Hieronder volgt een gastbijdrage van Tom van Doormaal over de economische politieke discussies van dit ogenblik.
Wat simpel en helder is, dringt soms moeilijk door. De werkelijkheid toont zich, zegt de filosoof. Maar je moet wel aan die werkelijkheid toe zijn; anders zie je niks.
Eerder verbaasde ik mij in deze kolommen over Paul Frissen, die de crisis onvoldoende verklaard vond. Je zou zeggen: te goedkoop lenen aan mensen zonder inkomen of perspectief daarop, voldoet toch als verklaring heel aardig? Maar misschien moet je iets dieper wroeten: waar komt dit lichtzinnig gedrag dan vandaan? En waarom wordt het niet gecorrigeerd? De antwoorden worden dan vrij ideologisch: met marktfundamentalisme en toezicht als centrale begrippen.
Maar is de crisis moeilijk te verklaren? In een recent artikel (noot 1) lees ik: “Als je een derivaat maakt, vergroot je het totaal van het financieel risico niet.” Dat is een meeslepende redenering: zou zonder dat specifieke derivaat de transactie, n.l. het uitlenen of met schuld belasten, wel tot stand zijn gekomen?
Greenspan zag de windhandel met hypotheekderivaten als een middel tot herverdeling van risico: “er is geen bewijs dat die herverdeling iets is om je zorgen over te maken.” Ook dat is meeslepend. Inderdaad werd risico genomen, door hen die het niet konden dragen en neergelegd bij hen die dat beter konden. Maar de vorm maakte het risico voor iedereen ontoetsbaar, waardoor het effect rampzalig werd.