals geprobeerd, en dat is weer geweigerd. Wat Jansen in haar gedicht niet vertelt is dat ze ook de eerste regel van haar biografie wilde veranderen. In plaats van “dichteres en schrijfster van theaterteksten” wilde ze ervan maken “een schrijfster die in haar teksten poëzie, proza en theater combineert”. Terwijl het hele experiment met Wikipedia daar natuurlijk een voorbeeld van was. Ze wilde van haar biografietje in Wikipedia een gedicht maken, terwijl de redacteur van dienst zulks als ‘kletsen’ beschouwde: Haar lievelingshorloge (een Pontiac Sympatico met groene wijzerplaat) raakte ze ooit kwijt in Praag. Ze liet hem liggen in de sauna. Sindsdien draagt zij geen horloge meer. In een schrijfworkshop over geheimen, die ze aan kinderen gaf, schreef een jongen van 9 ”Mijn geheim is overal waar ik ben ”En het is altijd” Waarom is deze informatie minder geschikt voor een encyclopedie dan een opsomming van baantjes die iemand heeft gehad? De tekst die Jansen ooit had willen verwijderen staat er nog steeds vrijwel ongewijzigd, van de Pontiac Sympatico is nergens een spoor te vinden. De menging van poëzie, proza en theater is in deze bundel totaal. Het is niet duidelijk waar het een begint en waar het ander eindigt. Wel worden behalve in een paar als ‘columns’ aangemerkte stukjes (met een aanduiding van het periodiek waar de columns zijn verschenen) overal de zinnen afgebroken, en zijn de stukjes ook kort en van elkaar afgebakend, als gedichten. Maar als je de regelafbrekingen zou verwijderen, zou je het dan anders lezen? Ik heb het gevoel dat ik dat wel doe, dat ik het tempo waarin ik lees aanpas, mijn ritme laat bepalen door die regelafbrekingen. Maar waarom maken dan niet meer prozaschrijvers daar gebruik van? Waarom laat niet iedereen zijn regels afbreken om accenten te leggen? Je kunt zo toch iets winnen dat je anders met je stem zou bereiken? Het zou het onderwerp van een experiment kunnen zijn. Het lijkt me voor de hand te liggen, maar ik heb niet kunnen vinden dat het ooit is uitgevoerd. Geef één groep Iedereen moet ergens zijn zoals Jansen het heeft laten drukken, en een andere groep een versie zonder de regelafbrekingen. Laat de twee groepen daarna vragen beantwoorden om te zien welke aspecten ze uit de tekst hebben gehaald. Meet of de poëzielezers er inderdaad langer over doen dan de prozalezers. Zet ze elektroden op het hoofd om te zien of de ene groep het inderdaad meer als spreektaal percipieert. Maak een Wikipedia-pagina aan om de bevindingen uit te schrijven. Deze column verscheen eerder hier.

Door: Foto: Tjitske Jansen, Deventer, 3 augustus 2013. Emelha, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.