Vroeger, straks, spullen, macht
Ben je gelukkiger als je alleen uitdrukking kan geven aan de dingen die je met eigen ogen kan zien? Een gastbijdrage van journalist Patrick van der Hijden, die onderzoek doet wat welvaart met mensen doet (blog).
Daniel Everett vertrok naar de Amazone, om de indianen van de Pirahã-stam te kerstenen. Toen hij hun taal had leren spreken en vertelde over Jezus, vroegen de Pirahã of Everett hem in het echt gezien had. Ze barstten in lachen uit, toen bleek dat dat niet het geval was. De Pirahãtaal kent geen uitdrukkingen voor dingen die de spreker niet met eigen ogen heeft gezien. Everett viel van zijn geloof en verdiepte zich dertig jaar lang in de wonderlijke cultuur en taal van het volkje. De Pirahã kennen namelijk ook geen getallen, geen verwijzingen naar het verleden en de toekomst. Ze hebben geen leiders en kennen niet zoiets als bezit.
En o ja, de Pirahã zijn uitzonderlijk gelukkig. Althans, daar getuigen degenen van, die hen hebben bezocht. Dat is een fascinerende vaststelling. Enerzijds omdat hij op een bepaalde manier zo logisch is. Als je aandacht hebt voor het verleden noch de toekomst, en macht en bezit je weinig waard zijn, loop je een hoop redenen voor ongeluk mis. Anderzijds omdat het leven van de Pirahã zo weinig weg heeft van ons leven, terwijl Nederland samen met Scandinavië altijd als hoogst prijkt op de lijst met gelukkige landen – toekomstgerichte volkeren met een lang verleden en lekker veel bezit.