ANALYSE - Kan de overheid eigenlijk wel vernieuwen? Heeft de overheid daar een taak in? Het zijn klassieke vragen die op gezette tijden de kop opsteken. Nu is de politieke voedingsbodem aanwezig. De huidige coalitiepartners vonden elkaar door een apolitieke ruil van standpunten, maar merken dat zulks niet werkt. Zij zouden moeten investeren in innovatie.
Binnen departementen heb je Directoraten Generaal, die zich met het begrip ’innovatie’ sieren. En daarbinnen nog weer een Directie Innovatie en Kennis. Als je daar werkt, moet je wel de innovatiefste smart ass van Nederland zijn: iemand die de smaak van een ijsje kan raden door er op te gaan zitten.
Genoeg gespot nu. Innoveren betekent nadenken, slim werken, hindernissen analyseren, valkuilen vermijden, scherpe procedures voor introductie en doorleiding naar de markt, strategisch handelen. Dat doen we soms. Maar de slimme lezers raden het al: we vinden het buskruit, het wiel en het zwarte garen steeds opnieuw uit.
Ik was medewerker experimentenbeleid bij VROM toen Heerma daar staatssecretaris was (1987-93). Wat heb ik daarvan geleerd over innovatiebeleid bij de overheid?
Geld en afstand
Moesten experimenten extra geld hebben? Neen. Dat leidt tot subsidie-georiënteerd gedrag en het ondermijnt inhoudelijke inspiratie. Professionals weten zelf goed wat beter kan. Die kennis moet ruimte hebben, met lof, bekendheid en pret, niet met geld. Balkenende wist dit niet. Zijn Innovatieplatform mislukte omdat het een strijdtoneel werd voor budgetten en belangen.