ANALYSE - Het huidige prostitutiebeleid rammelt aan alle kanten, maar een eenvoudige oplossing ligt niet voor het oprapen, daarvoor zijn er teveel onzekerheden.
Ik kan me niet voorstellen dat een jonge vrouw uit pakweg de Filippijnen op een ochtend opstaat met het idee “Weet je wat? Ik verhuis naar Amsterdam, ik ga daar werken op De Wallen! Seks met dronken toeristen, dat is zeg maar echt mijn ding!” Doordat ik me dit zo slecht kan voorstellen, ben ik er vrij zeker van dat menige vrouw niet voor haar plezier achter de ramen staat. Ik ben er nog zekerder van dat er vrouwenhandel bestaat, want ik heb ooit een Aziatische vrouw gekend die door een bende aan het werk was gezet. Ik ken meer voorbeelden.
Ik ben er echter óók zeker van dat er vrouwen zijn die bewust voor prostitutie kiezen. In een Duitse hotellobby heb ik wel eens gesproken met zo iemand, tot ze het gesprek afbrak omdat een bloedmooie man binnen kwam lopen in wie ze een potentiële klant zag. Ze had me niet veel verteld, maar het was me voldoende duidelijk dat ze haar werk bepaald niet met tegenzin deed. Ook hiervan ken ik meer voorbeelden.
Onvrijwillig of vrijwillig, het kan allebei, en ik denk daarom dat het niet waar is wat ChristenUnie-Kamerlid Gert-Jan Segers in De Volkskrant schrijft, dat prostitutie zonder meer gelijkstaat aan slavernij. Niet dat ik het geheel oneens met hem ben, niet dat ik zijn zorgen niet deel, niet dat ik geen respect heb voor zijn verontwaardiging. Integendeel. Internationale vrouwenhandel bestáát, ook Nederlandse meisjes kunnen in handen vallen van loverboys en onvrijwillige seks heet – om het beest bij zijn naam te noemen – inderdaad verkrachting.