De mensen thuis

De VVD-leider Dilan Yeşilgöz is een geschikt object voor een cursus framing voor beginners. Ze legt het er voortdurend zo dik bovenop dat je niet heel doorkneed hoeft te zijn in de techniek om willekeurig welk fragment een paar frames aan te kunnen wijzen. Een coalitie kan de meest radicale partners hebben en in de taal van Yeşilgöz nog steeds ‘centrumrechts’ zijn, terwijl er zodra er maar één partner bij zit die weleens een kritische noot heeft geplaatst bij de hypotheekrenteaftrek, het meteen verandert in een ‘links’ kabinet. Zonder centrum. En zo plaatst ze voortdurend ‘centrumrechts’ tegenover ‘links’, liefst vier keer in één zin achter elkaar. Dat is dus wel een heel eenvoudig voorbeeld. Toch zijn er ook wel doordenkertjes, zoals de door Yeşilgöz eveneens veelvuldig gebruikte uitdrukking ‘de mensen thuis’. De vraag is hier natuurlijk: wat doen die mensen voortdurend thuis? Komen ze ook nog wel eens buiten? Over het algemeen stelt Yeşilgöz deze mensen voor, alsof ze geërgerd hun hoofd schudden over wat de tegenstanders van de VVD allemaal te berde brengen. Daar zitten zij niet op te wachten. Maar hoewel ze óók ‘hardwerkende Nederlanders’ zijn, doen ze dat schudden dus toch voortdurend thuis. Over ‘de mensen op het werk’ hoor je Yeşilgöz niet. Moede hoofd Over die huiselijkheid zal door een campagneteam zijn nagedacht, want over álles wat Yeşilgöz zegt lijkt eindeloos nagedacht. Yeşilgöz’ D66-collega Rob Jetten had het gisteren tijdens interviewtjes met de pers over de ‘mensen in het land’, en dat hoor je ook vaker en al langer. Maar dat beeld voldeed kennelijk niet meer. Het is ook misschien nóg wonderlijker, want bevindt niet zo ongeveer iedereen die zich druk maakt over de Nederlandse politiek zich niet eigenlijk ‘in het land’, inclusief de politici die Jetten oproept om rekening te houden met die ‘mensen in het land’? Met dat verwijzen naar ‘de mensen’, waar deze mensen zich ook bevinden, laat de politicus natuurlijk horen dat zij anders dan haar collega’s wél weet wat er speelt. Die mensen, dat zijn jullie en ik, de mensen die niet meedoen aan het debat. Wij zijn het publiek dat via de media kennisneemt van een en ander en daar het onze van denken. Yeşilgöz verwoordt wat dat ‘onze’ is dat wij denken, en geeft er tegelijkertijd vorm aan, want ze legt natuurlijk ‘de mensen thuis’ niet voor niets de hele tijd standpunten in de mond die overeenkomen met die van de VVD. Als je er anders over denkt, hoor je kennelijk niet bij die mensen. Tegelijkertijd zijn ‘de mensen thuis’ net iets anders dan ‘het volk’ van de populist. Ze zijn minder massaal. Waar het volk op het Malieveld staat te roepen, zitten de mensen allemaal in hun eigen huis, al vinden ze daar wel allemaal hetzelfde. Wat voegt thuis toe? Ik denk dat het om een vorm van dreiging gaat, of eigenlijk om het contrast. Ik denk als ik aan ‘de mensen thuis’ denk aan mensen die op de bank zitten, in de woonkamer, en ik denk dat ik daar niet de enige in ben. We voelen ons nu nog gezellig en nemen nog een oreo, maar we zijn tegelijkertijd bang voor de boze buitenwereld. We willen een politicus die deze angst begrijpt en die zich ervoor inzet dat we allemaal lekker thuis op de bank kunnen blijven zitten. En dat liefst zonder te veel met ons moede hoofd te moeten schudden over politici die iets anders doen dan de VVD wil.

Door: Foto: Dilan Yeşilgöz, De Balie, 2022, via Wikimedia Commons.

QdJ: Protest and march against those motherfuckers

Bob Vylan trad afgelopen zondag op in Paradiso, waar het volgende gezegd zou zijn:

“Fuck the fascists, fuck the Zionists. Find them,  go find them in the streets.”

Deze uitspraak werd breed uitgemeten in de media, en is op zich inderdaad problematisch. Maar volgens andere bronnen volgde daarop nog een uitspraak:

“We should be out there, find them and protest and march against those motherfuckers.”

We zoeken nog naar andere bronnen dan deze instagram-post, maar als dit waar is, is het een mooi staaltje van framing en selectief citeren.  Update: In een video geplaatst door het CIDI zelf blijkt inderdaad dat bovenstaande gezegd is. Maar ook dit wordt gezegd:

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: thierry ehrmann (cc)

De ontsnappingstaalkunstenaar

RECENSIE - Geert Wilders is van alles, maar hij is ook een intrigerend fenomeen. Zo iemand waarvan je je onder andere kunt afvragen: hoe doet hij dat toch? Hoe is het mogelijk dat hij politiek maar blijft overleven – dat hij regelmatig fouten maakt waarvoor anderen zouden worden afgestraft, terwijl hij maar blijft zitten en momenteel nog altijd de grootste partij van Nederland leidt is.

De neerlandicus Robbert Wigt, die eerder een boek schreef over Mark Rutte, komt nu met een boek over de ‘overtuigende taal’ van Wilders. Daarin speelt Rutte trouwens weer een rol, als de enige die het de afgelopen decennia is gelukt om Wilders van zich af te slaan, de enige die aan Wilders gewaagd was.

Is Wilders taal overtuigend? Opvallend is dat op de ene plaats in Wigts boek de theaterdocent Marijn Moerman zegt dat Wilders meer een debater is dan een speecher, terwijl verderop het Denk-Kamerlid Van Baarle zegt ‘Met Wilders heb je eigenlijk geen debat.’ Beide hebben gelijk: als Wilders alleen zou speechen, zou hij niet zo populair zijn, want zijn speeches hangen vaak naar het eentonige. Maar een echte debater is Wilders ook niet, want het is hem niet om de uitwisseling van argumenten te doen. Wilders heeft een manier gevonden om van het debat een monoloog te maken. Dat is wel zijn grootste troef.

Foto: Mike Licht (cc)

Taal krijgt zijn autoriteit van buiten

COLUMN - Het komt slechts zijdelings aan de orde in het artikel dat de Australische taalkundige Ingrid Piller schreef voor het Journal of Sociolinguistics: het failliet van de gedachte dat je met taal je autoriteit kunt opbouwen. Het is een oud idee, dat ten grondslag ligt aan de klassieke retorica én aan veel latere analyses. Maar het stort volledig in elkaar wanneer we het succes bezien van de Amerikaanse president Donald J. Trump.

Er zijn wel mensen die proberen allerlei standaard retorische technieken toe te passen op zijn taalgebruik om daar dan zijn overtuigingskracht op zijn publiek mee te verklaren, maar mij heeft dat nooit overtuigd.

Vlak na zijn verkiezing schreef ik dat al over de framing-theorie: die zegt dat mensen de waarheid in een bepaald licht plaatsen wanneer ze iets zeggen.

Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat VVD-politicus Klaas Dijkhoff door gebruik te maken van de wachtgeldregeling een grote graai doet uit de staatsruif of dat hij gebruik maakt van uitgesteld salaris. Dat zijn allebei feitelijk correcte beschrijvingen, maar ze hebben verschillende implicaties.

Maar bij Trump gaat dat allemaal niet op, want in zijn communicatie lijkt de eeuwige zoektocht naar de waarheid verlaten. Als hij Dijkhoff was zou hij bijvoorbeeld eerst zeggen dat hij inderdaad dat geld ontving, en het de volgende dag ontkennen, vervolgens roepen dat Lodewijk Asscher schandalig veel wachtgeld ontvangt, en dan weer dat Asscher een loser is omdat hij het wachtgeld niet durft aan te nemen. En dit alles zonder zelfs maar de suggestie te wekken dat je zelf weet dat dit alles niet tegelijkertijd waar kan zijn.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Quote du Jour | De vluchtelingen zijn ons ongeluk!

In Nederland staan wij voor fundamentele gelijkheid van man en vrouw als onaantastbaar principe! De positie van de vrouw wordt echter door een overgroot deel van de instromende mensen als minderwaardig weggezet. Niet-moslims worden beschouwd als ‘ongelovige honden’. Lesbo’s, homo’s, biseksuelen of transgenders worden eveneens als minderwaardig bestempeld. Willen wij in Nederland een groep mensen welkom heten die dus een heel andere kijk op de samenleving heeft en zich niet wil aanpassen? Dan kun je zeggen, die moeten nog ‘integreren’, maar de resultaten van die integratie vallen vaak tegen. Het is vreselijk om het te moeten vaststellen, maar dit alles geeft de VVD Gennep weinig vertrouwen. Deze instroom heeft simpelweg een te grote impact op onze gemeenschap. Een impact op onze veiligheid. Een impact op onze vrije manier van leven!

Foto: DonkeyHotey (cc)

De wereld na het instorten van de frames

COLUMN - De Amerikaan George Lakoff is misschien wel de taalkundige wiens theorieën momenteel het meeste succes hebben buiten de taalwetenschap. Zijn ideeën over framing vind je terug bij psychologen, bij literatuurwetenschappers, in talkshows en managementboeken. Ze zeggen ongeveer dat je met je keus van woorden, beeldspraak en andere middelen de werkelijkheid op een bepaalde manier naar voren kunt brengen die jouw wereldbeeld als hij niet uitkijkt voor de tegenstander al snel onontkoombaar wordt.

Lakoff heeft er ook zelf wel het nodige aan gedaan. Hij heeft niet alleen een aantal boeken geschreven die veel onderzoekers hebben geïnspireerd, maar daarnaast ook boeken en krantenartikelen waarin hij zijn theorieën omzette in praktisch advies voor politici. Hij heeft er daarbij nooit een geheim van gemaakt dat zijn sympathie lag bij de Democraten, en dat hij zich zorgen maakte over de manier waarop de Republikeinen het publieke debat kaapten – de manier waarop hun frames voor iedereen de werkelijkheid werden, zodat de Democraten het niet konden winnen.

Waarneembare belangstelling

Ik heb het idee dat hij het eigenlijk nu ook niet meer weet.

 De opkomst van Obama leek een succes voor Lakoff: hier was dan, na jaren framing door Bush, een Democraat die door die strategie heen wist te breken, iemand die de eigen Democratische boodschap, wat die ook mocht zijn, welsprekend wist te brengen, weg van die nare frames en voor de goede (‘Yes, we can’).

Foto: Elvert Barnes (cc)

Zeurpiet

COLUMN - Zoals vaker was het geen politicus of politiek commentator die me inzicht gaf hoe je verstandig kunt reageren op notoire dwarsliggers als Trump en Wilders.

Veel mensen hebben gemeend dat je níet met ze in debat moet gaan, maar dat werkt evident niet. Die aanpak versterkt Trumps en Wilders’ stelling dat zíj de underdogs in de politiek zijn. Laat dat nu precies de positie zijn waar ze op uit zijn, omdat ze daarmee eenvoudig de sympathie kunnen veroveren van stemmers die zich uitgesloten, vergeten, verwaarloosd of anderszins verguisd voelen.

Wél in debat gaan werkt evenmin. Ze smijten met cijfers die niet kloppen, ze ontkennen glashard wat ze eerder hebben gezegd, ze pochen met ‘de mensen in het land’ alsof hun aanhangers de enige zijn die tellen, ze bestempelen iedereen die het niet met hen eens is tot lid van een wereldvreemde elite, instanties die niet doen wat zij willen, verklaren ze tot nep. Daar kún je niet mee in debat.

Ondertussen schoppen ze alles omhoog tot relhoogte, uit elk non-incident weten ze een hype te trappen die maakt dat ze weer dagenlang in het nieuws zijn. Yo, scored!

Wat dan wel te doen? Niks zeggen leidt helemaal tot niets.

Framing is alles…

Staat loopt 6 miljard mis door fiscale voordelen schone auto’s, kopt nu.nl.

‘Oei,’ denk je dan:

De Nederlandse staat heeft van 2008 tot en met 2013 6,4 miljard euro minder belastinginkomsten gekregen door fiscale voordelen voor schone auto’s.

Maar:

Als gevolg rijden er wel relatief veel schone auto’s op de Nederlandse wegen.

En is dat niet precies wat deze maatregel probeerde te bereiken?

Foto: Bas Bogers (cc)

Mee in de frames van de PVV

ACHTERGROND - De criminaliteitscijfers dalen al jaren in ons land. Jeugdcriminaliteitscijfers ook. Veel Nederlanders weten dat niet. Hoe zouden ze dat ook kunnen weten? In plaats van cijfers en context bieden media een hard en gekleurd beeld. Dat recent nog harder en gekleurder is geworden. De frames van de PVV domineren de berichtgeving.

Zoals eerder al op Sargasso werd gemeld, daalde tussen 2007 en 2011 het aantal minderjarige verdachten met 44%. Interessant nieuws voor elke burger. En eindelijk ook eens goed nieuws. Het leidt tot boeiende vragen. Welke delicten lieten de sterkste afname zien, en in welk jaar? Hoe zit het in mijn buurt? En is die trend toe te schrijven aan repressie, of juist aan preventie? Of aan iets anders? Toch kwam dit nieuws nauwelijks in de media.

Integendeel – sommige media hebben in die periode juist meer verslag gedaan van jeugddelicten. Een rapport van onderzoekers onder leiding van Nel Ruigrok (Vrije Universiteit) brengt dit keurig in kaart. Het rapport meldt ook dat in alle berichtgeving meer nadruk ligt op Marokkanen dan op andere bevolkingsgroepen, en meer op repressie dan op preventie. Goed nieuws… voor de PVV.

Marokkanen

Jeugdcriminaliteit gaat over Marokkanen. Tenminste, in de media. Als in 2011 de herkomst van een verdachte werd genoemd, dan was dat in 78% van de gevallen de Marokkaanse. Aldus het rapport van Ruigrok cum suis. Dit terwijl maar zo’n 11% van de dat jaar uniek geregistreerde minderjarige verdachten een Marokkaanse achtergrond had. Een vertekend mediabeeld, dat kan haast niet anders..

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tweespalt | Tweedeling in Nederland

Hoe groot is de tweedeling tussen hoog- en laagopgeleiden in Nederland? Dat hangt ervan af bij wie je je nieuws vandaan haalt.

Trouw: ‘Balans tussen hoog- en laagopgeleiden’ NRC: ‘WRR en SCP: Tweedeling in Nederlandse samenleving’ Er lopen geen scherpe scheidslijnen tussen hoog- en laagopgeleide Nederlanders, blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van het SCP en de WRR dat vandaag verschijnt. Polarisatie zou kunnen ontstaan rondom kwesties als Europa of immigratie. En er is nóg een duidelijk smaakverschil: wat is humor?

Nederlanders leven niet in gescheiden werelden, hooguit in verschillende sociale netwerken: die van hoog- en laagopgeleiden. Tegengestelde sociaal- culturele blokken, zoals je bijvoorbeeld in de VS aantreft, bestaan in Nederland niet. Nederland deelt zichzelf sociaal en cultureel in tweeën. Er is een groeiende groep van hoogopgeleiden die ‘open’ denken over Europa en migratie, en die het liefst met elkaar omgaan. De laagopgeleiden delen met elkaar het wantrouwen over politiek, een gebrekkig zelfvertrouwen en het gevoel dat hun sociaal-economische positie bedreigd wordt door de Europese eenwording en de globalisering. […]

Bij de hoogopgeleiden, die sinds de jaren zeventig en tachtig als groep fors zijn gegroeid tot zo’n 30 procent van de bevolking, hebben de onderzoekers het zelfs over ‘sociale sluiting’: ze kijken neer op de cultuur van lageropgeleiden, ze trouwen het liefst met elkaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende