Nerds moeten economie redden

In de publieke opinie lijkt 'bezuinigen' haast wel synoniem geworden voor economie. Dat komt doordat er te veel alfa's en gamma's in de politiek en journalistiek rondlopen, en we te weinig oog hebben voor de nerds. Het was Frits Wester die mij tijdens de verkiezingen hoog in de gordijnen joeg door tijdens een verkiezingsdebat ongeveer de volgende uitspraak te doen: 'We gaan het hebben over de economie...de bezuinigingen.' Mijn eerste reactie daarop was: 'Economie gaat niet over bezuinigen, het gaat over geld verdienen.' Nu weet ik wel dat economie feitelijk gaat over hoe wij voorzien in onze behoeften met de beperkte schaarse middelen die ons ter beschikking staan, dus die primaire reactie was misschien wat plat. Maar dat is hier niet de kwestie. Waar het om gaat is dat de kongsi van politici en journalisten die elkaar zogenaamd zo kritisch benaderen eerst welvaart hebben verengd tot economisch en financieel beleid, en dat hebben verengd tot boekhouden, en binnen dat kader alleen maar praten over hoe we moeten bezuinigen. Over hoe we als BV Nederland onze economie moeten laten groeien, over hoe en waar we ons geld moeten verdienen, hoe we producten met toegevoegde waarde moeten produceren, banen kunnen creëren, de export moeten bevorderen en verder alles stimuleren wat de basis zou kunnen zijn voor onze welvaart (en we bijvoorbeeld juist misschien wel meer meer belastingen zouden kunnen heffen) is het ijzingwekkend stil.

Een zichzelf herstellende weg

Met een beetje hulp van buitenaf weliswaar. Door een kleine hoeveelheid staalwol vezels toe te voegen aan het asfalt, kan met behulp van een fors uitgevallen inductiekookplaat het asfalt hersteld worden. Resultaat: langere levensduur van de weg en flink lagere onderhoudskosten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Alexandre Dulaunoy (cc)

Innovatie bij de overheid

ANALYSE - Kan de overheid eigenlijk wel vernieuwen? Heeft de overheid daar een taak in? Het zijn klassieke vragen die op gezette tijden de kop opsteken. Nu is de politieke voedingsbodem aanwezig. De huidige coalitiepartners vonden elkaar door een apolitieke ruil van standpunten, maar merken dat zulks niet werkt. Zij zouden moeten investeren in innovatie.

Binnen departementen heb je Directoraten Generaal, die zich met het begrip ’innovatie’ sieren. En daarbinnen nog weer een Directie Innovatie en Kennis.  Als je daar werkt, moet je wel de innovatiefste smart ass van Nederland zijn: iemand die de smaak van een ijsje kan raden door er op te gaan zitten.

Genoeg gespot nu. Innoveren betekent nadenken, slim werken, hindernissen analyseren, valkuilen vermijden, scherpe procedures voor introductie en doorleiding naar de markt, strategisch handelen. Dat doen we soms. Maar de slimme lezers raden het al: we vinden het buskruit, het wiel en het zwarte garen steeds opnieuw uit.

Ik was medewerker experimentenbeleid bij VROM toen Heerma daar staatssecretaris was (1987-93). Wat heb ik daarvan geleerd over innovatiebeleid bij de overheid?

Geld en afstand

Moesten experimenten extra geld hebben? Neen. Dat leidt tot subsidie-georiënteerd gedrag en het ondermijnt inhoudelijke inspiratie. Professionals weten zelf goed wat beter kan. Die kennis moet ruimte hebben, met lof, bekendheid en pret, niet met geld. Balkenende wist dit niet. Zijn Innovatieplatform mislukte omdat het een strijdtoneel werd voor budgetten en belangen.

Foto: Joe Pemberton (cc)

De nieuwe mens

COLUMN - Onze apparaten zullen steeds menselijker worden door innovatie van sensoren die zintuiglijke ervaringen op afstand kunnen overbrengen. Dat is mooi, maar er is ook een keerzijde.

Binnen vijf jaar kunnen onze spullen zien, horen, voelen, ruiken en proeven, voorspelde IBM. Allerlei ‘zintuigen’ voor computers worden al ontworpen en getest op de ontwikkelafdelingen van het bedrijf.

Ik schrok ervan. Straks kan ik niet eens meer schelden op mijn computer wanneer-ie kuren vertoont. Voor je het weet kwets ik zijn binaire gevoelens, waarna het ding natuurlijk helemáál geen zin meer heeft zich voor mijn karretje te laten spannen. En zal mijn laptop dan binnenkort óók al gaan klagen over sigarettenrook en stinkende asbakken, of zelfs recht op een rookvrije omgeving eisen?

Gelukkig bleek IBM vooral te doelen op sensoren die zintuiglijke ervaringen op afstand aan mensen kunnen overbrengen. Vooral op het tactiele vlak wordt veel ontwikkeld. Het keurige voorbeeld waarmee IBM kwam aanzetten, was dat we binnen een paar jaar via de computer kunnen voelen aan de stofjes van kleding die in webwinkels wordt aangeboden. Maar als zo’n techniek eenmaal is geïntroduceerd, voorzie ik eerlijk gezegd vooral elders booming businesss, namelijk in de digitale dating- en seksindustrie.

Daarnaast ontwerpt IBM Research computers die de samenstelling van lucht, klanken, beelden, voedsel of geuren analyseren. Dat was minder groot nieuws: dat doen researchbedrijven overal ter wereld allang, er is al heel wat op die markt te koop. Vooral auto’s worden met steeds meer sensoren uitgerust. Een alcoholslot op een auto is al heel normaal. Hij werkt als een mechanische politieagent: je moet blazen voordat hij kan rijden, en zit er alcohol in je adem, dan verdomt de auto het simpelweg om te starten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Kun je binnenkort je auto printen?

NIEUWS - Zo sterk als staal, slechts de helft van het gewicht en bijna klaar voor productie. Ingenieur jim Kor is het brein achter de Urbee, een auto die voor een groot gedeelte gefabriceerd wordt met behulp van 3-D print technologie.

Foto: Ammon Beckstrom (cc)

Angry Birds als lichtend voorbeeld

ANALYSE - Het Finse Angry Birds is wereldwijd een kaskraker geworden. Allang niet meer slechts een spelletje op de smartphone, maar een merk dat door kinderen en volwassenen omarmd wordt. Is Angry Birds daarmee een voorbeeld voor innovatie, vraagt Melanie Peters zich af.

Vorige week hoorde ik het verhaal van Angry Birds. De trots van de Helsinki-regio als het gaat om innovatie. Het was op een conferentie over de rol van interactie met publiek en draagvlak voor innovatie, met hoop op economische groei voor de Europese regio’s.

Serieus? Ja, het spel Angry Birds is een voorbeeld. Het veroverde de wereld. Ze spreken in Helsinki niet eens meer van incubators. Tijd om te incuberen is er niet. Binnen 35 dagen was het spel al 50 miljoen keer gedownload. In de Wired van september stond Helsinki met 10 van dit soort voorbeelden in de top 100 vanEurope’s hottest startups 2012.

Volgens de autoriteiten was het verstandig lokaal beleid waardoor dit tot stand kon komen: het opvatten van innovatie als een proces van cocreatie. Als Harvard en de gemeente Cambridge het Facebook niet zo moeilijk hadden gemaakt, hadden ze vast nog in Massachusetts gezeten, in plaats van naar Californië te verhuizen.

Hoeveel geld er verdiend is met Angry Birds vertelt het verhaal niet. Wel dat het nu veel meer is dan een spel, het is een brand geworden. Aan alle t-shirtjes, broodtrommeltjes, knuffels en snoepjes van Angry Birds wordt meer verdiend dan aan het spelletje. De brouwerij die Angry Birds-cola op de markt bracht verdient nu meer aan cola dan aan bier. So what’s the innovation? De software van het spelletje, bedacht door slimme programmeurs of het vermarkten van de poppetjes?

Innovatie is niet gebaat bij bestuurlijke spagetti

De Nederlandse innovatie moet in een beperkt aantal topsectoren plaatsvinden, zonder al teveel bureaucratie. Dat laatste dreigt nu al te mislukken. Innovatie is niet gebaat bij het stapelen van organisatielagen, zeggen Laurens Hessels en  Barend van der Meulen  van het Science System Assessment van het Rathenau Instituut.

De Tweede Kamer vergaderde gisteren over de ‘innovatiecontracten’, die wetenschap, bedrijfsleven en overheid in de topsectoren met elkaar verbinden. Deze contracten staan vol mooie plannen, maar dreigen een wildgroei aan nieuwe organisaties teweeg te brengen. Er bestaan al zo veel coördinatieclubs op het gebied van wetenschap en innovatie dat terughoudendheid vereist is. Wij adviseren de Kamer om per sector maar één topconsortium toe te staan.

Aanvankelijk was dat ook de bedoeling. Terecht, want Nederland heeft de afgelopen decennia een overdaad aan organisaties tussen overheid en wetenschap in weten te scheppen. Toch dreigt het aantal voorgenomen TKI’s (topconsortium voor kennis en innovatie) een veelvoud te worden van het aantal topsectoren, als de geruchten waar zijn. Hoog tijd te leren van het verleden.

Stapeling van organisatielagen

De geschiedenis van het wetenschapsbeleid laat zich lezen als een stapeling van organisatielagen. Sinds midden jaren ’70 heeft elk nieuw wetenschapsbeleid regieclubs en organisaties tussen overheid en onderzoekers achtergelaten. In het rapport Focus en Massa (2011) schreef het Rathenau Instituut dat het hebben van veel coördinerende clubs gerichte sturing juist hindert. Ondanks extra geld voor een beperkt aantal wetenschapsgebieden hadden zij zich in de praktijk niet sterker ontwikkeld dan andere gebieden. Ook wetenschappers zijn gebaat bij vermindering van het aantal clubs. Uit interviews met onderzoekers blijkt dat zij de situatie nauwelijks meer overzien. Ze beseffen soms zelfs niet eens meer bij welke (top-)instituten en onderzoekscentra ze zelf horen. Er zijn onderzoekers die hun activiteiten moeten verantwoorden aan wel drie verschillende partijen, met ieder hun eigen evaluatiecircus.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Wetenschappers bouwen zonnecel van koolstof

NIEUWS - Nu worden zonnecellen nog gemaakt van silicium, maar wetenschappers van Stanford University zijn er voor het eerst in geslaagd om een zonnecel volledig van koolstof te maken. In potentie kan deze doorbraak er voor zorgen dat de productiekosten van zonnecellen flink omlaag gaan.

Vorige Volgende