De linkse Braziliaanse president Dilma Rousseff is inmiddels afgezet in een corruptieschandaal, waar zij bij betrokken zou zijn. Rousseff was al langer impopulair: de Braziliaanse economie zit in een diepe recessie en de schatkist is leeg.
Volgens Glenn Greenwald hebben de senatoren die Rousseff corruptie verwijten echter boter op het hoofd: ze zijn zelf nog vele malen corrupter, en willen haar vervangen voor hun eigen mannetje, zodat ze lopende corruptieonderzoeken door justitie naar hun eigen handelen kunnen voorkomen.
Verder zitten volgens Greenwald de machtigste en rijkste families van het land achter de machtswisseling. Die hebben de Braziliaanse media in handen en daarmee een enorm propaganda-apparaat, en ze zouden Brazilië het liefste veranderen in een kapitalistisch paradijs, waar vooral zij zelf beter van worden, en de gewone man niks van terug ziet.
Greenwald staat niet alleen in die mening. Marianne Wiesebron, universitair hoofddocent Latijns-Amerika Studies aan de Universiteit van Leiden, sprak tegenover NU.nl eerder van een “coup”:
Dilma wordt afgezet zonder dat ze een misdaad heeft gepleegd. Ze deed misschien aan creatieve boekhouding, zoals andere presidenten en gouverneurs in Brazilië, maar ze is niet corrupt.
Inmiddels is Rousseff voor zes maanden geschorst en heeft haar vicepresident, de meer neoliberale Michael Temer, leider van de centrumpartij PMDB (de grootste partij in Braziliaanse Congres) haar voorlopig opgevolgd.