We besteedden er al eerder aandacht aan, maar Frank Bovenkerk en zijn boek Marokkaan in Europa, crimineel in Nederland blijven de gemoederen bezighouden. Nu in Vrij Nederland.
De criminaliteit onder Marokkaanse Nederlanders is opmerkelijk hoog. Bovenkerk zegt daar onder meer het volgende over:
Het probleem van de criminele Marokkanen duurt ‘opmerkelijk lang’, schrijft Bovenkerk. ‘Over het algemeen rekent men voor de integratie van immigranten een periode van vijftig jaar. Daarna zou men verwachten dat zo’n criminaliteitsprobleem is opgelost. Dat is hier niet het geval.’ [...]
‘We waren er tot nu in de criminologie altijd van uitgegaan dat de meeste (commune) criminaliteit vooral en in de eerste plaats wordt veroorzaakt door armoede, werkloosheid en geblokkeerde kansen op maatschappelijk succes,’ schrijft Bovenkerk. Volgens hem waren die problemen met goed beleid ‘tot op zekere hoogte’ te verhelpen. Wie eenmaal werk vond, zou zijn leven beteren.
Maar bij de Nederlandse criminele Marokkanen ziet hij iets anders gebeuren. ‘Bij zulke hoge criminaliteitscijfers zou causaliteit wel eens omgekeerd kunnen werken. Als jongens zich inlaten met criminaliteit nog voordat zij de school verlaten of de arbeidsmarkt kunnen betreden, verspelen zij hun kansen bij voorbaat.’ [...]
Dat heeft grote gevolgen. Volgens de cultureel antropoloog gaat er geen afschrikkende werking meer uit van arrestatie en gevangenisstraf, want daders lijden in eigen kring geen gezichtsverlies. Waarop Bovenkerk concludeert: ‘Het is dan niet achterstand die criminaliteit veroorzaakt, maar criminaliteit die maatschappelijke achterstand tot gevolg heeft.’
Bovenkerk laat ook zien dat je voor de oorzaak van de hoge criminaliteitscijfers niet naar cultuur of religie moet kijken, maar naar het samenvallen van een viertal factoren: autoritaire vaders die door de economische omstandigheden hun werk en gezag verloren, kinderen die daardoor zonder toezicht en discipline opgroeiden, plotselinge kansen in de hash-misdaad en, tenslotte, een Nederlands gebrek aan 'Zivilcourage', het niet optreden als iemand anders de fout in gaat.
Als Bovenkerk gelijk heeft, leidt dat tot een nogal onaangename conclusie: enerzijds hebben Marokkanen op dit moment (als groep) hun achtergestelde positie deels aan zichzelf te danken, maar anderzijds is de dieper gelegen oorzaak niet meer dan een toevallige (maar giftige) samenloop van omstandigheden.
En hoe los je zoiets op?
Ik denk overigens dat dit alles treffend illustreert hoe weinig individuen kunnen uitrichten tegen bredere sociale of economische ontwikkelingen. Denk ook bijvoorbeeld aan het gegeven dat mensen die tijdens een crisis de arbeidsmarkt betreden, jaren later nog steeds een lager loon hebben dan mensen die in goede tijden hun eerste baan zochten.
Een kwestie van botte pech, maar niettemin kan het, bijvoorbeeld door de onmogelijkheid relevante werkervaring op te doen of werkgevers die geen cursussen meer betalen, best zo zijn dat een dergelijk loonverschil ook wel weer terecht is.
Nog steeds pech, maar in tweede instantie toch ook weer niet helemaal. En dat is misschien ook hoe het criminaliteitsprobleem onder Marokkaanse Nederlanders in elkaar zit.
h/t Noortje