Je kijkt er nauwelijks meer van op: weer een kamerlid van de PVV in opspraak. Deze keer is het Eric Lucassen, die door buren beschuldigd wordt van intimidatie en bedreiging. Het is natuurlijk mogelijk de beschuldigingen meteen uit te leggen als onderdeel van een linkse hetze tegen de PVV (het staat tenslotte in de media), maar het patroon begint zich zo onderhand wel erg op te dringen.
Des te saillanter is het natuurlijk dat daags te voren Afshin Ellian, u kent hem wel, een vlammend stuk in de papieren NRC schreef waarin hij uitlegde dat de PVV niet fascistisch genoemd mocht worden, omdat Mussolini zich vanaf het begin gewelddadig opstelde, terwijl Geert Wilders nadrukkelijk alle geweld verwerpt. Daar heeft Ellian absoluut een punt. Ook nu met Lucassen belooft Wilders de zaak tot de bodem uit te zoeken. Aangezien de PVV geen democratische partij is en Wilders’ wil dus wet, mag je zijn woorden dus als norm nemen voor de ideologie van de partij (even aannemend dat hij er niet zijn eigen soort taqiyya op nahoudt als het om geweld gaat).
Toch zou Wilders zich eens kunnen afvragen waarom het juist zijn partij is die kennelijk agressieve lieden aantrekt. Het kan aan de zwakke partijstructuur liggen, waardoor meer rotte vissen door de mazen van het net glippen. Maar je kunt niet uitsluiten dat het Wilders’ ideologie is, die een grote aantrekkingskracht uitoefent op mensen die graag andere middelen dan argumenten inzetten bij het beslechten van onenigheid. Dan is de PVV misschien geen gewelddadige partij in origine, maar loopt ze wel het risico dat te worden als Wilders’ onderdanen meer voor het zeggen krijgen.