Imago en realiteit internationalisering niet op één lijn

Vandaag staat er een ingezonden brief in het Financieel Dagblad, met de kop "Internationalisering pure noodzaak", geschreven door de  directeuren van het Europees Platform en het Nuffic. Beide organisaties richten zich op het ondersteunen en stimuleren van internationalisering in het onderwijs. Gisteren nog stond er een uitgebreid verhaal in De Volkskrant over de bezuinigingen op het ambassadenetwerk. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken moet ook bezuinigen, en kiest ervoor om zo veel mogelijk steunpunten in het buitenland te behouden. In plaats daarvan worden bestaande ambassades soberder en gaat men inwonen bij ambassades van andere landen. Het is toch wat met Nederland en internationalisering. Het gevoel bestaat altijd dat er teveel geld aan wordt uitgegeven, zonder dat duidelijk is wat het oplevert. Het Nuffic en het Europees Platform citeren in de brief talrijke rapporten die aantonen dat internationalisering wél heel veel oplevert. Eerder schreef ik al dat in landen als de UK, Australië en Nieuw-Zeeland, onderwijs aan buitenlandse studenten "big business" is. 

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dure buitenlandse studenten?

Noot van de redactie: hierbij een aanvulling op Steephs stuk.

“41% van de buitenlandse studenten in Nederland komt uit Duitsland, 39% van de buitenlandsestudenten in België komt uit Frankrijk, 33% van de buitenlandse studenten in Oostenrijk komt uitDuitsland,…” (2007-08-data)

Soms is beleid zó succesvol, dat de bedenkers ervan achteraf spijt hebben dat ze het ooit bedacht hebben. Daar moest ik aan denken bij het lezen van dit bericht:

“Voormalig OCW-topambtenaar Ferdinand Mertens noemt het “absurd” en “maatschappelijk onverantwoord” dat universiteiten en hogescholen studenten in Duitsland werven om op Nederlandse kosten te komen studeren. Als voorbeeld noemt hij de internationale campus van Fontys in Venlo, die negen Duitstalige opleidingen aanbiedt en die actief werft onder Duitse jongeren. Met internationalisering heeft dit niets te maken, stelt de voormalig inspecteur-generaal van het onderwijs in vakblad Transfer. Naar verwachting studeren er over drie jaar 40 duizend Duitsers in Nederland.”

Mertens is de bedenker van een slogan, waarmee voormalig minister Jo Ritzen ooit een beleidsnotitie over internationale mobiliteit liet verschijnen. De titel daarvan was “Internationalisering op de fiets”. Onderwijsinstellingen in de grensregio’s zouden zich meer kunnen richten op uitwisseling met naburige scholen. Inmiddels wordt Maastricht de grootste Duitste universiteit buiten Duitsland genoemd, dus Ritzen brengt het ook daadwerkelijk in praktijk. Mertens vindt dat het nu veel te ver doorschiet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.